Nieuwe praktijkgids biedt handvatten voor biologische vleesveehouderij

Voor een Vlaamse landbouwer is het niet eenvoudig om van gangbare naar biologische vleesveehouderij om te schakelen.
Voor een Vlaamse landbouwer is het niet eenvoudig om van gangbare naar biologische vleesveehouderij om te schakelen. - Foto: LV

De Europese Commissie ziet een belangrijke rol weggelegd voor de biologische landbouw om haar duurzaamheidsontwikkelingsdoelstellingen te bereiken. Ook voor de gangbare vleesveehouderij in Vlaanderen biedt dat opportuniteiten. Toch blijft dit vandaag een nicheverhaal: in 2018 waren slechts een 30-tal bedrijven gecertificeerd voor het kweken van biologisch vleesvee.

Veel groter aandeel in Wallonië

In Vlaanderen werden in 2020 circa 5.900 runderen biologisch gekweekt, terwijl Wallonië in 2019 ongeveer 100.000 biologische runderen telde. Deze sterkere positie van de Waalse boeren heeft te maken met het meer ‘extensieve’ karakter van de biologische vleesveehouderij: een bio-boer heeft namelijk veel land nodig om zijn eigen voederproductie te realiseren, om een voldoende grote uitloop van de dieren mogelijk te maken en om de mest af te zetten.

Factoren die Vlaamse veehouders doen twijfelen

Waarom de Vlaamse veehouder de stap naar biologisch niet zet is uiteraard heel persoons- en bedrijfsgebonden. Een paar factoren worden echter geregeld aangehaald.

- Hoge grondprijzen

- Belgisch witblauw gangbaar, maar minder geschikt voor biologisch

- De afwezigheid van een langeketenafzetkanaal

- De leercurve en mentaliteitswijziging.

Het is op dit laatste punt dat de brochure, die onder meer te raadplegen is op de website van ILVO, een bijdrage wil leveren. Door bestaande informatie en knowhow samen te brengen, verlaagt de leerkost voor biologische vleesveehouders.

Lieven Vancoillie

Meest recent

Meest recent