Startpagina Economie

Interview met brexitexpert bij VLAM Ward Verberck: “We zullen de bedrijven wapenen met een goede voorbereiding”

Sinds 1 januari vervoegde Ward Verberck het team van VLAM. Zijn taak? Brexitbegeleider. Hij zal bedrijven en federaties in het netwerk van VLAM begeleiden en adviseren wat betreft export naar het Verenigd Koninkrijk. “Voorlopig is de impact van de brexit nog klein, maar we kunnen de bedrijven maar beter voorbereiden op een mogelijk negatieve impact.”

Leestijd : 6 min

Dat Ward Verberck de juiste man op de juiste plaats is, daar is het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) van overtuigd. Sinds januari is hij werkzaam voor de organisatie: “Ward heeft 35 jaar ervaring in de vershandel. Hij is opgegroeid tussen de groenten en het fruit en heeft een grote passie voor food. Vanuit zijn jarenlange carrière in de internationale handel van voeding heeft Ward de nodige inzichten in import, export, logistiek, douaneformaliteiten én expertise in groothandel en retail. Hiermee heeft hij alvast de juiste bagage om de exporteurs van VLAM maximaal te ondersteunen na de brexit.”

Sinds januari is Ward Verberck werkzaam voor VLAM als brexitexpert.
Sinds januari is Ward Verberck werkzaam voor VLAM als brexitexpert. - Foto: VLAM

De brexit is nog maar net achter de rug, dus Ward is momenteel druk bezet. Landbouwleven kon hem toch strikken voor een interview en zijn visie postbrexit.

Wat kan je nu al zeggen over de impact van brexit?

WV: “Voorlopig zien we geen mindere verkoop dan voor brexit. Maar de brexit is nog maar net achter de rug, dus de impact is voorlopig klein. Er zijn wel wat incidenten geweest met vrachtwagens waarvan de documentatie nog niet in orde was, maar algemeen genomen loopt het goed. Er vertrokken ook nog heel wat goederen voor Nieuwjaar naar Engeland.”

En qua export en import van en naar België?

In de cijfers kan je zien dat de export naar het Verenigd Koninkrijk (VK) erg belangrijk is, zeker als het gaat om landbouwproducten. Voor voeding is het namelijk het vierde belangrijkste exportland voor België. Voor levende dieren is het minder belangrijk, maar voor alles wat verwerkt is, echter wel. Zeker voor varkens en gevogelte, minder voor rund. Er is ook charcuterie en zuivel dat naar daar gaat; mozzarella en smeltkaas zijn belangrijke markten. Daarnaast zien we groente en fruit, sierteelt en zaaizaad naar daar vertrekken. Wat betreft import is visserij belangrijk, want we vissen wel wat in Britse wateren.

Wordt er nagedacht om een gedeelte van onze export naar de VK naar andere landen te exporteren?

Daar wordt zeker over nagedacht. Wat organisaties zoals Fevia en FIT meegeven, is dat we moeten leren uit deze situatie. We kunnen sowieso kijken hoe onze markt te vergroten door nieuwe afzet in andere landen te bestuderen. Dit moeten we doen om het risico te spreiden, moesten er negatieve effecten uit de brexit voortvloeien. Ook in die zin wordt er aan bedrijven gevraagd eens rond te kijken naar een ander derde land, in functie van het product.

Heb je een idee hoe de markt zal reageren op de brexit?

De prijzen in Engeland zullen waarschijnlijk wat stijgen door de bijkomende kosten. Over de gevolgen hier is het te vroeg om er iets over te zeggen. Ik zie momenteel niet onmiddellijk een reden waarom de prijzen zullen veranderen. Er speelt enkel vraag en aanbod. Wat wel een effect op de prijzen heeft, is de coronacrisis. Doordat de horeca stilligt, verlagen de prijzen van sommige producten. Dat zie je in de visserij, maar ook in de vleessector omdat er afzet wegvalt.

Hoe zal de handel in de toekomst zijn?

Voorlopig is die nog hetzelfde als voor de brexit. De impact kunnen we nu moeilijk inschatten. Er zijn een aantal bijkomende zaken die we moeten regelen aangezien het VK een derde land is. Er moeten douanepapieren worden opgemaakt, alsook fytosanitaire papieren. Bedrijven moeten in regel zijn met de wetgeving van het VK. Door de brexit heeft het VK een aantal eigen regels opgesteld, en dat heeft een impact op verschillende sectoren. In de sierteelt bijvoorbeeld, worden nu eisen gesteld, waaronder fytosanitaire eisen, die ervoor niet van toepassing waren.

Tussen 24 december en 1 januari moesten al heel wat bedrijven zich aanpassen en voorbereiden op de nieuwe regels om toch te kunnen exporteren.

Kunnen bedrijven zich zo gemakkelijk aanpassen?

Ja, bedrijven passen zich vrij snel aan. Het is een beetje een zoektocht voor de meesten omdat je aan een aantal vereisten moet voldoen om te kunnen exporteren. Dat moest in snel tempo gebeuren. We spreken hier over de kleinere bedrijven, aangezien de grotere bedrijven al exporteerden naar derde landen zoals China of Zuid-Amerika. Die hadden dat in de vingers en waren voorbereid.

Er is ook heel veel voorbereiding gebeurd door alle partners, zoals FAVV, Boerenbond, de douane en FOD Economie. Zij hebben zo veel mogelijk informatie vrijgemaakt zodat bedrijven zich zo goed mogelijk konden voorbereiden. Maar omdat we in december nog niet wisten of het een 'hard brexit' of 'soft brexit' werd, keken veel kleinere bedrijven de kat uit de boom en beslisten pas later om verder te gaan. Dat creëert moeilijkheden: de Europese kant moet immers worden afgestemd op de Engelse voor je aan export kan doen.

Wat is je taak bij VLAM?

Mijn taak bestaat erin bedrijven te ondersteunen in de moeilijkheden die zij ondervinden met de brexit en ze wegwijs te maken in de nieuwe administratie en formaliteiten. Samen bekijken we hoe ze zich zo snel mogelijk kunnen aanpassen. Een tweede taak bestaat erin om in de nabije toekomst te bekijken hoe we een aantal problemen structureel kunnen oplossen. Want nu gebeurt dat vaak ad hoc. In een derde fase kunnen we bekijken wat de extra mogelijkheden zijn voor de bedrijven, aangezien België een unieke positie heeft ten opzichte van het VK, om het marktaandeel te vergroten. Last but not least is het verdrag gemaakt op 24 december. Dat verdrag is geen vaststaand feit en zal nog evolueren, zeker aan de kant van het VK. We moeten de situatie goed opvolgen zodat we de bedrijven kunnen informeren en dus reageren als er dingen veranderen die ten nadele zijn voor de bedrijven. Maar er kunnen natuurlijk ook dingen veranderen die ten voordele zijn van de bedrijven.

Over welke bedrijven heb je het dan?

Mijn taak gaat vooral naar de primaire sector: producenten die exporteren of exporteurs die primaire goederen exporteren. Fevia houdt zich bezig met de voedingsindustrie, waaronder verwerkte producten. FIT houdt zich dan nog bezig met andere sectoren zoals chemie en auto. De problematiek is voor elke sector anders. Er zijn 3 fases opgesteld voor de verandering in douaneformaliteiten en fytosanitaire formaliteiten. In de eerste fase pakten we de 'hazardous goods' aan; dat zijn de levende dieren en hoog risico plantaardige producten. In de tweede fase (tegen 1 april) pakken we vlees, groenten en fruit aan, en in de derde fase (tegen 1 juni) moeten alle andere producten aan die regels voldoen. Tot nu heb ik vooral gesproken met producenten en belangenvereniging van de sierteelt, die op korte termijn moesten voldoen aan die eisen. Ik doe echter wel een oproep naar verschillende belangenorganisaties en bedrijven om zich zo goed mogelijk te informeren, zodat we de impact zo laag mogelijk kunnen houden.

Zullen andere landen meer impact hebben van de brexit?

Op dit moment is er weinig verschil qua impact tussen de landen van de EU. Ze worden allen getroffen door dezelfde veranderingen en moeten zich allemaal aanpassen. In toekomst zie ik opportuniteiten voor Vlaanderen vanwege zijn unieke ligging ten opzichte van het VK. In deze nieuwe werkelijkheid hebben wij door de mix van onze producten, de nabijheid en de flexibiliteit in vergelijking met andere landen voordeel. Laat ons dat voordeel gebruiken.

Marlies Vleugels

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken