Onder de EU-lidstaten waren de landen met het grootste aandeel biologische oppervlakte in 2019 Oostenrijk (25,3% van de totale oppervlakte cultuurgrond), Estland (22,3%) en Zweden (20,4%), gevolgd door Tsjechië en Italië (beide 15,2%), Letland (14,8%) en Finland (13,5%).
In alle overige EU-lidstaten lag het aandeel biologische landbouwgrond op 11% of lager, waarbij de kleinste percentages werden waargenomen in Nederland (3,7%), Polen (3,5%), Roemenië (2,9%), Bulgarije (2,3%), Ierland (1,6%) en Malta (0,5%). België had in 2019 een biologisch landbouwareaal van 6,9 %.