Startpagina Bedrijfsnieuws

FMC ziet Safari DuoActive als basis van de nieuwe FAR

Vorig jaar tierde melganzenvoet welig op meerdere bietenpercelen. Ook andere onkruiden kunnen echter steeds moeilijker bestreden worden,aangezien het aantal beschikbare middelen in de bietenteelt de laatste jaren steil achteruitgaat. FMC stelt dat door Safari DuoActive in de FAR-behandelingen te integreren, de landbouwer zich geruster kan voelen en een goed rendement wordt gegarandeerd.

Leestijd : 5 min

D e wereld voor de suikerbietenteler verandert constant en wordt steeds moeilijker. Het aantal onkruidbestrijdingsmiddelen wordt zienderogen kleiner. 2020 was voor desmedifam het laatste jaar, en in 2021 zullen ook chloridazon (bijvoorbeeld in Fiesta of Pyramin) en Avadex verdwijnen. Bovendien staan er op de dosis van fenmedifam en ethofumesaat beperkingen. Technisch manager bij FMC Yves Decroos: “Door de komst van gewasbescherming en moderne landbouwtechnieken werd het probleem van hongersnood in West-Europa in de 20e eeuw opgelost. Door gewasbescherming kunnen heel wat problemen in het veld worden opgelost. Echter, het aantal middelen daalt enorm. In 1993 hadden we in Europa bijna 1.000 actieve stoffen, en in 2020 is dat nog maar de helft.”

Het wegvallen van middelen begint zich dan ook te tonen in de percelen. In zowat alle percelen zijn melganzenvoetplanten te vinden en een tiental jaar geleden is metamitron resistente melganzenvoet opgedoken. “Vooral in voorjaarsteelten was er afgelopen jaar echt een probleem met melganzenvoet, en dat onder andere in aardappelen en bieten. Doe je daar niets aan, schiet de melganzenvoet in zaad en is er enorme verspreiding. Melganzenvoeten in je perceel zorgt bovendien voor een enorme daling van de bietenopbrengst: gemiddeld kost 1 melganzenvoet zo’n 4 ton opbrengst”, klinkt het. “Dat dan 20% van de gebruikte bietenproducten wegvalt, maakt het niet gemakkelijker. Daar is een goed alternatief voor nodig.” FMC schuift daarom Safari DuoActive naar voren als elementair onderdeel van de FAR.

Safari DuoActive

Het product van FMC is niet helemaal nieuw op de markt. Safari DuoActive werd erkend op 14 januari in 2019. “In Frankrijk is het product voor het derde jaar op de markt, in België slechts 2 jaar. Vorig jaar was het voor Safari DuoActive een testjaar en premarketingjaar waarbij zowel landbouwers als voorlichters het product uitprobeerden. Die zijn nu overtuigd en zetten het dit jaar in”, vertelt Decroos. Het is een WG-formulering, wat betekent dat het als granulaat wordt verkocht. De actieve stoffen zijn triflusulfuron-methyl 71g/kg en lenacil 714 g/kg. Het kan gebruikt worden in zowel de suiker- en voederbietenteelt in een maximum dosis van 630 g/ha. Het mag 3 keer worden toegepast met een maximum aan 210 g/ha. Decroos raadt deze maximumdosis echter af: “210 g per hectare is echt veel en zullen we enkel adviseren bij specifieke problemen. 100 tot 150 g per ha zal eerder de norm zijn per toepassing.”

Safari DuoActive zal nu eerder in de FAR in bieten worden aangeraden dan Safari. Safari bevat slechts één actieve stof: triflusulfuron-methyl 500 g/kg. In Duitse proeven waarbij de werking van het product alleen werd getest – dus Safari versus Safari DuoActive – werd de meerwaarde tegen verschillende onkruiden duidelijk. Uitstaande melde, duivenkervel, kleefkruid, varkensgras, zwaluwtong en zwarte nachtschade worden beter bestreden met Safari DuoActive. “Ook tegen melganzenvoet is er een betere werking met Safari DuoActive, maar de andere partners in het FAR-systeem zijn nodig voor een 100% werking.”

Het wegvallen van middelen begint zich te tonen in de percelen.
Het wegvallen van middelen begint zich te tonen in de percelen. - Foto: FMC

Bewezen werking in FAR

In Frankrijk wordt Safari DuoActive al langer toegepast in de FAR-behandelingen. Ten opzichte van de traditionele FAR is de efficiëntie daar al bewezen tegen koolzaad, varkensgras, hondspeterselie, kamille en bingelkruid. Dit is goed want dit zijn allemaal lastige onkruiden. Safari DuoActive kan met de courante bietenherbiciden en luizenmiddelen gecombineerd worden. Qua toepassingsmomenten, doseringen en mengingen zijn er kleine verschillen met de adviezen in Frankrijk. In België starten we bijvoorbeeld iets later met Centium in na-opkomst.”

Waarom Safari DuoActive het goed doet in het FAR-systeem bleek bovendien uit een Duitse publicatie, waarin werd aangetoond dat het FMC-product de opname van de partners in de FAR verbetert. Decroos: “Fenmedifam en ethofumesaat, in de middelen Betanal en Tramat, werden door de aanwezigheid van lenacil duidelijk beter opgenomen door de onkruiden waardoor het FAR-systeem efficiënter is.”

In België bewees het Bieteninstituut in verschillende proeven de goede werking van Safari DuoActive. In een pottenproef in samenwerking met Universiteit Gent bleek de werking van Safari DuoActive op metamitron resistente uitstaande melde de beste te zijn, zelfs beter dan met desmedifam. Op het proefplatform van de Vlaamse gemeenschap in Huldenberg zag het Bieteninstituut in 2019 bovendien het vele bingelkruid op de percelen goed bestreden. “Met een klassieke FAR werd het bingelkruid voor 88% betreden, maar met de toevoeging van Safari DuoActive aan de FAR steeg de bestrijding naar meer dan 99%.”

Alle mengingen mogelijk

Safari DuoActive is breed inzetbaar en kan gecombineerd worden met alle courante herbiciden. Om deze reden kan het ook goed geïmplementeerd worden in het FAR-systeem. “Uit proeven van het Bieteninstituut bleek dat het klassieke FAR-systeem nog het beste doet in vergelijking met mechanische onkruidbestrijding. Dus een klassieke FAR aanvullen met Safari DuoActive lijkt me aangewezen”, aldus Decroos.

Ook menging met andere middelen is geen probleem. Om het probleem rond de virusoverdracht door bladluizen aan te pakken, kunnen sommigen nog neonics als zaadbehandeling inzetten. “De meeste andere landbouwers moeten terugvallen op Teppeki of Movento. En deze middelen kunnen ook perfect gecombineerd worden met ons adviesschema.”

Adviesschema

FMC heeft daarom een volledig adviesschema uitgewerkt, startende kort na de zaai van de bieten. Dat schema begint met Centium 50 – 75 ml, 1 à 2 dagen na zaai, wat belangrijk is voor de goede selectiviteit. “Dus niet te lang wachten met de klassieke vooropkomst. Bovendien is de dosering lager dan in het verleden. We werkten 10 jaar geleden nog met een dosis van 150 ml, maar dat werkte soms te hard.” Centium moet ook nog ingezet worden in naopkomst, om de moeilijke onkruiden zoals hondspeterselie, melganzenvoet, bingelkruid weg te houden.

De eerste FAR-toepassing gebeurt in het kiemlobstadium met Betanal, Tramat, Goltix en natuurlijk Safari DuoActive. “We raden 100 g aan voor het overgrote deel van de gronden, van lichte leem tot zware leemgrond. In de polders raden we 150 g aan”, geeft Decroos mee. Voor de tweede FAR-behandeling wordt Betanal, Tramat, Goltix en Safari DuoActive 150 g aangeraden Is de opkomst onregelmatig en zijn er nog veel bieten in kiemlob – zoals vaak het geval vorig jaar – dan kiest de landbouwer een dosis van 100 g bij leemgrond en 150 g in de polders. De derde FAR-behandeling is identiek als de tweede. Echter, als je extra contact- en bodemwerking wil, kan je Centium toevoegen. Daarvoor moet je wel wachten tot de bieten 4 bladeren hebben. Decroos adviseert wel: “Kies je voor een combinatie van Centium en Safari DuoActive, dan beperk je de dosis ethofumesaat (in Tramat) tot 100 g om de witverkleuring van de bladeren aanvaardbaar te houden. Witverkleuring heeft geen effect op de opbrengst, maar nog niet iedereen is ermee vertrouwd. In deze combinatie is het trouwens mogelijk om zonder metamitron te werken.” Als het gewas voor 70-80% toegegroeid is, dan gebruikt men best Frontier Elite en Centium als afspuitschema voor een goede bodemwerking en nawerking.

Marlies Vleugels

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken