Oorlog brengt meststoffenmaker Rosier in financiële nood
Meststoffenproducent Rosier trekt aan de alarmbel. Het bedrijf is sterk afhankelijk van Rusland en Oekraïne en komt in acute financiële nood door de oorlog, zo blijkt uit een persbericht van de beursgenoteerde onderneming uit het Henegouwse Moustier.
Rosier draait 10% van zijn omzet in Oekraïne. Het kan belangrijke klanten in het land niet meer beleveren, luidt het. Bovendien zijn de grondstofprijzen gestegen, en zijn bepaalde cruciale grondstoffen zelfs niet beschikbaar. Rosier haalde bijna een vijfde van zijn voorraden bij leveranciers in Rusland en Wit-Rusland. De economische sancties leggen die bevoorrading stil.
Op zoek naar oplossingen
Dat alles maakt dat Rosier in nog grotere financiële nood is gekomen dan het al zat. De bedrijfsrevisor heeft vastgesteld dat de continuïteit in gevaar zou kunnen komen, luidt het maandag in een persbericht. Het bedrijf zegt verschillende maatregelen te onderzoeken, zoals een overbruggingskrediet, alternatieven voor Oekraïense en Russische klanten of kostenbesparingen.
Die maatregelen komen bovenop een eerder reddingspakket. Daarbij zou hoofdaandeelhouder Borealis, een Oostenrijks chemiebedrijf, schulden omzetten in aandelen. Een kleine aandeelhouder verzette zich daartegen en schakelde juridisch advieskantoor Deminor in, zo meldde zakenkrant De Tijd vorige week. Er zou normaal vandaag/maandag over de operatie gestemd worden tijdens een aandeelhoudersvergadering, maar Rosier wil dat nu uitstellen.
