
Geen ‘gold plating’
Brouns ging in zijn speech de heikele thema’s niet uit de weg. “De manier waarop voedsel geproduceerd en geconsumeerd wordt, moet passen in wat mogelijk is op onze planeet en moet maximaal in harmonie gebeuren met onze omgeving. Daarbij moeten we zowel naar de impact van landbouwmethodes, als naar de impact van consumentenpatronen durven kijken. Daarbij willen we onze voedselproductie niet zien verhuizen naar regio’s waar we geen zeggenschap hebben over die productievoorwaarden.” Brouns weet dat dit hier in Vlaanderen niet evident zal zijn: “Er staat ons maar één uitdaging te wachten: nog duurzamer en nog performanter zijn.”
De minister is gefrustreerd dat het door de Europese Commissie goedgekeurde Vlaamse gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) struikelt in Vlaanderen. “De uiteenzetting over het GLB van het departement Landbouw en Visserij tijdens de beurs was dus onder voorbehoud. Onze eigen Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) ligt dwars over de passende beoordeling. Ik hoop dat dit geen politiek spelletje is en dat we hier snel tot een oplossing kunnen komen! In het regeerakkoord staat op uitdrukkelijke vraag van de burgemeester van Antwerpen dat Vlaanderen niet aan gold plating gaat doen. Vlaanderen moet dus niet het haantje de voorste spelen en strenger zijn dan Europa. Vermits ons GLB goed is voor Europa, is het goed voor Vlaanderen. Ik hoop dat ook de minister(s) van de N-VA zich op dat vlak aan het regeerakkoord houd(t)en.”
PAS en MAP
In verband met het MAP (mestactieplan) verwees minister Brouns naar de lopende gesprekken tussen de landbouw- en milieuorganisaties. “Ik hoop dat zij samen tot een gedragen oplossing kunnen komen waarbij er rekening wordt gehouden met de waterkwaliteit, maar ook met de agronomische realiteit en de rentabiliteit van de sector.”
Over PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) herhaalde de minister dat de 20.000 bezwaren ernstig moeten genomen worden. “Tot op vandaag heb ik van die verwerking echter nog geen letter gezien. De politieke discussie daarover moet dus nog opstarten. Dat openbaar onderzoek, die procedure, de rechtszekerheid van een definitief kader en de gelijke behandeling van eenieder, dat zijn voor mij geen loze begrippen. Dat zal dan ook de toetssteen zijn op basis waarvan ik de komende weken het gesprek zal aangaan om tot een definitieve PAS te komen. Er is nog veel werk, laat dat duidelijk zijn...”