Oude rozen zijn meer dan zomaar een stukje levende geschiedenis in de tuin. Door de eeuwen heen hebben ze bewezen bestand te zijn tegen weer en wind. En het feit dat ze nu nog steeds gekweekt worden, zegt veel over hun kwaliteit als tuinplant. Waar nieuwe rozen hun kwaliteiten nog moeten bewijzen, hebben de oude klassiekers reeds lang hun sporen verdiend.
De Alba-roos en zijn mutanten
De originele Alba-roos – alba is Latijn voor wit – was geen echte wilde (botanische soort) roos, maar ontstond waarschijnlijk als een spontane kruising tussen 2 verschillende soorten botanische rozen. Een van de vermoedelijke ouders is Rosa canina, de ook bij ons in de natuur voorkomende hondsroos. Zij injecteerde haar enorme sterkte en winterhardheid in de genen van de Alba-roos.
Deze kleine, maar belangrijke groep binnen de oude rozen, is over het algemeen gesproken te herkennen aan hun lichte, grijsgroene bladeren, aan hun opgaande groei en aan hun mooie, geurige bloemen. Ze gedijen goed op zandgrond en doen het ook nog goed in de halfschaduw. De hoofdkleur is wit, met toetsen roze en crème. De struiken van Alba-rozen worden over het algemeen groter dan die van andere oude rozensoorten, afhankelijk van de grondsoort soms tot 2 m en hoger. Ze bloeien slechts eenmaal per groeiseizoen van mei tot juni/juli, met heerlijk geurende bloemen.
Alba-rozen vragen weinig of geen snoeiwerk. Verjongingssnoei kan gebeuren door na de bloei de oudste, schurende takken tot net boven de grond weg te snoeien. Na de winter kan de struik, indien gewenst, in vorm gesnoeid worden door storende takken bij te knippen.
Rosa Alba ‘Semi-Plena’ Deze roos wordt beschouwd als de oorspronkelijke Alba-roos. Het is, samen met de Gallica-roos, een van de oudste Westerse rozen die men in gestileerde vorm al terugvindt op schilderijen uit de 14e eeuw en die algemeen gekweekt werd in de middeleeuwse abdijtuinen. Alhoewel het geen wilde soort is, treft men ze toch regelmatig verwilderd aan in de natuur.
De bloemen zijn half gevuld en zuiver wit, met eerder kleine bloembladen en donkergele meeldraden. Ze verschijnen in trossen van 3 tot 15 en hebben een frisse, citroenachtige geur. In de herfst draagt de plant scharlaken bottels. De lange, slappe takken met weinig, maar grote stekels, krijgen alleen bovenin bloemen en grijsgroene bladeren. Ze reageren echter goed op forse snoei en maken dan ook dieper in de struik blad en bloem. Het is een sterke, goede groeier, die nog vaak terug te vinden is in oude West-Europese tuinen.
Rosa Alba ‘Maxima’ Een andere naam voor deze roos is the Great White Rose, White Rose of York, Jacobite Rose. Deze rozensoort ontstond waarschijnlijk als mutatie van de vorige en heeft hetzelfde gladde, grijsgroene blad en een stakerige groeiwijze. Ze heeft echter sterk gevulde bloemen, die verschijnen met een roze blos. Daardoor komt de gerimpelde vorm mooi uit. Daarna verkleurt ze al gauw naar crème en wit.
De struik groeit wat breder uit dan de ‘Semi-Plena’, het onderhoud en de snoei zijn gelijklopend. Een extra rijke bloei ontstaat door de scheuten horizontaal te leiden, waardoor over de hele lengte van de anders soms kale takken, overal bloeischeuten ontstaan.
Rosa Alba ‘Suaveolens’ Deze rozensoort wordt in de handel vaak verwisseld met ‘Semi-Plena’, nochtans zijn het 2 heel verschillende rozen. De ‘Suaveolens’ heeft iets grotere bloemen met meer bloemblaadjes. Deze zijn crèmekleurig en verbloeien al snel wit, met slechts een paar helmknoppen zichtbaar in het hart.
Deze roos houdt, wat uiterlijk en groeikracht betreft, het midden tussen beide voorgaande. Ze heeft een prachtig blauwgroen blad, verspreid staande grote stekels en een krachtige, eerder slappe groeiwijze.
De Alba-hybriden
Ondanks het feit dat ‘alba’ verwijst naar wit, zijn niet alle rozen uit deze groep wit, maar varieert de bloemkleur in alle tinten wit en roze. Alle genoemde rozen hebben wel het typisch blauwgroene loof met een lichtgrijze schijn aan de onderkant.
Rosa Alba ‘Minima’. Dit is een ‘recente’ Alba-hybride (1997) met een atypische laagblijvende groeiwijze (hoogte 60 cm – breedte 45 cm). De roos heeft felroze bloemen, die in trossen verschijnen aan de plant, en ongewoon langgerekte bladeren.
Rosa Great Maiden’s Blush Deze roos wordt ook ook ‘Cuisse de Nymphe Emue’ genoemd. Het is een vroege (15e eeuw) en nog steeds een van de mooiste Alba-rozen. De bloemen zijn eerst heel licht rozerood, een kleur die ze goed behouden in een schaduwrijke omgeving. Ze verbloeien echter spoedig wit langs de randen. De bloemblaadjes staan mooi geschikt en de roos heeft een doordringende geur.
De bolvormige of diep komvormige bloemen zitten in kleine trossen – zelden meer dan 5 bij elkaar – en worden gevolgd door grote oranje bottels. De plant heeft een hoge en ranke groeiwijze (tot 1,5 m) en vormt gemakkelijk uitlopers als hij op eigen wortel groeit (gestekte planten).
De naam van deze roos verwijst naar de donkerroze tint van de bloem, een kleur waarvoor men in de 15e eeuw nog geen naam had. Later zou de roos haar naam geven aan deze kleur.
Rosa Köningin van Dänemark Deze roos wordt ook de ‘Queen of Danmark’ genoemd). Het is een 19e-eeuwse Alba-roos die een plaatsje verdient in elke tuin. Deze roos ontstond uit een selectie van zaailingen van de eerdergenoemde Great Maiden’s Blush. De prachtige, platte, vaak in kwartieren gedeelde bloemen hebben enigszins variërende, volle warmroze tinten en verspreiden een sterke, zoete geur. De bloemen staan met 3 tot 9 bij elkaar in trossen, die soms zo zwaar zijn dat de takken onder hun gewicht doorbuigen. De plant is betrekkelijk compact (1,5 x 1,2 m) en sterk gedoornd.
Rosa Félicité Parmentier Deze roos dateert eveneens uit de 19° eeuw. Ze heeft ronde knoppen, die zich ontvouwen tot sierlijke, kleine bloemen, die licht komvormig zijn, die meestal gekwartierd zijn en die soms een groene middenknop hebben.
De bloemen zijn goed gevuld en zijn eerst heel mooi, zacht, bijna doorzichtig roze, om later te verbloeien naar wit. In een latere fase krullen de bloemen om tot een pompon. De bloemen verschijnen zeer talrijk in vrij dichte trossen van 3 tot 9 bloemen. Door zijn compacte groei (1 x 0,9 m) en zijn stijve en opgaande takken is deze roos ook geschikt voor kleinere tuinen.
Andere goede Alba-rozen zijn de witte Rosa Blanche de Belgique, Rosa Céleste, Rosa Belle Amour, Rosa Madame Plantier…
Door het natte en betrekkelijk koelere voorjaar valt de bloei van de rozen iets later dit jaar. Daardoor kunnen we dus wat langer genieten van de spectaculaire bloei van de Alba-rozen.
En onthoud: rozen hebben geen haast om te bloeien. Hun schoonheid vraagt, zoals elk meesterwerk, tijd om tot bloei te komen.
Geert Brantegem