organisaties om de deadline om grasland te bemesten te verlengen. Die liep op
14 augustus af.

VLM besloot op 12 augustus om niet in te gaan op deze vraag. Een versoepeling van het mestbeleid zou moeilijk liggen, nu Vlaanderen voor het Europese Hof van Justitie gedaagd wordt omwille van haar mestbeleid en de slechte waterkwaliteit.
Daarnaast achten ze het voldoende dat mest van type 1 (stalmest en traagwerkende meststoffen) en van type 3 (kunstmest en effluent) wel nog toegelaten wordt tot het einde van de maand. Vooral de impact van effluent op het milieu en op de waterkwaliteit zou volgens VLM beperkt blijven.
Tot slot stelt VLM dat er niet per se veel minder mest uitgereden is in vergelijking met 2023 (1,6% minder). Landbouwers konden pas later starten door de weersomstandigheden, maar in juni en juli vond er volgens een intern document van VLM nog een inhaalbeweging plaats. De bekkens bij mestverwerkers zouden momenteel ook niet te vol zitten om nog nieuwe mest te kunnen opvangen, zegt de VLM op basis van hun eigen waarnemingen.
De VLM legde ook een wetenschappelijk advies naast zich neer dat op vraag van de landbouworganisaties opgesteld was. Dat advies concludeert dat bij uitzonderlijk natte bodems overwogen kan worden om het uitrijden van mengmest op grasland tot 2 weken langer toe te laten. Zo moet structuurschade aan de bodem vermeden worden, maar volgens VLM was er de voorbije weken geen sprake van een verhoogd risico op structuurschade.
Landbouworganisaties teleurgesteld
Wulfrancke betreurt dat de VLM niet is ingegaan op de vraag om de deadline uit te stellen. “We zijn weer een stap verder van een klimaatrobuust en circulair landbouwsysteem af. Veehouders worden nu verplicht om op ongunstige periodes mest uit te rijden, terwijl het gewoonweg beter is om dat 1 of 2 weken later te doen.” Milieukundig zou dit volgens Wulfrancke niet voor problemen zorgen. “Stikstof uit organische mest is immers minder gevoelig voor uitspoeling dan die uit kunstmest, en door het langere groeiseizoen is opname verzekerd.”
Ook Boerenbond begrijpt deze beslissing niet. “Landbouwers zouden 2 weken langer de tijd moeten krijgen om onder optimale bodemcondities de laatste dierlijke mest op grasland aan te brengen. Dit zou naar verwachting geen negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit. De Mestbank beroept zich op de recente Europese veroordeling van Vlaanderen omwille van ongunstige waterkwaliteit, waardoor er geen enkele mogelijkheid tot versoepeling is. Als antwoord op die Europese Veroordeling had MAP 7 al lang moeten goedgekeurd zijn, nu zijn de boeren en de bodem het slachtoffer”, aldus Boerenbond-voorzitter Lode Ceyssens.