Startpagina Bieten

Bietentelers maken zich zorgen over de toekomst van hun teelt

De voorbije suikerbietcampagne laat, net zoals de vorige jaren, een bittere smaak na voor de landbouwers die bieten uitzaaien.

Leestijd : 3 min

Het rendement van de campagne 2021-2022 (ongeveer 85 ton bieten per ha aan 17°Z suiker voor Tiense Suiker en 78 t/ha aan 17,10°Z voor Iscal) was de laagste van de laatste 10 jaar. Dat komt grotendeels door de natte en vrij koude weersomstandigheden tijdens de periode april-september. Daaraan kunnen de bietentelers zelf niet veel veranderen. Maar het is wel ontgoochelend dat een gans jaar werk zo weinig lonend is. Het overschaduwt ook de agronomische kennis en de liefde voor hun vak die ze wel zelf opgebouwd hebben. En het treft een sector die al in crisis is na de lage rendabiliteit van de laatste jaren.

Sinds het verdwijnen van de productiequota en de minimumprijzen voor suiker (en dus in feite ook voor de suikerbieten) eind 2017 is de rendabiliteit en dus de aantrekkelijkheid van de bietenteelt gekelderd. Dit duurt nu al 5 jaar. Jaar na jaar daalt het inkomen van de bietplanters en dus haken landbouwers af en verminderen ze het areaal. Stilaan moeten we ons de vraag durven stellen of er nog genoeg interesse is voor het telen van suikerbieten en het produceren van bietsuiker in ons land.

“Toch beschikken we over een prima klimaat voor de teelt, staan de Belgische landbouwers bekend om hun vakbekwaamheid en kunnen ze steunen op een performant onderzoekscentrum, het KBIVB. Daarom trekken we aan de alarmbel en doen we een dringende oproep om de ernst van de situatie onder ogen te zien en tot actie over te gaan, zowel de overheid als onze industriële ‘partners’, de suikerfabrikanten”, aldus Peter Haegeman, secretaris-generaal van de CBB.

Europa en suikerproducenten

Europamoet durven onderkennen dat het loslaten van de quota in 2017 een vergissing was. Niet minder dan 2 miljard waarde verschuift jaarlijks naar de zogenoemde tweede transformatie (de suikerverwerkers) en de retail, zonder dat de consumentenprijzen dalen. De zwakste schakel van de keten, de landbouw, komt hier eens te meer verzwakt uit.

Ook de suikerproducentenhebben een verpletterende verantwoordelijkheid. De bietprijs is functie van de suikerprijs. Deze zakte sinds het verdwijnen van de quota weg. Het herstel dat we de laatste tijd vaststellen is fragiel. De impact van de verschillende coronavarianten, en de concurrentie vanuit (suikerriet)landen waar duurzaamheid en milieubewustzijn op een zeer laag pitje staan, zorgen voor veel vraagtekens. De landbouwers dragen mee het marktrisico en delen volop in de klappen.

De suikerfabrikanten weigeren bovendien de almaar stijgende productiekosten (meststoffen, energie, gewasbeschermingsmiddelen, …) van de landbouwers mee te nemen in de betaling van de suikerbieten. We vragen ons af of ze op dezelfde manier reageren wanneer ze hun energiefactuur krijgen. Weigeren ze die dan ook te betalen? Waarom vallen de terechte en gelijkaardige vragen van de bietensyndicaten wel in dovemansoren?

Tussenkomst van overheid

Als een echt gesprek niet meer mogelijk is, kunnen we moeilijk anders dan de overheidvragen tussenbeide te komen. Het regeerakkoord voorziet dit (De regering zal de mogelijkheid onderzoeken om een ‘wet ter bescherming van de landbouwprijzen’ aan te nemen.) en in andere landen is regelgeving wel al in voege. België kan zich bijvoorbeeld inspireren op de Egalim2-wetgeving in Frankrijk die net tot doel heeft het evenwicht in de handelsrelaties tussen producenten en winkelketens doorheen de ganse keten te herstellen.

“Vandaag moeten landbouwers beslissen of en hoeveel suikerbieten ze uitzaaien met het oog op de campagne 2022-2023. Het is de hoogste tijd dat de suikerindustrie en de overheid tonen dat er nog perspectief is voor deze teelt. Anders gaat de interesse erin nog verder afbrokkelen met alle gevolgen vandien, voor de telers maar ook voor de suikerfabrikanten”, besluit Haegeman.

Peter Haegeman, CBB

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken