
“We vinden het gezien de situatie in de sector (ondanks de nu hogere suikerprijs) niet het juiste moment om grootse festiviteiten te organiseren omtrent onze 90ste verjaardag. Daarom zijn we teruggekeerd naar onze basismissie, namelijk voorlichting aan de sector bezorgen, deze keer via een demonstratieplatform nabij de taalgrens. Een kleine tent waar snacks te verkrijgen waren, zorgde ervoor dat de bezoekers bleven napraten en dat de sfeer goed zat”, legt directeur Pittomvils uit.
“Op het veld werd gewerkt rond verschillende thema’s waarbij alles in relatie stond tot de gewasbescherming, omdat de landbouwer zijn bezoek aan het demoplatform mee telde voor de fytolicentie”, geeft André Wauters aan.
Onkruidbestrijding
Een bekommernis van de sector is het volume chemie dat wordt ingezet in de teelt. Het grootste stuk is voor rekening van de onkruidbestrijding. “We werken eraan om dit aandeel omlaag te halen door bijvoorbeeld een wiedeg of schoffel in te zetten. Dit kan helaas niet in ieder stadium van de plant even vlot, of niet ieder seizoen leent er zich toe”, legt André Wauters uit.
Plaagbeheersing
Een tweede thema dat aan bod kwam, was plaagbestrijding en dan voornamelijk hoe de bladluizen en virussen bestreden kunnen worden. Hier werden de bezoekers aan het demoplatform gewezen op de spuitdempels, maar ook op de invloed die waardplanten en het klimaat hebben op deze problematiek. Een eerste proef werd getoond waarbij rastolerantie tegen vergelingsziekte zichtbaar wordt.
Aan het KBIVB lopen dit jaar 2 nieuwe projecten, namelijk Virobett voor Wallonië en Virbicon voor Vlaanderen. Deze handelen rond de duurzame beheersing van virale vergelingsziekte in suikerbieten. Het Bieteninstituut werkt hiervoor aan biocontrole- mogelijkheden door een juiste rassenkeuze tot de aanleg van ‘gezelschapsplanten’ om nuttige bestrijders te bevorderen.
Er zijn voornamelijk 3 virussen die onder de noemer ‘vergelingsziekte’ vallen. Een suikerbietras kan hier tolerantie voor hebben, maar dat het weerstand weet te bieden aan de 3 types is tot op heden weinig waarschijnlijk. Een gevolg van die tolerantie is het iets lagere opbrengstpotentieel. “Maar dit is een item dat we in het verleden nog al gezien hebben bij ziektes in de suikerbietenteelt”, herinnert André Wauters zich.
Bladziekten
Bladziekten in de bietenteelt kwamen uiteraard op het demoplatform ook aan bod. Er werd hoofdzakelijk stilgestaan bij de aantasting en verspreiding van cercospora. In de zomer moeten landbouwers waarnemingen in het veld doen door 50 bietenbladeren te plukken en zo evalueren of de spuitdrempel is overschreden.
Dit is niet steeds een evidentie of een leuk werkje. Daarom wordt er via het project Betaprotech gewerkt aan een computermodel dat op basis van weergegevens de noodzaak tot behandeling inschat. Deze techniek valt te vergelijken met wat we al zien in de aardappelteelt ter bestrijding van de aardappelplaag. Het finaal doel is om een computermodel op te zetten dat aangeeft wanneer behandeld moet worden. Momenteel wordt het model in de projectfase nog bijgeschaafd.
Hij had op het demoplatform alle suikerbietrassen laten uitzaaien zonder fungicidebehandeling, zodat sterktes van rassen of ziektebeelden naar voren kwamen. Voor witziekte zien we vaak het ene of het andere uiterste: een grote gevoeligheid of een tolerantie. André Wauters merkt nog op dat door de klimaatverandering het ‘ramulariaprobleem’ van de jaren ‘90 vervangen is door een ‘cercosporaprobleem’. Zijn advies om dit op te vangen is om te starten met een goede rassenkeuze.
Opleiding
Naast ons gesprek over de gebeurtenissen op het demonstratieplatform, hadden we ook nog enkele vragen voor André Wauters en Heidi Pittomvils van het Bieteninstituut.
LBL: “Is het voor de landbouwer altijd makkelijk om ziekten en plagen te herkennen in het veld?
Bij een vorige verjaardagsviering
Hoe goed hebben de suikerbiettelers de introductie van IPM (Integrated Pest Management) in 2014 verteerd?
Veranderingen
De productiekost van suikerbieten nam dit jaar stevig toe. Hoe kunnen we dit opvangen?
AW: “Gelukkig is er momenteel een goede suiker(biet)prijs. Dat helpt om de gestegen kosten op te vangen. Verder moeten we de inputkosten in het oog houden. Dan denk ik zeker aan gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Proeven leerden ons al dat het bietengewas in vele gewassen met minder kunstmest toe kan en dat dit niet leidt tot opbrengstvermindering. Daarnaast is er ook de techniek van rijenbemesting, een heel efficiënte methode. Helaas is het machinepark in de suikerbietenteelt hiervoor ontoereikend om het op grote schaal te gaan toepassen.
De laatste jaren heeft de bietenteler het moeilijk om bieten met een suikerrijkheid van 18°S te halen. Hoe kunnen we hem hierbij helpen?
Welke uitdagingen ziet u verder op de bietenteelt afkomen?
AW: “De vergelingsziekte en bladluizen zijn een belangrijk item. Toch moeten we merken we dat dit geen exclusief Belgisch probleem is. Ook de ons omringende landen kampen ermee. Dé uitdaging is om snel (niet pas binnen 10 jaar) een oplossing voor die neonics vinden. Het moet wel een praktisch haalbare en efficiënte oplossing zijn. Vermoedelijk is het alternatief niet even makkelijk als de zaadontsmetting van destijds.De uitdagingen voor de bietenteler zijn steeds zeer groot, ook al hebben we vandaag betere prijzen. Al moet de teelt natuurlijk rendabel zijn.Toch zou ik het allemaal niet te negatief willen bekijken. Wij zitten in België in één van de beste Europese regio’s om suikerbieten te telen. Wij hebben dit jaar het geluk gehad dat er voor de droge juli en augustusmaand wat water is gevallen én dat onze bieten daarvan geprofiteerd hebben. In andere buitenlandse regio’s is dit niet het geval geweest. Als we dus spreken van toekomstige uitdagingen, denk dan ook maar aan het waterbeheer.”