Startpagina Archief

Haagbeukhaag of beukenhaag?

Bij de aanleg van de tuin is de keuze van de omheining een van de eerste beslissingen die dient genomen te worden. Het al dan niet omheinen (afgeleid van het oude woord omhaging) en de keuze van de soort omheining zijn bepalend voor de sfeer van de tuin. In tegenstelling tot een afsluiting uit beton of draad vraagt een haag wel wat onderhoud, maar is het een absolute meerwaarde voor de tuin en de natuur.

Leestijd : 5 min

Als je kiest voor beuk of haagbeuk, dan kies je voor een haag die meeleeft met de seizoenen, waardoor de tuin mooi aansluit bij de omliggende natuur. Voor veel beginnende tuiniers is het verschil tussen een beukenhaag en een haagbeukenhaag niet altijd duidelijk. In beide gevallen gaat het om een haag die gevormd wordt door het dicht bij elkaar planten van jonge loofbomen. Een beukenhaag bestaat uit beukenbomen (Fagus sylvatica), een haagbeukenhaag wordt gevormd met jonge haagbeukbomen (Carpinus betulus). De beuk en de haagbeuk behoren, in tegenstelling tot wat hun Nederlandse naam doet vermoeden, tot 2 verschillende families. De beuk behoort, net als de eik en de kastanje, tot de beukenfamilie. De haagbeuk is lid van de berkenfamilie. Er zijn ook overeenkomsten. Beide zijn inheemse bosbomen met voorkeur voor gematigd klimaat.

Haagbeuk

Haagbeuk (Carpinus betulus) is meer geschikt voor hagen op zware en natte gronden. Het is een sterke plant met een krachtige groei (minstens 2 snoeibeurten per jaar voor een strakke haag) die weinig gevoelig is voor ziekten en plagen. De haag laat in de winterperiode wel wat meer blaadjes vallen dan de beukenhaag en het blad hangt verdord aan de struiken. In de winter is de haag dan ook niet volledig gesloten, maar toont ze doorheen de frêle verdorde blaadjes haar mooie stam- en takkenstructuur, die bij het ouder worden steeds dichter wordt. Daardoor is de inkijk ook in de winter beperkt.

Al vroeg in het voorjaar, in de loop van de maand april, krijgt deze haag nieuwe blaadjes. De blaadjes hebben diepe nerven en hebben een gezaagde bladrand. Haagbeuk heeft altijd groene bladeren, er bestaan geen rode varianten. Haagbeuk verdraagt gemakkelijk veelvuldige snoeibeurten en herstelt zich na de snoei bijzonder snel. Daardoor is hij niet alleen geschikt als haagplant, maar kan men er ook gemakkelijk bogen, blokken en zelfs allerlei figuren mee vormen. Bovendien doet deze snelle groeier het ook prima als haag op poten (leibomen geschoren als een haag).

Beuk

In vergelijking met de sterke, snel groeiende haagbeuk is de beuk (Fagus sylvatica) wat teerder. Zo stelt hij hogere eisen aan de bodem en groeit het beste op lichtere en droge gronden. Beuk is meer gevoelig voor ziekten – zeker op zwaardere en natte bodems – en voor plagen (wolluis, niet eenvoudig te bestrijden). Het is dan ook niet uitzonderlijk dat in het jaar na de aanplant van de beukenhaag een aantal planten niet aan de groei geraken of maar langzaam in de groei komen om uiteindelijk toch af te sterven. Men kan deze afgestorven planten het best zo snel mogelijk verwijderen en ze in het volgende plantseizoen vervangen door nieuwe exemplaren.

Het beukenblad verkleurt in de herfst mooi van geel over warmrood tot egaal lichtbruin. Deze haag houdt (indien goed geschoren) in de winter beter zijn blad vast om het pas laat in het voorjaar te laten vallen, net voor de nieuwe blaadjes uitlopen. Daardoor vormt hij omzeggens het hele jaar door een dichte, goed gesloten haag, die wind en nieuwsgierige blikken weghouden uit de tuin. De blaadjes zijn glad, gaafrandig en taaier dan het blad van de haagbeuk.

Rode beuk

Rode beukenhagen (Fagus sylvatica Atropurpurea) geven aan de tuin een unieke uitstraling. Rode beuken zijn ooit ontstaan als spontane mutant uit de groene beuk. Ze lopen in het voorjaar uit met een donkergroen tot lichtrood blad, waarna de bladeren prachtig donkerrood tot purperzwart kleuren.

Net als haagbeuk en de gewone groene beuk worden rode beukenplantjes opgekweekt uit zaad. Hier ligt ook de basis voor het prijsverschil tussen haagbeuk en beuk enerzijds en rode beuk anderzijds. Goede zaden van rode beuk zijn relatief zeldzaam, want beuken vormen, afhankelijk van het weer, slechts om de 5 à 7 jaar massaal zaden. Uit het zaad van rode beuk ontspruiten zowel groene als rode beuken en ook heel wat beuken met tussenliggende kleuren. Op de kwekerij worden de mooi dieprood gekleurde planten uitgeselecteerd, apart opgekweekt en nadien verkocht als rode beuk voor de aanplant van een rode beukenhaag.

Aanplant van de jonge haag

Haagbeuk en beuk worden voornamelijk verhandeld met blote wortels. Steeds vaker worden ze verhandeld in pot, waardoor het risico op kwaliteitsverlies op het verkooppunt en tijdens het transport sterk vermindert. Haagbeuk en beuk zijn ook verkrijgbaar in verschillende hoogtes. Courante maten zijn 40-60 cm, 80-100 cm en 100-125 cm. Grotere planten worden vaak verhandeld als kluitplant.

Het plantseizoen begint ten vroegste half oktober en loopt door tot begin april. Dit geldt in de regel voor alle bladverliezende planten met blote wortels. Plant de planten zo snel mogelijk na aankoop of bewaar ze ingegraven op een beschutte plek in de grond. Vóór het planten mogen de wortels lichtjes ingesnoeid worden (eventuele penwortels inkorten, beschadigde wortels verwijderen en de andere worteltjes met ongeveer een derde inkorten. Graaf een sleuf van een spadesteek diep (minstens 30 cm) – voldoende breed, zodat de wortels er ruim in passen – en maak de grond onderin de sleuf wat losser met de spade of een riek. Verbeter de uitgegraven grond eventueel met goed verteerde humus en maak hem indien nodig wat lichter door rivierzand toe te voegen. Een goede tussenafstand voor beuk en haagbeuk is 25 à 30 cm.

Planten gebeurt het best met 2: iemand houdt de planten op hun plaats, terwijl de andere de grond terug in de plantgeul schept. Zorg ervoor dat de grond voldoende fijn is, zodat hij goed tussen de wortels kan komen. De planten komen op dezelfde diepte als ze op de kwekerij zaten, dit kan men gemakkelijk zien aan de kleurverschillen onderaan het stammetje.

Opkweek van de jonge haag

Om mooi gevormde stammetjes te krijgen in de haag moeten de jonge haagbeuken aan rietstokjes gebonden worden, terwijl beukenplantjes uit zichzelf mooi rechtop groeien. Voorzie in beide gevallen een stevige steundraad tussen enkele palen, zodat de haag de eerste jaren niet scheef waait. Na het aanplanten van de jonge planten mogen de zijtakjes kort (5 tot 15 cm) teruggesnoeid worden, zodat een mooi gevulde haag ontstaat.

De plantjes mogen pas getopt worden als de haag haar definitieve hoogte bereikt heeft. Na het toppen wordt de haag voller en dikker. En nog een tip voor de droge zomers, die niet alleen geldt voor jonge hagen, maar voor alle recent aangeplante plantjes: in de eerste zomer na de aanplant is het wortelgestel nog niet in staat om al diep in de bodem op zoek te gaan naar water. Een flinke gietbeurt op tijd en stond is dan meer dan welkom. En voor planten in de volle grond kan men dan beter 1 keer per week flink doorgieten dan elke dag een klein beetje water te geven.

Geert Brantegem

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen