Landbouwer in Malawi kan terecht bij callcenter

woman-671909_960_720

De economie in Malawi is voor het grootste deel afhankelijk van landbouw. Het land, in oppervlakte bijna vier keer België en 18 miljoen inwoners, is één van de minst ontwikkelde ter wereld. Het staat op de 170ste plaats (op 193) van de Human Development Index. Bijna 70 % van de bevolking verdient minder dan 1,9 dollar per dag. De voedselzekerheid is er de jongste jaren ook sterk achteruitgegaan: slechts zes op de tien Malawinezen kan zijn eigen voedselbehoeften dekken.

Landbouw is goed voor een derde van het bruto binnenlands product en 86 % van de tewerkstelling in Malawi. Maar de meeste boeren hebben slechts een klein landbouwperceel, dat ook nog eens weinig productief wordt uitgebaat. Daarnaast kampt men met bodemerosie, droogte en een slechte infrastructuur waardoor de producten moeilijk op de markt geraken.

Vlaanderen steunt in Malawi verschillende projecten die de boeren een beter inkomen moeten opleveren, gaande van voorlichting over landbouwgewassen en -technieken zoals agrobosbouw, tot het beter vermarkten van de landbouwproducten. Bourgeois bezocht in de hoofdstad Lilongwe het callcenter 'Mlimi Hotline', dat per dag gemiddeld 300 oproepen van landbouwers behandelt. Het gaat dan bijvoorbeeld om vragen over het weer, problemen met gewassen of veeteelt, de marktprijzen, enzovoort... Het grote voordeel, zo vertelde Rex Chapota van de ngo Farm Radio Trust, is de laagdrempeligheid en de snelle responstijd. Bij ingewikkelde kwesties maakt men gebruik van een database van experts. Om de boeren nog beter te helpen, wil het callcenter de openingsuren uitbreiden. En het mikt ook op samenwerking met de private sector. Farm Radio Trust biedt daarnaast landbouwvoorlichting via de radio aan.

Naast voorlichting is er in Malawi nood aan een betere vermarkting van de landbouwproducten. Vlaanderen investeerde samen met onder meer het World Food Programme (WFP) in een opslagplaats in het Kasungu-district, in het midden van het land. Voordien werden de oogsten slecht bewaard en snel verkocht, omdat de boer het geld nodig had. In de opslagplaats in Kaomba gebeurt de bewaring op een professionele manier. De producten zijn van een hogere kwaliteit en kunnen later verkocht worden, op een moment dat de prijzen hoger staan. Dat levert de boer, ondanks kosten voor opslag, 20 procent meer inkomsten op, getuigde Kristian Moller van de ngo ACE.

Minister-president Geert Bourgeois was blij dat hij de door Vlaanderen gefinancierde projecten heeft kunnen zien. "Ik heb nu een beter idee van de toegevoegde waarde", zei hij bij het bezoek aan de opslagplaats.

Belga

Meest recent

Meest recent