resistentie:
de stille pandemie

Antibiotica verdwijnen
De situatie is eveneens verontrustend in de diergeneeskunde. “Bij Amcra moeten we soms onze richtlijnen aanpassen en bepaalde antibiotica lager op de keuzelijst zetten, omdat ze minder effectief worden.” Dat is zorgwekkend voor de gezondheid en het welzijn van dieren, maar heeft ook economische gevolgen voor veehouders. Zij verliezen dieren, krijgen te maken met verminderde productiviteit…
Zo is er volgens het Belmap 2023-rapport (One Health Report on the Antimicrobial use and Resistance in Belgium) een stijging waargenomen in resistentie aan benzylpenicilline bij 2 pathogenen van varkens: Pasteurella multocida – dat bij varkens atrofische rinitis veroorzaakt – en Actinobacillus pleuropneumoniae – een belangrijke oorzaak van pleuropneumonie.
“Dit zou het gebruik van benzylpenicilline als eerste keuze antibioticum voor de behandeling van pleuropneumonie veroorzaakt door A. pleuropneumoniae in gevaar kunnen brengen”, aldus Dal Pozzo. “De resistentie tegen trimethoprim-sulfonamide en florfenicol, ook beide eerste keuzes antibiotica, is nog laag of zeer laag, waardoor ze beide acceptabele alternatieven zijn voor benzylpenicilline. Er zijn dus gelukkig nog andere eerstelijnsantibiotica waartegen resistentie laag is, maar het arsenaal aan werkbare middelen vermindert op die manier wel.
Dit onderstreept het belang van rationeel antibioticagebruik. We moeten duurzaam gebruik promoten voor de middelen die we hebben, om infecties bij dieren te blijven bestrijden.” Dal Pozzo heeft echter ook goed nieuws: door gebruik van antibiotica te verminderen, kan ook de resistentie ertegen verminderen. De situatie is dus omkeerbaar.
Daling antibioticagebruik stagneert
Toekomstplannen
In juni publiceerde Amcra Visie 2030, een nieuw plan om verstandig antibioticagebruik in de diersector in de toekomst verder te promoten. “Er zijn niet alleen nieuwe reductiedoelstellingen in opgenomen, maar ook acties in uitgewerkt die de sleutel zijn voor het verderzetten van een daling in antibioticagebruik de komende jaren”, duidt Dal Pozzo.
De toegang tot data en het gebruik van de benchmarkrapporten door veehouders moet bijvoorbeeld gestimuleerd worden. Verder moeten ook de controles op het gebruik van antibiotica verbeteren. “Niet om veehouders te straffen, maar om ervoor te zorgen dat de registratie van het gebruik correct gebeurt. Daarbij hoort ook dat veehouders die goed bezig zijn, meer erkenning verdienen.”
In de Visie 2030 van Amcra blijft het inzetten op dierziektepreventie om het gebruik van antibiotica te voorkomen een centraal actiepunt, net als het sensibiliseren en informeren van veehouders. “Daar is een belangrijke rol weggelegd voor andere actoren in het veld, zoals de universiteiten en DGZ”, stelt Dal Pozzo.
DGZ verzorgt inderdaad een aantal projecten om duurzaam antibioticagebruik bij veehouders te ondersteunen en aan te moedigen, zoals FarmFit, AB Coaching en het PneumoNEE-project. “De belangrijkste doelstelling van dat project was de omschakeling van groepsbehandeling naar individuele behandeling op maat van de ziekteverwekker en het individuele dier”, aldus DGZ. “Daarnaast werd volop ingezet op een haalbare implementatie van de snelscan longechografie in de praktijk. Dankzij deze techniek kunnen
Overheden nemen momenteel ook stappen om, samen met betrokken partners, een nieuw Antibioticaconvenant en een nieuw One Health Nationaal Actieplan tegen antibioticaresistentie uit te werken. “Het nieuwe Actieplan – waar dier, mens en milieu in samenkomen – is een werk van lange adem. Er zijn veel neuzen om in dezelfde richting te krijgen”, besluit Dal Pozzo.