
Haagbeuk
Haagbeuk (Carpinus betulus) is meer geschikt voor hagen op zware en natte gronden. Het is een sterke plant met een krachtige groei (minstens 2 snoeibeurten per jaar voor een strakke haag) die weinig gevoelig is voor ziekten en plagen. De haag laat in de winterperiode wel wat meer blaadjes vallen dan de beukenhaag en het blad hangt verdord aan de struiken. In de winter is de haag dan ook niet volledig gesloten, maar toont ze doorheen de frêle verdorde blaadjes haar mooie stam- en takkenstructuur, die bij het ouder worden steeds dichter wordt. Daardoor is de inkijk ook in de winter beperkt.
Al vroeg in het voorjaar, in de loop van de maand april, krijgt deze haag nieuwe blaadjes. De blaadjes hebben diepe nerven en hebben een gezaagde bladrand. Haagbeuk heeft al
Beuk
In vergelijking met de sterke, snel groeiende haagbeuk is de beuk (Fagus sylvatica) wat teerder. Zo stelt hij hogere eisen aan de bodem en groeit het beste op lichtere en droge gronden. Beuk is meer gevoelig voor ziekten – zeker op zwaardere en natte bodems – en voor plagen (wolluis, niet eenvoudig te bestrijden). Het is dan ook niet uitzonderlijk dat in het jaar na de aanplant van de beukenhaag een aantal planten niet aan de groei geraken of maar langzaam in de groei komen om uiteindelijk toch af te sterven. Men kan deze afgestorven planten het best zo snel mogelijk verwijderen en ze in het volgende plantseizoen vervangen door nieuwe exemplaren.
Rode beuk
Rode beukenhagen (Fagus sylvatica Atropurpurea) geven aan de tuin een unieke uitstraling. Rode beuken zijn ooit ontstaan als spontane mutant uit de groene beuk. Ze lopen in het voorjaar uit met een donkergroen tot lichtrood blad, waarna de bladeren prachtig donkerrood tot purperzwart kleuren.
Net als haagbeuk en de gewone groene beuk worden rode beukenplantjes opgekweekt uit zaad. Hier ligt ook de basis voor het prijsverschil tussen haagbeuk en beuk enerzijds en rode beuk anderzijds. Goede zaden van rode beuk zijn relatief zeldzaam, want beuken vormen, afhankelijk van het weer, slechts om de 5 à 7 jaar massaal zaden. Uit het zaad van rode beuk ontspruiten zowel groene als rode beuken en ook heel wat beuken met tussenliggende kleuren. Op de kwekerij worden de mooi dieprood gekleurde planten uitgeselecteerd, apart opgekweekt en nadien verkocht als rode beuk voor de aanplant van een rode beukenhaag.
Aanplant van de jonge haag
Haagbeuk en beuk worden voornamelijk verhandeld met blote wortels. Steeds vaker worden ze verhandeld in pot, waardoor het risico op kwaliteitsverlies op het verkooppunt en tijdens het transport sterk vermindert. Haagbeuk en beuk zijn ook verkrijgbaar in verschillende hoogtes. Courante maten zijn 40-60 cm, 80-100 cm en 100-125 cm. Grotere planten worden vaak verhandeld als kluitplant.
Het plantseizoen begint ten vroegste half oktober en loopt door tot begin april. Dit geldt in de regel voor alle bladverliezende planten met blote wortels. Plant de planten zo snel mogelijk na aankoop of bewaar ze ingegraven op een beschutte plek in de grond. Vóór het planten mogen de wortels lichtjes ingesnoeid worden (eventuele penwortels inkorten, beschadigde wortels verwijderen en de andere worteltjes met ongeveer een derde inkorten. Graaf een sleuf van een spadesteek diep (minstens 30 cm) – voldoende breed, zodat de wortels er ruim in passen – en maak de grond onderin de sleuf wat losser met de spade of een riek. Verbeter de uitgegraven grond eventueel met goed verteerde humus en maak hem indien nodig wat lichter door rivierzand toe te voegen. Een goede tussenafstand voor beuk en haagbeuk is 25 à 30 cm.
Planten gebeurt het best met 2: iemand houdt de planten op hun plaats, terwijl de andere de grond terug in de plantgeul schept. Zorg ervoor dat de grond voldoende fijn is, zodat hij goed tussen de wortels kan komen. De planten komen op dezelfde diepte als ze op de kwekerij zaten, dit kan men gemakkelijk zien aan de kleurverschillen onderaan het stammetje.
Opkweek van de jonge haag
Om mooi gevormde stammetjes te krijgen in de haag moeten de jonge haagbeuken aan rietstokjes gebonden worden, terwijl beukenplantjes uit zichzelf mooi rechtop groeien. Voorzie in beide gevallen een stevige steundraad tussen enkele palen, zodat de haag de eerste jaren niet scheef waait. Na het aanplanten van de jonge planten mogen de zijtakjes kort (5 tot 15 cm) teruggesnoeid worden, zodat een mooi gevulde haag ontstaat.