Wie is mestverwerkingsplichtig?
Landbouwers zijn basisverwerkingsplichtig als ze meer dan 5.000 kg stikstof uit dierlijke mest produceren die ze niet zelf kwijt kunnen op eigen gronden. Het stikstofoverschot wordt bepaald door de totale stikstofproductie op te tellen en door de afzetmogelijkheid op eigen of gepachte gronden ervan af te trekken.
Hoeveel mest je als verwerkingsplichtige landbouwer moet verwerken, varieert per gemeente. Gemeenten met een hoge productiedruk vragen om meer te verwerken. Dat percentage wordt ook vermeerderd met 0,6% per extra schijf van 1.000 kg netto stikstofoverschot. Een landbouwer moet ook mest verwerken als hij in het verleden aan bedrijfs-ontwikkeling na mestverwerking deed of als hij nutriëntenemissierechten overnam mits mestverwerking. Daarvoor gelden echter specifieke regels.
Waarom certificaten overgedragen?
Als landbouwer ben je eigenaar van je certificaten en kan je kiezen wat je ermee wil doen: verkopen, opsparen of ze inzetten om aan de mestverwerkingsplicht te voldoen. Per kalenderjaar zijn er namelijk mestverwerkingscertificaten nodig om te bewijzen dat je aan je plicht van een bepaald jaar voldaan hebt. Soms moet je zelf een tijdje wachten tot de mest effectief verwerkt is en tot je de ontbrekende certificaten ontvangt van je verwerker. Daar-om is er gekozen voor een ruime deadline: om te voldoen aan je mestverwerkingsplicht van 2022, moet je voor 30 september 2024 de certificaten overgedragen hebben naar de juiste rekening. Na 30 september riskeer je een boete van 2 euro per ontbrekend certificaat.
Certificaten overkopen
Landbouwers die te weinig mest verwerken, kunnen certificaten overkopen van andere landbouwers, mestverzamelpunten of -verwerkingseenheden. De prijs wordt onderling afgesproken. Let wel: de certificaten zijn altijd gekoppeld aan een bepaald jaar. Je kan certificaten van 2023 dus alleen maar gebruiken om te voldoen aan de basisplicht van 2023 of 2022.