blijkt beperkt

Toch al een recessie?
Groene melkcijfers voor de Kiwi’s
Er is een kleine correctie voor de melkaanvoer over maart van de EU27. Men molk in de EU27 over maart 0,24% meer in plaats van de eerder vermelde +0,12%.
“In Nieuw-Zeeland blijven het gunstige weersomstandigheden voor de grasgroei en dus ook om goed te melken”, beschrijft Raf Beyers de situatie bij onze tegenvoeters. “Over april melken de Kiwi’s 7,3% meer milksolids dan vorig seizoen. Sinds december melken ze daar met groene cijfers. Het melkseizoen 2022/2023, dat per 31 mei is geëindigd, zal daarmee bijna evenveel melk opleveren dan vorig seizoen. Dit is vooral te danken aan de eindspurt in de tweede seizoenshelft. In Australië melkt men over april 1,7% minder dan vorig jaar. Daarmee komen de Aussies over dit kalenderjaar voorlopig op 3,5% minder melk uit dan vorig jaar.”
In de VS melkt men over april +0,3%, wat naar hun groeinormen een milde melkproductietoename is. In Europa is de melkproductie intussen ruim over het seizoenshoogtepunt heen. De Europese melkproductie daalt nu gestaag naar het dieptepunt, dat normaal in november te verwachten is. Vloeibare zuivel, zoals room en ook spotmelk, spinnen garen bij de dalende Europese melkaanvoer. Aan room wordt – met dit mooie weer –‘getrokken’ door de ijsindustrie. Het gevoel dat de meeste producten over een prijsbodem heen zijn, helpt de prijs van spotmelk bijna 17% vooruit.
Gelijkaardige internationale boternoteringen
De Europese boterprijzen kunnen mee profiteren van de room die nu richting ijsproductie stroomt. Beyers: “Hoewel de meeste kopers hun boter voor kwartaal 3 (Q3) hebben gedekt en hoewel de voorraden boter in Europa nog stevig zouden zijn, krijgt de Europese boterprijs toch ruimte om wat te stijgen. De Europese boterindex ging de voorbije 2 weken gestaag omhoog, naar 4.805 euro/ton in week 23. Het is al van einde maart geleden dat de boterprijs in onze contreien boven 4.800 euro/ton ging. Het zou kunnen dat de botermarkt de komende tijd al richting vakantiemodus zal evolueren, aangezien kopers en verkopers redelijk ver van elkaar liggen in prijs.”
Op de GDT bevestigde boter de prijsstijging van vorige keer (+2,2%) met nu een lichte stijging van 0,5%. Met boter van ongeveer 4.750 euro/ton is de GDT-boter nu bijna even duur dan in Nieuw-Zeeland. De Amerikaanse, Nieuw-Zeelandse en Europese boterprijzen liggen momenteel redelijk dicht bij elkaar. Dit is uitzonderlijk.
China importeert meer SMP
Net als boter is ook de Europese prijs van mageremelkpoeder (SMP, Skimmed Milk Powder) de voorbije 2 weken telkens gestegen. In week 23 bedroeg de SMP-index 2.507 euro/ton. Bij SMP is het in Europa al van half maart geleden dat de prijs nog boven 2.500 euro/ton noteerde.
“De Chinezen hebben dit jaar voorlopig meer honger naar SMP en zuigelingenpoeder dan naar vollemelkpoeder (Whole Milk Powder, WMP). Over april importeerde China maar liefst 45,7% meer SMP, en dit jaar tot april al 19,6% meer. Zuigelingenpoeder ging 30,6% meer over de Chinese toonbank dan vorig jaar en tot en met april dit jaar ging er ook al 38,4% meer richting China. China lijkt daarmee terug bezig met stockopbouw van SMP. WMP daarentegen, het belangrijkste zuivelimportproduct van China, gaat heel zwak met 31,8% minder over april en zelfs -58,1% sinds Nieuwjaar. De Chinezen produceren zelf, met hun toegenomen melkproductie van de laatste jaren, vooral meer WMP. Dat zien we ook aan de laatste GDT waar de WMP-prijs, als enige betekenisvolle product, naar beneden ging met 3%. Voor WMP wordt de wereldwijde vraag als zwak beschreven”, omschrijft Raf Beyers de poedermarkt.
Kaasprijzen
De kaasprijzen, vooral gouda en mozzarella, zijn sinds begin mei beginnen stijgen richting 3.500 euro/ton. Cheddar noteert vast rond 4.000 euro/ton.