Startpagina Actueel

220 KLJ’s vertrekken deze zomer op kamp

Deze zomer gaan er maar liefst 220 KLJ-afdelingen op kamp. Daarmee bezorgen ze duizenden kinderen en jongeren een ontspannende vakantie. Sommige afdelingen overnachten zelfs bij een boer en gaan daarmee terug naar hun landelijke roots.

Leestijd : 2 min

Vanaf 1 juli vertrekken er traditiegetrouw duizenden jongeren op kamp met een jeugdbeweging of jongerenorganisatie. Ook bij de Katholieke Landelijke Jeugd (KLJ) gaan er, verspreid over juli en augustus, maar liefst 220 lokale afdelingen op kamp. “Die kampen heb je in alle soorten en maten”, vertelt Lot De Kimpe, nationaal voorzitter van KLJ. “Zo gaan er 106 afdelingen op kamp in een gebouw, 24 gaan op tentenkamp en 90 afdelingen kiezen voor een combinatie van tenten en gebouwen. Vaak overnachten de oudere leeftijdsgroepen dan in de tenten en de kleintjes in de gebouwen.”

Op kamp bij een boer

Sommige KLJ-afdelingen gaan ook op kamp bij een boer. “Twee jaar geleden moesten jeugdbewegingen last-minute op zoek naar een nieuwe kampplaats. Dat kwam door de varkenspest in sommige delen van Wallonië. Ook vorig jaar was er door de coronacrisis een grotere vraag naar nieuwe kampplaatsen”, vertelt De Kimpe. “Enkele landbouwers sprongen toen op de kar en stelden hun velden ter beschikking van de jeugdbewegingen. We zien nu dat enkele boeren structureel hun weides aanbieden en daar zijn wij enorm dankbaar voor.”

Waar het kamp ook plaatsvindt, alle kampen moeten toch nog rekening houden met enkele coronamaatregelen. Zo moeten de groepen bijvoorbeeld opgedeeld worden in bubbels van maximaal 100 personen. “Onze KLJ-afdelingen zijn goed voorbereid en geïnformeerd”, zegt De Kimpe. “We zien dat ze enorm veel zin hebben in de kampen, want het aantal kampen is even hoog als het aantal van voor de coronacrisis.”

Lieven Vancoillie-KLJ

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken