Hoeve Schiefelbusch: “Hier tonen we stadsmensen wat landbouw is”
Wat in de jaren tachtig begon als een bescheiden pluimveehouderij met een hoevewinkel in de garage, groeide uit tot een heus belevingscomplex. Minstens zes verschillende soorten productiedieren, een winkel met 200 eigen producten, vakantiewoningen en een restaurant bieden tijdens het hoogseizoen werk aan 27 mensen.
Albert en Helga Trimborn uit Lohmar in het Duitse Rijngebied startten in de jaren tachtig met pluimvee op hoeve Schiefelbusch. Zeggen dat ze vandaag hun activiteiten sterk hebben uitgebreid, zou een understatement zijn. Van aardappel tot aardbei, van varken tot vakantiewoning en van zelfgemaakte cake met koffie tot zakelijke coaching: op Schiefelbusch vind je het allemaal.
Eigen ‘supermarkt’
Die veelzijdigheid is te danken aan de onuitputtelijke ondernemingsdrift van het koppel. “Dit is een boerderij van de eerste generatie. Albert was één van vier zonen”, vertelt Helga. “In 1983 konden we dit bedrijf, dat toen een vleesveehouderij was, overnemen. Het jaar nadien gingen we ons op andere dingen richten. We gingen van start met 300 leghennen, 75 ganzen en een hoevewinkel.”
Daar verkocht Helga de plaatselijke nudeln of noedels, andere deegwaren en eierlikeur die ze zelf maakte van hun eieren. Haar streekproducten sloegen aan, en de winkel is nu, meer dan dertig jaar later, te vergelijken met een supermarkt: op 130 m² worden zo’n 200 verschillende producten verkocht. Alleen zijn deze producten lokaal, en voor het grootste deel bereid met wat de Trimborns zelf verbouwen en kweken.
“Dankzij onze ligging hier in het Rijnland trekken we veel mensen uit Keulen aan”, verklaart Helga verder het succes. “We vinden ook afzet bij supermarkten in de buurt.”
Akkerbouw, aardbeien en bloemen
Om de winkelrekken vol te krijgen heeft het koppel 110 ha ter beschikking. Het grootste deel daarvan is bestemd om hun veestapel te voeden. Daarvoor beschikken ze over 49 ha weidegrond. Daarnaast verbouwen de Trimborns nog maïs (18 ha), tarwe (19,5 ha), rogge (6 ha) en haver (3,5 ha). In het seizoen vult de familie het vleesaanbod nog aan met wild.
Aardappelen (1,5 ha), asperges (5,5 ha), aardbeien (1 ha) en zelfs bloemen (3 ha) vinden hun weg rechtstreeks van het veld naar de winkel. Voor het boerderijcafé en het restaurant verwerken dochter Alexandra en de rest van het personeel de producten nog in gebak en streekgerechten.
Eieren,
gebraad en pluimenZoon Andreas heeft sinds een drietal jaar zijn diploma Landbouwingenieur op zak, en bekommert zich nu vooral om de uitgebreide veestapel van hoeve Schiefelbusch. Pluimvee blijft belangrijk voor de Trimborns, alleen zijn de 300 leghennen uit het begin er nu ruim 6.000 geworden. Ze produceren ongeveer 135.000 eieren per maand. “Tot voor kort moesten die allemaal met de hand in hun dozen gesorteerd worden, maar gelukkig hebben we nu een nieuwe machine”, blaast Andreas.
Er zijn ook kalkoenen, die in de regio traditioneel gegeten worden op 11 oktober. Buiten lopen ganzen in een maïsveld. In totaal houdt de familie er 1.500. “Ze verschuilen zich graag in het maïsveld, zeker wanneer het warm is. Het duurt maar vijf minuten om ze weer binnen te halen”, lacht Andreas. “Wanneer ze groot zijn eten ze de maïs op, die oogsten we niet. Op zes weken verlaten ze het bedrijf. Ook voor de veren hebben we afzet: ze zijn populair voor bijvoorbeeld kussens in hotels.”
Aaibaar vlees
De familie heeft ook nu nog vleesvee, een bescheiden 25 stuks die voor de bevoorrading van de winkel en het restaurant zorgen. 60 melkkoeien en nog eens 40 stuks jongvee hebben eveneens een duidelijke functie te vervullen op het bedrijf. In de lange silo’s is gras, maïs en een mix van granen opgeslagen. Door een probleem met het kuilvoeder hebben ze wat verliezen gehad bij de koeien. Dat probeert Andreas nu op te lossen.
De 60 varkens van de familie zijn bijzonder: ze behoren tot het Schwäbisch-Hällische landras, een oud ras dat sterk doorsmakend, donker vlees levert met een hoog vetpercentage. De varkens en koeien gaan naar het slachthuis, het pluimvee slacht de familie op het bedrijf.
Bij de huisvesting van de dieren staan telkens infoborden voor de bezoekers. Alle dieren kunnen ook gestreeld worden, volgens de familie. Geen wonder dat scholen hier graag komen. Voor Helga draait het ook om de volwassenen: “We hechten veel belang aan educatie. Hier kunnen we stadsmensen tonen wat landbouw is.”
Wat valt
er te beleven?Meer dan eens is één dagje niet genoeg voor die stadsmensen. Op de boerderij zijn vier verblijven ter beschikking, voor twee tot zes personen. Naast leren over landbouw en genieten van streekproducten kan je er ook verdwalen in het maïslabyrinth, wandelen in de omgeving of seminaries volgen in één van de drie vergaderzalen. Helga, die in 2014 zelf verkozen werd tot onderneemster van het jaar, leert je er bijvoorbeeld hoe je zelf een zaak opstart.
In de gelagzaal worden ook regelmatig huwelijken gevierd. Daarvan getuigen ook de enorme stropoppen die je als eerste begroeten wanneer je de boerderij nadert.
Het zit
in de familieHelga en Albert hebben samen vier intussen volwassen kinderen. Allemaal zijn ze wel betrokken bij de onderneming van hun ouders. Simon en Caroline verzorgen de website (mét webshop voor de winkel) en de berichtgeving op sociale media. Alexandra creëert gerechten met de producten van het bedrijf voor het restaurant en het café.
Oudste zoon Andreas, landbouwingenieur van opleiding, is intussen ingestapt in het bedrijf, en neemt heel wat verantwoordelijkheid op zich. Vooral de dieren en de voedergewassen, maar op zondag moet ik nog steeds wafels bakken”, grinnikt hij.
Indien u meer wil weten over het verhaal van de familie Trimborn kan u terecht op www.bauerngut-schiefelbusch.de.
