Impact Covid-19 op de aardappelconsumptie: “Het consumptiegedrag normaliseert heel snel”

Frietjes worden meer gelinkt aan evenementen en aan buitenshuis consumeren. De pandemie had dus meer impact op de frietsector.
Frietjes worden meer gelinkt aan evenementen en aan buitenshuis consumeren. De pandemie had dus meer impact op de frietsector. - Foto: Pixabay

Hoe ging het met de aardappel en zijn verwerkte producten, in de laatste 2 jaar vanaf begin 2020? Dat is een vraag die alvast door het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) werd onderzocht. Ook precorona volgde de organisatie de trends op. Zo werd alvast opgemerkt dat er al een aantal jaren een verschuiving zichtbaar was van de retail naar food services. Mensen gaan met andere woorden meer voor de ervaring van buitenshuis eten. “Prijs en gemak zijn belangrijk, maar ook is er meer aandacht voor lokaal voedsel, milieu, dierenwelzijn, ambachtelijke beleving”, verklaart Kris Michiels van VLAM enkele lopende trends.

In kramp tijdens eerste lockdown

Tijdens de eerste lockdown merkte VLAM dat de consument ‘in kramp schoot’. “De consument ging massaal naar de supermarkt om te hamsteren. Alle fast-moving consumer goods (FMCG) – alles wat je in de supermarkt kan kopen – ging goed uit de rekken. Voor FMCG werd 25% meer omzet gedraaid en mensen gingen ook naar meer soorten supermarkten. De aankoopfrequentie steeg met 8%”, aldus Michiels. De mens paste zich snel aan. “We merkten de periode erop dat de mensen minder naar de winkel gingen om minder kans te hebben om Covid-19 te krijgen. Mensen gingen 14% keer minder naar de winkel voor FMCG en 9% minder voor verse voeding. Per winkelbezoek werd echter wel meer aangekocht.”

Het ‘fun shoppen’ werd ook verleden tijd. “Mensen willen zo snel mogelijk de winkel uit”, klinkt de verklaring van Michiels. Ze gingen ook winkelen op andere tijdstippen, bij minder drukte. Mensen hadden er ineens meer tijd voor. Ze gingen ook winkelen in andere winkels: in het begin van de eerste lockdown gingen we minder naar hypermarkten en meer naar buursupermarkten. “In het algemeen gold dat mensen meer belang kregen voor lokale producten en voor de veiligheid van producten.”

Mensen (her)ontdekten bovendien heel wat hobby’s, ook wat betreft voeding. Mensen gaan meer koken en bakken en krijgen meer interesse in recepten. “Dat merkten we ook bij onze website lekkervanbijons.be. De bezoekcijfers piekten toen heel erg.”

Thuisverbruik belangrijker

VLAM vergeleek de lockdownperiodes (van maart tot mei in 2020 en van oktober 2020 tot april 2021) en de periodes ertussen en erna met dezelfde periodes in 2017. Alvast duidelijk is dat over de hele periode, van maart 2020 tot april 2021, het thuis eten belangrijker werd. Toch waren er significante verschillen tussen de lockdowns en de tussenperiodes.

De impact van de pandemie was het grootst tijdens de eerste lockdown. Het aantal keer dat mensen op het werk, de school en in de horeca consumeerderen (want kan eten of drinken zijn), viel bijna terug tot 0. Ook bij familie, vrienden of onderweg werd minder geconsumeerd. Dat herstelde zich wel tussen de lockdowns door: wanneer de horeca opent, daalt het thuisverbruik en stijgt het buitenshuis verbruik, maar niet helemaal tot het niveau van voor de coronacrisis. Tijdens de 2e lockdown waren de trends dezelfde, maar niet zo uitgesproken als tijdens de eerste lockdown. “Nu wisten de consumenten wel wat hen te wachten stond en de lockdownmaatregelen zelf waren ook een lightversie ten opzichte van de eerste lockdown.”, merkt Michiels op.

De consumenten zochten tijdens de lockdowns dus duidelijk naar alternatieven. Tijdens de eerste en tweede lockdown koos respectievelijk 91,6% en 91,1% voor zelf bereide maaltijden, kant-en-klare maaltijden of voor afgehaalde en thuis geleverde maaltijden. In 2017 was dat respectievelijk 82,3% en 82,9% van de mensen. Tussen de lockdown vonden de mensen weer de weg naar buitenshuis verbruik, maar nog niet op het niveau van 2017.

Meer thuisverbruik verse voeding

De impact van de sluiting van horeca en de beperking van het aantal contacten is ook te merken aan de cijfers van het thuisverbruik van verse voeding. Tijdens de eerste lockdown werd er 17% meer verse voeding, waaronder aardappelen, thuis gegeten vergeleken met dezelfde periode in 2017. “Er werd toen ook heel wat gehamsterd”, gaf Michiels mee. Tijdens de tweede lockdown was dat 10%. Tussen de lockdowns en na de 2e lockdown daalde dat cijfer echter naar respectievelijk 5% en 3%.

Diezelfde trend is ook te zien specifiek bij verse aardappelen. Tijdens de eerste en tweede lockdown piekte het thuisverbruik verse aardappelen naar respectievelijk 17% en 8%, maar dat cijfers zwakte af tussen de lockdowns en na de lockdown. “Al jaren kenden we een dalende lijn in het thuisverbruik van verse aardappelen, maar door corona is het thuisverbruik met 8% gestegen in 2020 ten opzichte van 2019”, geeft Michiels mee.

Verwerkte aardappelen populairder

Bij de verwerkte aardappelen is er een dubbele trend te zien. Op jaarbasis is er een stijgende trend merkbaar voor vers verwerkte aardappelen sinds 2018, na enkele jaren een zelfde verbruik. Bij verwerkte aardappelen in diepvries was er een dalende tendens tot 2018, waarna het terug steeg.

Er is volgens Michiels een opvallend puntje. “In de hele periode 2020-2021 werden – ook tussen de lockdowns – in vergelijking met de jaren ervoor wel consistent meer verwerkte aardappelen geconsumeerd.” Tijdens de coronaperiode volgde het thuisverbruik van verwerkte aardappelen in diepvries wel de pieken en dalen van de verse aardappelen. Bij de vers verwerkte aardappelen is het anders: het verbruik stijgt en dat zet zich voort tijdens de coronaperiode.

Verse aardappel belangrijkste maaltijdbegeleider

Doorheen de jaren bleek dat consumenten minder en minder aardappelen consumeren. Het verbruik tijdens 2020-2021 was in het algemeen lager dan in 2017. “Dat had niets met corona te maken. Corona zorgde er wel voor dat tijdens de eerste lockdown mensen naar de traditionele gerechten neigden: een bord met gekookte aardappelen, groenten en een stuk vlees of vis”, geeft Michiels mee. In het algemeen kozen meer Belgen over de hele coronaperiode meer voor de gekookte aardappel. “Frietjes worden meer gelinkt aan evenementen en aan buitenshuis consumeren. Gekookte aardappelen worden vooral thuis gegeten. De pandemie had dus meer impact op de frietsector.”

Het mag dus niet verbazen dat onder de maaltijdbegeleiders de verse aardappelen in volume nog steeds de belangrijkste zijn, gevolgd door verwerkte aardappelen in diepvries en verse verwerkte aardappelen. “De verse aardappelen werden tijdens de coronaperiode wel minder belangrijk, en blijven onder druk ten opzichte van andere maaltijdbegeleiders. Ten opzichte van de aardappelen en de verwerkte aardappelproducten samen blijken ook pasta en rijst doorheen de jaren belangrijker te worden.” Noedels, wokmie, quinoa en wraps worden het minst geconsumeerd.

Mensen zijn gewoontedieren

Na de tweede lockdown leken de meeste cijfers zich te normaliseren naar cijfers net voor de lockdown. “Dat betekent dat er nog steeds een blijvende druk zal zijn op het verbruik”, klinkt het. Enkele dingen kon VLAM concluderen. Hoe langer de crisis duurt, des te groter zal de impact zijn, want de mensen gaan langer hun gedrag aangepast hebben omdat het moest. Ten tweede zijn consumenten gewoontedieren. Enkel als het echt moet, zoals met corona, is er plotse gedragsverandering. Michiels: “De trends naar kleinere verpakkingen en de stijging in verbruik van vers verwerkte aardappelen zal zich voortzetten.”

Het blijft volgens Michiels een uitdaging om ook jonge doelgroepen kennis te laten maken met de aardappel, ook buiten de traditionele vlees-patatjes-groentjes. “De aardappel mag dus in een moderner jasje, het past ook bij de wereldkeuken. Ook willen we inspelen op convenience. Kleinere verpakkingen horen daar ook bij.”

Ook positieve effecten

Corona bleek wel een versneller van bepaalde trends. Positief is dat de digitalisering in de food sector een mooie versnelling maakte en ook lokale voeding kwam weer meer in de focus. “Lokaal kopen zat al langer in de lift, maar voor de aankoop van aardappelen bleek ook tijdens corona dat korte keten, de aardappel-groente-fruitwinkels en buurtsupermarkten belangrijk waren. Tijdens de eerste lockdown deden nabijgelegen winkels het goed, maar erna kozen consumenten weer meer voor discounters zoals Aldi en Lidl. De grote supermarkten blijven desalniettemin wel de belangrijkste distributiekanalen.”

Marlies Vleugels

Meest recent

Meest recent