Startpagina Actueel

De Meerberghoeve: ‘Onze kracht en sterkte is dat we alleen verkopen wat we zelf met veel liefde kweken en verwerken’

Van zichzelf vindt Patrick Maenhout niet dat hij een ondernemer is. Maar zijn levenswerk De Meerberghoeve in Beernem, wat hij samen met zijn vrouw Gerda en zijn kinderen Jeroen en Charlotte heeft opgebouwd, getuigt van een gezonde dosis lef en doorzettingsvermogen. Thuisslager, vleesveebedrijf, hoeveslagerij- en winkel, barbecues, zalenverhuur... De Meerberghoeve dekt vele ladingen, met passie uitgevoerd.

Leestijd : 5 min

Het is nog vroeg in de namiddag als we de met kasseien gelegde oprit van de Meerberghoeve, wat ooit het landbouwbedrijf bij het vroegere kasteel de Meerberg was, in Beernem oprijden.

Gastvrouw Gerda ontvangt ons met open armen en neemt ons mee naar de vleesveestal, waar haar man Patrick en dochter Charlotte speciaal voor de foto’s nog wat krachtvoeder tot voor de runderen aan het voederhek vegen.

Zoon van een veehandelaar

Nog geen minuut later steekt Patrick al van wal met zijn levensverhaal. Hij is een geboren verteller, die geniet van zijn stiel en terecht trots is met wat hij zijn vrouw en kinderen heeft opgebouwd. “We hebben veel en hard moeten werken om te bereiken wat we nu hebben. En we doen dat nog altijd. Ik ben echter géén ondernemer. Maar alles wat op mijn pad komt, probeer ik goed te doen.”

En in dat opzet is hij zeker geslaagd. Nochtans leek Patrick niet in de wieg gelegd om landbouwer te worden. “Mijn vader kocht biggen en runderen en verkocht die dan weer door voor het afmesten. Ik hielp wel met de beesten, maar de interesse was niet zo groot.”

Het witblauwe vleesvee wordt ingekruist met Maine Anjou en Parthenaise.
Het witblauwe vleesvee wordt ingekruist met Maine Anjou en Parthenaise. - Foto: LV

Ook zijn vrouw Gerda komt niet uit een landbouwersfamilie. “Mijn vader was bierhandelaar. Ik werk momenteel zelf nog halftijds buitenshuis als administratief bediende.”

Patrick werd slager en oefende dat beroep heel vele jaren uit als thuisslachter.

“In 1994 kochten we hier het leegstaande landbouwbedrijf De Meerberghoeve. We hadden toen 5 runderen. Ik was van plan om buitenshuis te blijven slachten en thuis een hoeveslagerij te beginnen. Maar om de nodige vergunningen te kunnen verkrijgen, was je verplicht om een leefbaar bedrijf te hebben. En dan die hoeveslagerij- en winkel als bijberoep uit te oefenen.”

Liefde en gedrevenheid

Hoewel het nooit de bedoeling was om vleesveehouder te worden, oefent hij de stiel met veel liefde en gedrevenheid uit. “We hadden vroeger ook meer schapen, die dan voor het Offerfeest voor een afnemer uit het Antwerpse werden geslacht. Nu hebben we nog een 25-tal moederdieren, die lammeren. Die schapenhouderij zien we meer als hobby. Het blijft toch het allermooiste om de schapen en lammeren, de kalveren en de runderen in het voorjaar naar de weide te zien vertrekken. Dat is en blijft voor mij de mooiste tijd van het jaar.”

Aan uitbreiding van de vleesveestapel wordt niet onmiddellijk gedacht. Hoewel niemand het ooit vermoedde, heeft dochter Charlotte - die nog op zoek is naar een partner, knipoogt ze - meer en meer interesse in de landbouw. Ze werkt vier vijfde buitenshuis, en helpt daarnaast ook op het vleesveebedrijf. “Wat de klik maakte, weet ik niet. Maar ik hou ook van de dieren, van het buitenwerk, van het werken met de handen. Maar wat ik precies later wil gaan doen, weet ik niet.”

Uitgaan van eigen kracht

Of er verder wordt geïnvesteerd is vandaag dus onduidelijk. Het kan, maar het moet niet. “We hebben ons nooit laten leiden door anderen. In alles wat we doen werden we wel uitstekend bijgestaan door een DLV-adviseur. Maar als we middelen zochten voor onze slagerij en winkel wilde de bank dat we ook zouden investeren in een nieuwe stal. Dat doen we niet. Alles wat we verbouwd hebben, hebben we zelf gedaan.”

Duurzaamheid centraal

Uitgaan van de eigen kracht en grote sterkte heeft De Meerberghoeve nog geen windeieren gelegd. “Het is goed zoals het nu ronddraait. Om de 2 weken wordt een rund geslacht, volledig verwerkt en verkocht. Er is vandaag meer vraag dan aanbod. Maar we laten ons zeker niet opjagen door bijvoorbeeld vlees elders in te kopen. Nee, nooit. We kopen niets bij en zullen dat ook nooit doen. Onze grote kracht en sterkte is dat we alleen verkopen wat we zelf met veel liefde kweken en verwerken.”

Dat heeft soms tot gevolg dat klanten moeten wachten, bijvoorbeeld 6 maanden op een verse koetong. “We leverden vroeger ook aan restaurants, maar dat is niet blijven duren. Men wil de beste stukken, maar na verloop van tijd willen ze er minder voor betalen. En je zou dan met de rest blijven zitten. Nee, we werken het liefst op een meest eerlijk en duurzame manier.”

Duurzaamheid staat ook centraal in de vleesveehouderij. “We hebben weinig akkerland, vooral weides en hooi. Wel tarwe om te pletten en maïs om meel te maken. In totaal 30 ha. Dat meeste veldwerk laten we ook doen. Dat werk is veel minder mijn ding. We zijn ook trots dat we het voeder voor onze runderen zelf telen.”

“We gebruiken vooral ruwvoeder, aangevuld met goede bierdraf. In het slachthuis merk je onmiddellijk wat voor samenstelling van voeder een rund heeft gekregen. Ik heb veel gezien en heb veel contact met andere boeren. In het slachthuis kan ik aan de kleur van het dier onmiddellijk mijn rund eruit halen. Ik hou verder van open stallen en het buiten kweken. Ik ben ook niet zo voor vaccineren. Ik let er wel op dat de jonge dieren in september al binnen kunnen en zich kunnen aanpassen. Als ze pas eind oktober binnen komen is door het vochtige weer de kans op bijvoorbeeld griep in de stal, of ademhalingsproblemen, veel groter.”

“Tot enkele jaren geleden ging ik ook nog thuis gaan slachten. We waren ook vele jaren een zorgboerderij en dat deden we bijzonder graag. Ik vond toen dat sociale aspect bijna belangrijker dan het kweken van het vleesvee. Door corona is dat zorgaspect wel stopgezet”, aldus Patrick.

Inzet van hele familie

Ook Gerda (vooral papierwerk en de hoevewinkel) en Charlotte springen heel vaak bij. Zoon Jeroen werkt bij Willemen Infra (het vroegere Aswebo) en trekt zich minder aan Aswebo en trekt zich minder aan van de landbouwactiviteit. Zijn interesses lagen duidelijk bij het ontwerp en uittekenen van de verbouwingen. “Het was dan ook een stuk eenvoudiger om de verbouwingen te realiseren doordat er vooraf een visueel beeld was.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken