Startpagina Actueel

De biologische landbouwproductie in Vlaanderen stijgt verder, maar totaal areaal blijft wel beperkt

Hoewel het aantal bioboeren en het biologisch areaal in 2020 met ruim 5% is gestegen, beslaat dat areaal in Vlaanderen nog maar 1,5% van de totale Vlaamse landbouwoppervlakte. Bio zit in de lift, maar de weg is nog (heel) lang. In het coronajaar 2020 hebben de Vlamingen ook wel ruim 14% meer bio gekocht.

Leestijd : 5 min

Het jaarlijkse biorapport van het Departement Landbouw & Visserij, dat Vlaams landbouwminister Hilde Crevits voorstelde op het bio-praktijkcentrum van Inagro in Beitem (Roeselare), bevat een schat aan informatie over de groeiende biosector in Vlaanderen.

“We werken vol ambitie aan een sterkere biosector. Ook in het nieuwe GLB-beleid krijgt de biologische landbouw de komende jaren een duidelijke plaats”, zegt Vlaams minister Hilde Crevits.

593 landbouwbedrijven

En die aandacht is meer dan broodnodig om verder door te groeien naar de hoge ambities die onder meer Europa stelt.

Eind 2020 stonden in Vlaanderen 593 landbouwbedrijven onder controle voor biologische productie.

Dat is een stijging met 6 % ten opzichte van 2019.

Er zijn 55 nieuwkomers, maar ook 27 biobedrijven hebben hun bioproductie in de loop van 2020 stopgezet.

Meer dan 40 % van de nieuwe aanmeldingen specialiseert zich voor bioproductie in akkerbouw, 18 % in groenteteelt (in openlucht en onder glas) en 11 % in fruitteelt. 5 % van de nieuwkomers concentreert zich op dierlijke bioproductie.

Twee derde van de 593 biolandbouwbedrijven die in 2020 actief waren, opereert volledig biologisch.

Bij een derde onder hen zijn er dus nog gangbare activiteiten op het bedrijf.

Van de nieuwkomers: 47 % werkt puur biologisch, 53 % heeft ook nog gangbare teelten.

Verschillen per provincie

Niet verwonderlijk (als grootste landbouwprovincie) dat het grootst aantal biologische landbouwbedrijven zich in West-Vlaanderen bevindt.

Verleden jaar tekende Vlaams-Brabant voor het meest aantal nieuwe aanmeldingen.

Met een nettogroei van 7 % vertoont Oost-Vlaanderen wel de sterkte toename in aantal bioboeren.

Het aandeel biologische landbouwbedrijven in het totale aantal landbouwbedrijven is met 4 % het hoogst in Vlaams-Brabant en met nauwelijks 2 % het laagst in de kustprovincie.

Het aandeel biolandbouwers voor heel Vlaanderen bedraagt 2,5 %.

Profiel van de bioboer

Iets minder dan de helft van de biolandbouwbedrijven in Vlaanderen zijn bedrijven met beperkte biologische bedrijfsarealen: ze bewerken maxiaal 5 ha bio-oppervlakte. Samen beschikken deze bedrijven over slechts 6 % van het totale Vlaamse biologisch areaal.

Het merendeel van deze landbouwers met kleine bioarealen concentreert zich op tuinbouw.

Anderzijds merken we dat 8 % van de Vlaamse bioproducenten meer dan 50 ha biopercelen bewerkt.

Deze 46 grootste bioproducenten, waarvan eveneens twee derde enkel biolandbouw beoefent, hebben samen ongeveer 45 % van het totale Vlaamse biologisch areaal in gebruik.

Meer dan twee derde van deze landbouwers is actief in de dierlijke productie.

De grootste biologische bedrijfsarealen vinden we in Limburg (gemiddeld 20 ha biopercelen per bedrijf), de kleinste biologische bedrijfsoppervlaktes liggen in Vlaams-Brabant (gemiddeld net geen 14 ha).

1,5 % totaal areaal

Dat bio verder groeit staat vast, maar het aandeel is (volgens StatBel, 2019) nog maar 1,5 % van het totale landbouwareaal. Eind 2020 bedroeg de totale bio-oppervlakte in Vlaanderen 9.124 ha, of 5 % meer in vergelijking met 2019.

West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant zijn de provincies met de sterkste toename in bio-oppervlakte (+14 %).

In Antwerpen is dan weer een opvallende daling (-16 %), als gevolg van onder meer een stopzetting van een melkveebedrijf en de afbouw van de activiteiten van een bedrijf met graasdieren.

Ter vergelijking: in Wallonië bedraagt het bio-areaal 11,5 % van het totale Waalse landbouwareaal. Wat het gemiddeld cijfer van bio in België op 6,85 % brengt.

Door de coronacrisis is 2020 een atypisch jaar. Vraag is dan ook of bepaalde evoluties zich in 2021 verder zullen doorzetten, of net niet. We moesten met ons allen in ons kot blijven en zelf ons potje koken. Dat leidde tot een verhoging van de globale voedingsbestedingen in de retail met 12 %.

35 euro per Vlaming

De totale biobesteding in Vlaanderen groeide met 14 % tot 350 miljoen euro. Het marktaandeel bleef wel stabiel op 2,2 %. De aankoop in Vlaanderen van biologische versproducten nam toe tot 229 miljoen euro, wat eveneens een stijging is met 14 %. Belangrijke groeiers zijn onder meer eieren en vis. In de voorbije 10 jaar is de aankoop van verse bioproducten bij ons verdubbeld. Maar het marktaandeel van biologische verse voeding stabiliseert op 2,6 %. De biobesteding aan verse voeding en dranken per Vlaming bedraagt 35 euro, wat een stijging met 12 % is.

9 op de 10 Vlaamse consumenten kopen op jaarbasis minstens één keer een vers bioproduct. Het gaat dan vooral om biogroenten. Op de tweede plaats komt fruit en op de derde plaats zuivel. In Wallonië liggen die cijfers ook hoger. Vlaanderen heeft dus zowel in absolute als in relatieve cijfers een duidelijke achterstand op Wallonië wat bestedingen aan biologische producten betreft.

De biobestedingen aan versproducten in Vlaanderen bestaan voor 42 % uit aardappelen, groenten en fruit. Het zuivelaandeel heeft bij de biobestedingen wat terrein verloren tegenover vorig jaar en schommelt nu zowel bij bio als in het gangbare segment rond de 20 %. Uit onderzoek van GfK Belgium voor VLAM blijkt dat biologische versproducten in 2020 gemiddeld 45 % duurder waren dan hun gangbare variant. In 2019 was dat gemiddeld nog 40 %.

Dubbel zo duur

Er zijn wel grote verschillen tussen de producten. Zo is een bio-ei dubbel zo duur dan een gangbaar scharrelei. Voor een biobraadkip betaalden we in 2020 70 % meer dan voor een gangbare braadkip, in 2019 was een bio-braadkip slechts de helft duurder. Ook voor aardappelen is de prijskloof in het coronajaar 2020 verder vergroot.

Verder blijft uit cijfers van VLAM dat het vooral mensen zijn met een hoger inkomen die bioproducten kopen: gezinnen met kinderen en gepensioneerden. Samen zijn zij verantwoordelijk voor ruim de helft van de biobestedingen, terwijl zij 39 % van de bevolking uitmaken. Tegelijk is de vaststelling dat gezinnen met kinderen met een beperkter inkomen ook al eens vaker naar bioproducten grijpen.

Stagnatie import

De klassieke supermarkt blijft het grootste biokanaal. De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn de kanalen met het hoogste aandeel aan bioproducten in hun assortiment.

Met 372.670 ton aan ingevoerde biologische producten stagneert de bio-import uit niet-EU-landen in 2020. Het merendeel van deze overwegend plantaardige producten bereikt ons vanuit Zuid- en Noord-Amerika. Op productniveau valt weer het overwicht op van verse bananen: zij maken 45 % uit van de totale massa aan ingevoerde bioproducten. Op ruime afstand volgen cacaobonen (9 %) en ongebrande koffie (7 %).

Nog dit: in vergelijking met 2019 stijgt de totale overheidssteun specifiek voor de biosector met 2 % naar 4,8 miljoen euro. Ruim de helft van deze overheidsuitgaven is gericht op de stimulering van de primaire biologische productie.

De biohectaresteun heeft hierin het grootste aandeel: in 2020 werd 1,5 miljoen euro uitgekeerd aan 488 landbouwers voor een totaal van 6.927 subsidiale ha. De overheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, voorlichting en kennisuitwisseling gericht op bio bedragen 1,28 miljoen euro.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken