aan Frankrijk

Varkensstal erbij
Bart ging in 2010 in maatschap met zijn ouders, dit jaar nam hij de varkenstak over. Zijn jongere broer doet het melkvee. Wel helpt vader Bernard nog mee op het bedrijf. Ze hebben 130 stuks melkvee en 40 ha grond in eigendom, en nog 15 ha gehuurd. Daarvan is 33 ha weiland en de rest maïs. De maïs is bestemd voor de melkkoeien. In 2003 had het bedrijf 4.000 vleesvarkens. Op het moment dat Bart in 2010 de maatschap binnenkwam, liet hij zijn ouders direct weten dat hij uit wilde breiden met de varkenshouderijtak. Bart: “Ze vonden dat een goed idee en in 2013 vroegen wij een bouwvergunning aan. Daarmee zouden wij groeien van 4.000 naar 5.800 vleesvarkens.” Als gevolg van de Nederlandse fosfaatwetgeving, waardoor de melkveehouderij moest inkrimpen, verminderde het aantal stuks melkvee na 2015 dus wat.
Omdat ze kortbij een Natura 2000-gebied zitten, duurde de vergunningverlening iets langer, maar in 2019 hadden ze dan de vergunning binnen. Bart: “Ik wilde per se een stal waarmee ik voor het 1 sterconcept van het Beter Levenkeurmerk zou kunnen produceren.” Vandaar ook dat de nieuwe stal over de gehele lengte een grote lichtstraat heeft. De centrale gang zit aan één kant in verband met de ruimte op het bouwblok, dat is ook de reden waarom het een lange, smalle stal geworden is, met aan één zijde een uitbouw. Deze uitbouw is de luchtinlaat. De lucht gaat hierna onder de bolle vloeren via een luchtkoker en dan onder het waterkanaal door naar de voergang. De luchtinlaat is geregeld op onderdruk om windinvloeden zoveel mogelijk te beperken. De volledige ventilatie wordt aangestuurd met apparatuur van Stienen BE.
Pioniers met brijvoer
De familie Lageschaar koos er al in 1979 voor om de vleesvarkens met brijvoer te voeren. Volgens de jonge vleesvarkenshouder waren zij echt de pioniers wat betreft het voeren van brijvoer in de Achterhoek. Het brijvoer wordt gemengd in een mengmachine van Voltman (eigen bouw). Bernard: “Er was nog niks op de markt in die tijd. In 1984 hebben wij de brijvoerkeuken compleet nieuw opgebouwd met apparatuur van het merk Fancom. Bart gebruikt als bijproducten CCM, gerst, tarwe, tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, wei en tarwegistconcentraat. Omdat veel van deze producten ook een zure toon hebben, zijn ze ook nog eens supergezond voor de dieren. Bart: “Het is wel zo dat, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, ook de bijproducten duurder zijn geworden. Vandaar dat, als sommige bijproducten heel duur zijn, wij tijdelijk gedeeltelijk ook brok/krachtvoer geven aan de lange trog. Van zodra de prijzen van het brijvoer weer dalen, schakelen wij meteen weer over op bijproducten.” Alle bijproducten koopt familie Lageschaar in via Duynie, Looop en Van Triest, allemaal bijproductenbedrijven die vlakbij zitten. De brok koopt de familie aan via ForFarmers. Het aanvullende voer komt via Gunnewick en ForFarmers.
Dat de vleesvarkens werkelijk dol op het brijvoer zijn, blijkt wel als we in de stal zijn en de voermachine net aanslaat. Ze rennen letterlijk direct naar de lange trog. Volgens Bart doen de vleesvarkens het uitstekend op brijvoer. “Verder ben je met brijvoer flexibeler, droogvoer is wel stabieler. Op warme zomerdagen ben je echter weer blij dat je brijvoer voert, want met brijvoer heb je op dit soort dagen een veel betere voeropname. En dus groeien ze beter door.” Momenteel is de dagelijkse groei bij familie Lageschaar zo’n 900 g/dag. Bart wil de lat echter hoger leggen en volgend jaar op 1.000 g/groei per dag zitten. Dat wil hij onder meer bereiken door de kruising aan te passen. Zijn vermeerderaar met wie hij een goed contact onderhoudt, gaat de kruising dus aanpassen van TN70 x PIC 408 naar TN70 x Tempo beer.
Biologische luchtwasser
Voorlopig vooral optimaliseren
Frankrijk geeft goede voorbeeld
Wat de huidige klimaatdiscussie betreft, heeft Bart een duidelijke mening. “Ik heb mijn hele mestkelder vol met onder meer stikstof zitten en dan maken ze kunstmest (stikstof dus) in een fabriek! Dat kost enorm veel energie en is dus zeer slecht voor het milieu. En dan wordt nog niet eens meegerekend wat je aan energie kwijt bent om die kunstmest uiteindelijk op het land te krijgen en alle brandstof die daarvoor verstookt wordt. Dan kun je toch veel beter 10 kuub extra mest op een ha doen en dan in Europa geen kunstmest meer strooien? Of in ieder geval een stuk minder kunstmest strooien.”
Natura 2000-gebieden zijn er in Nederland veel te veel volgens de familie Lageschaar. Bernard: “Het zorgt ervoor dat wij nog heel moeilijk kunnen uitbreiden. Dan willen ze je uitkopen, maar ja, waar moet je dan heen? En er moeten nog wel boeren overblijven in Europa om voedsel te produceren. Je ziet het nu aan de gevolgen van de oorlog in Oekraïne hoe belangrijk voedselproductie is. In Nederland wordt voedsel momenteel razendsnel duurder. En als je vruchtbare weilanden en akkers afgraaft voor natuurontwikkeling, dan kun je er decennialang niets meer mee. Neem als Europese landen nou eens een voorbeeld aan Frankrijk. Die gaan maar liefst 300.000 ha braak-gronden terug in productie brengen om de voedselzekerheid te garanderen.” Volgens Bart moet er daarbij tevens een beter verdienmodel komen voor de Europese boer. Dus betere prijzen voor onder meer melk en vlees. En duurzaamheid moet gestimuleerd worden. Op de 2 nieuwste stallen heeft de familie inmiddels 2.000 zonnepanelen liggen met een kWh-piek van 750.000 kWh. Op zonnige dagen kan de helft daarvan gebruikt worden voor de woonhuizen en het complete melkvee- en varkensbedrijf. Bart: “De rest wordt teruggeleverd aan de Nederlandse energiemaatschappij Eneco.”
Maak regels soepeler
Momenteel denkt Bart ook na over het plaatsen van accupakketten voor stroomopslag om niet meer (goedkoop) terug te hoeven leveren aan het net. “Accu’s zouden wat ons bedrijf betreft heel voordelig zijn, omdat je als vleesvarkenshouder ‘s nachts veel stroom verbruikt.” De jonge Nederlandse varkenshouder verwacht dat over een paar jaar heel veel Europese agrarische bedrijven accupakketten hebben staan om stroom in op te slaan.
De familie Lageschaar zou echter ook graag van het gas af willen en dus volledig energieneutraal willen worden. Ze zouden graag met biovergisting willen beginnen. Door dagverse mest te vergisten kunnen ze zo warmte produceren voor alle stallen. Bart: “Het probleem is echter dat de investering voor ons als bedrijf te groot is én, misschien nog wel lastiger, is de vergunningverlening. Het zou heel mooi zijn als de Nederlandse overheid – om niet meer afhankelijk te zijn van bepaalde gasstromen – de (vergunnings)regels voor alternatieven voor gas voor agrarische bedrijven zou versoepelen. Daar zouden wij heel content mee zijn. En je slaat 2 vliegen in één klap: wij hoeven dan geen gas meer te gebruiken en wij kunnen onze mest nóg efficiënter inzetten.”