
Buitenbeentje in de economie
Wat is er aan de hand? Daarvoor moeten we kijken naar de fundamenten van de landbouw en de landbouweconomie. Landbouw is een buitenbeentje in onze economie, want het is de enige sector die werkt met levend materiaal. Naast de gewone risico’s kampt de sector bovendien met de wispelturigheden van het weer en het klimaat, en wordt de productie geregeld geteisterd door dier- en plantenziekten. Vaak bederven producten snel en moeten ze vlug verkocht worden.
Het is een kapitaalintensieve sector. Koop maar eens een hectare landbouwgrond in het dichtbevolkte Vlaanderen of Nederland. Ook de machines en de stallen die zijn aangepast aan de huidige duurzaamheids- en kwaliteitseisen, kosten handenvol geld.
Komt daarbij dat landbouwbedrijven micro-ondernemingen zijn in de voedselketen waar grote verwerkende bedrijven en distributiebedrijven de plak zwaaien. Landbouwers hebben onvoldoende marktmacht om zelf de prijzen te bepalen en, bijvoorbeeld, de extra investeringen in milieu, klimaat of dierenwelzijn door te rekenen in hun prijzen.
Kip uit Kiev
De Europese landbouwers opereren tegenwoordig in een geglobaliseerde vrije markt waarin ze moeten optornen tegen de invoer van producten die niet altijd aan dezelfde kwaliteits- of duurzaamheidseisen voldoen. Denk aan de eieren en het kippenvlees dat we invoeren uit Oekraïne.
Precies omdat landbouw zo risicovol is, nemen andere spelers in de voedselketen die schakel niet over. Zo zien we onze grote groente- en aardappelverwerkers zelf de productie niet in handen nemen. “De landbouwproductie is te kapitaalintensief en te risicovol om er ons zelf aan te wagen”, zegt een van de CEO’s.
Landbouwers nemen die risico’s gelukkig wel, vaak eerder vanuit hun passie dan uit rationele overwegingen. Vroeger waren de overheden en de bevolking zich meer bewust van de risico’s die het boerenbedrijf in