Startpagina Akkerbouw

Teelttechniek veldbonen toegelicht

Veldbonen, zowel de teelt als de vervoedering ervan, bieden mogelijkheden voor onze landbouwers. Toch neemt het verbouwen hiervan nog geen hoge vlucht.

Leestijd : 7 min

Aan de Pibo-campus in Tongeren gaf Femke Moors, onderzoekster akkerbouw, ons meer toelichting bij de teelttechniek van veldbonen. De Pibo-campus is promotor van het relanceproject ‘Veldbonen: van veld tot voer’, dat eerder dit jaar startte. Verschillende onderzoekscentra worden hierin samengebracht, namelijk: Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL), Inagro, Hooibeekhoeve en Proefhoeve Bottelare. Samen buigen zij zich over aspecten aangaande de teelt en het vervoederen van veldbonen.

Meerdere beweegredenen

Op de vraag waarom een landbouwer voor veldbonen in zijn teeltplan moet kiezen, geeft Femke Moors vlot meerdere antwoorden. Vooreerst zorgen veldbonen voor de productie van meer lokale eiwitten, bieden ze mogelijkheden om teeltrotaties te verruimen en om risico’s te spreiden.

Veldbonen, en dan in het bijzonder winterveldbonen, zouden minder impact ondervinden van de zomerdroogte. Teeltdiversificatie via veldbonen zorgt voor meer biodiversiteit, voor een grotere vruchtwisseling (met lagere ziektedruk), voor een betere bodemstructuur en voor een volggewas waarvan de opbrengst hoger kan zijn. De lage stikstofbehoefte van het gewas betekent daarnaast ook een besparing op de kunstmestfactuur. Een kleine startgift kan positief zijn bij een vroege zaai en bij lage reserves maar is doorgaans niet nodig. Bemesting met mengmest is niet aangewezen.

Mogelijkheden

Er kunnen zowel zomer- als winterveldbonen geteeld worden. Daarbij geldt, net als bij granen, dat winterveldbonen een hoger opbrengstpotentieel hebben.

De oogst kan onder verschillende vormen plaatsvinden. Je kan oogsten als droog graan, bij een vochtgehalte rond 15% met een klassieke maaidorser. Hierna worden de bonen geplet en/of getoast alvorens ze te vervoederen. Oogsten met een maaidorser bij een hoger vochtgehalte kan in het deegrijp stadium (25-35% vocht). Pletten of malen volgens het CCM-procede is dan wel nodig.

Veldbonen kunnen ook in een mengteelt verbouwd worden met graan (tarwe of triticale). Minder onkruid, minder legering, een lagere stikstof-input en een stabielere opbrengst zijn de voordelen van deze mengteelt. In de biologische landbouw wordt er vaak voor een mengteelt gekozen om het gewas als GPS (gehele planten silage) in te kuilen voor veevoer.

Deze techniek (hakselen en inkuilen) kan ook als noodmaatregel gelden als er te veel legering in het veld aanwezig is en een droge oogst haast niet meer mogelijk is. Legering hangt van meerdere factoren af: ras, te hoge zaaidichtheid, te rijke gronden, aanhoudend nat weer of een te sterke ontwikkeling door een zachte winter. Groeiregulatoren zijn nog niet erkend.

Het droog oogsten van de combinatieteelt met een maaidorser en het zaad dan triëren is tevens een mogelijkheid bij mengteelt, maar het is omslachtiger.

Het oogsttijdstip hangt uiteraard mee af van de seizoensomstandigheden en van de keuze voor winter- of zomerteelt. Winterveldbonen droog oogsten met een klassieke maaidorser gebeurt ergens in de periode eind juli - begin augustus. Streef voor droog graan naar een vochtpercentage van 15 of minder. Bij de oogst zien de peulen en stengels volledig zwart, dat is niet echt een aantrekkelijk beeld. Aanbevolen wordt om niet in de volle zon te dorsen, zodat er minder verlies optreedt ten gevolge van openspringende peulen. Opbrengstresultaten uit het verleden laten in het geval van een reinteelt van veldbonen een stevige opbrengstspreiding zien van een bedroevende 1,3 ton/ha tot een stevige 7,5 ton. Wanneer er gekozen wordt voor een mengteelt is deze opbrengstspreiding veel kleiner.

Veldbonen mogen best diep gezaaid worden om weerstand te bieden aan vogel- en vorstschade.
Veldbonen mogen best diep gezaaid worden om weerstand te bieden aan vogel- en vorstschade. - Foto: Pibo-campus

Bitterstoffen

Veldbonen bevatten een aantal bitterstoffen, zoals tannines, vicine en convicine. De tannines verminderen de verteerbaarheid bij varkens en kippen, maar herkauwers ondervinden geen negatieve gevolgen. Witbloeiende veldbonensoorten hebben een lager tanninegehalte.

De vicine en convicine verstoren dan weer de vet- en stofwisseling bij kippen. Wit- en bontbloeiende rassen hebben een lager gehalte aan deze stoffen.

Bodem

Heb je interesse om veldbonen uit te zaaien, doe dit dan het liefst op zwaardere gronden (zandleem, klei). Kies ook voor een goed doorluchte, vochthoudende bodem. Droogtegevoelige percelen, net als natte percelen of velden met structuurschade zijn af te raden. De zuurtegraad mag niet te laag zijn, want dit kan een nadelig effect hebben op de stikstoffixatie van het gewas. De pH ligt het best tussen 6 en 7. Een ruime vruchtwisseling wordt nog aangeraden om problemen met bodempathogenen te vermijden. Optimaal zou zelfs 1 op 6 zijn.

Inzaaien

Zomerveldbonen worden in de periode eind februari tot begin april gezaaid aan 45 zaden/m2. Bij een heel vroege zaai mag dit zelfs verhoogd worden richting 50 zaden/m2. De zaaidiepte zit op 4 à 5 cm. Verhoog dit bij een vroege zaai tot 5 à 6 cm om weerstand te bieden aan vogelvraat.

Winterveldbonen kunnen vanaf half oktober tot half november uitgezaaid worden aan minstens 20 zaden per m2 en in praktijk zelfs vaak tot 30 zaden/m2. Ook bij winterveldbonen geldt: diep zaaien, het liefst tot op 7 cm en meer om weerstand te bieden aan vorst.

Een precisiezaaimachine is aanbevolen om een uniforme gewasstand te bekomen. Een maïs- of bonenzaaimachine kan een oplossing bieden, zelfs een graanzaaimachine waarbij eventueel enkele rijen dicht worden gezet. Weet wel dat hoe ruimer de tussenrijafstand is, hoe steviger de planten, maar hoe moeilijker het is om het onkruid te onderdrukken.

De onkruidbestrijding kan mechanisch uitgevoerd worden met een wiedeg tot het gewas in het voorjaar ergens een hoogte heeft van 20 cm. De mogelijkheden van een schoffel worden beïnvloed door de rijafstand. Een bespuiting met bodemherbiciden, voornamelijk tegen grassen en een aantal dicotylen, is mogelijk in vooropkomst. In naopkomst is maar weinig inzet van chemische middelen nodig.

Ziekten en plagen

We hebben al vermeld dat het aangeraden is om voldoende diep te zaaien om vogelschade te vermijden. Het zijn vooral kraaien en kauwen die schade berokkenen rond de opkomst van het gewas en tijdens de winter. Vogelafschriksystemen afwisselen is hierbij de boodschap.

De bladrandkever kan blaadjes langs de randen aanvreten van bij de opkomst tot het 6 bladstadium, en dit zowel in het najaar als voorjaar. Eens het 7 bladstadium gepasseerd is, is behandelen niet meer aangewezen.

Op het vlak van insectenbeheersing zorgt ook de zwarte bonenluis voor schade kort voor, tijdens en na de bloei. Franse bronnen wijzen op een behandelingsdrempel eens er kolonies van meer dan 1 cm groot worden waargenomen.

Rond de bloei is het noodzakelijk om de bonenkever op te volgen en eventueel te behandelen. Femke Moors wijst erop om bij bespuitingen aandacht te hebben voor de bijen. Behandel daarom buiten de vlieguren van de bijen. De meest geschikte periodes zijn dan ‘s avonds laat of ‘s morgens vroeg.

Aangaande de ziektebeheersing moet behandeld worden van zodra roest (roodbruine kleur) wordt waargenomen. Tegen Anthrachnose moet zelden behandeld worden.

Een preventieve fungicidebehandeling tijdens de bloei is nodig om het optreden van botrytis en sclerotinia te vermijden.

Veldbonen worden in reinteelt verbouwd of in mengteelt met granen.
Veldbonen worden in reinteelt verbouwd of in mengteelt met granen. - Foto: Pibo-campus

Proefveldwerking

Aan de Pibo-campus in Tongeren lag dit seizoen een demonstratieperceel met winterveldbonen aan, met hierin een rassen-, bemestings- en zaaitechniekproef. Na een voorvrucht wintergerst werd er geploegd. Het zaaibed werd klaargelegd met de rotoreg. Eind oktober werden de winterveldbonen gezaaid met een bonenzaaimachine (tussenrijafstand van 45 cm). Twee dagen later werd in vooropkomst de onkruidbestrijding uitgevoerd met 0,15 l/ha Centium + 1,8 l/ha Stomp Aqua en 0,3 l/ha Dual gold.

Op 3 mei van dit jaar volgde een fungicidebehandeling met 0,8 l/ha Luna Sensation, gecombineerd met een insecticidebehandeling (vooral tegen de bonenkever) met 75 ml/ha Karate Zeon.

Aangezien veldbonen behoren tot de vlinderbloemigen, zouden zij aan hun eigen stikstofbehoefte moeten kunnen voldoen. Er zijn echter 2 momenten tijdens het groeiseizoen waarbij een stikstofgift de opbrengst zou kunnen beïnvloeden: in het vroege voorjaar, wanneer de plantjes nog klein zijn en de wortelknobbeltjes mogelijk nog onvoldoende ontwikkeld zijn, of bij de bloei. Voornoemde bemestingsmomenten vielen dit jaar respectievelijk op 21 maart en 5 mei.

Bij een proefveldbezoek begin deze zomer werden de opkomst, de uitstoeling en de planthoogte bepaald. De verschillen waren echter zo klein dat vooralsnog besloten wordt dat de stikstofbemesting geen impact had op voornoemde parameters.

In een demonstratieve proef werd er ook gekeken naar 2 verschillende zaaitechnieken, namelijk een bonenzaaimachine (precisiezaaitechniek) en een graanzaaimachine met enkele afgesloten zaaipijpen.

Hierbij zagen de proefveldmedewerkers vooral dat het inzaaien met de graanzaaimachine, en de extra bodembewerking die met de zaaicombinatie werd uitgevoerd, resulteerde in meer gerstopslag (voorteelt). Daarnaast toonden opkomsttellingen dat de opkomst bij het zaaien met de precisiezaaimachine gemiddeld 10% hoger was (75% ten opzichte van 85%).

Als tweede demonstratieve proef werd er gekeken naar de zaaidiepte (4 of 8 cm). De zaaidiepte is vooral van belang om vogelschade te vermijden en inzake vorstresistentie. Vogelschade was echter niet aanwezig op het perceel. De zachte winter van 2021-2022 zorgde ervoor dat er ook weinig vorstschade was op de veldbonen. Dit kan weliswaar bij een strenge winter anders zijn.

En verder

Femke Moors haalt ook de pre-ecoregelingen aan. De teelt van veldbonen valt hier onder de maatregel: ‘inzaai milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke teelten’. Er zijn wel voorwaarden waaraan de landbouwer (en het perceel) moeten voldoen. Een maximaal subsidiebedrag van 600 euro/ha is mogelijk bij het verbouwen van veldbonen.

De pre-ecoregelingen gaan met het nieuwe GLB evolueren naar ecoregelingen. Alle precieze details zijn hier nog niet van bekend, maar de grote lijnen wel. Verwacht wordt dat de verdere steun aan vlinderbloemigen behouden blijft.

Femke Moors besluit haar uiteenzetting met de bemerking dat veldbonen bijdragen tot een meer duurzame landbouw, maar dat voor de teelttechniek de boer de attitude van een akkerbouwer moet aannemen. Een winterteelt is mogelijk, maar zaai dan dieper. De teelt kan interessant zijn, maar de subsidies bepalen momenteel mee de rendabiliteit.

Akkerbouwers en veehouders dienen elkaar te vinden voor een succesvolle en rendabele veldbonenteelt.
Akkerbouwers en veehouders dienen elkaar te vinden voor een succesvolle en rendabele veldbonenteelt. - Foto: Pibo-campus

Ze wijst er ook nog op dat samenwerking van belang is en dat akkerbouwers met veehouders in contact moeten komen. Dit kan via de projectpartners of via de facebookpagina ‘Veldbonenboeren’.

Landbouwers die interesse hebben in het telen of vervoederen van veldbonen, maar die momenteel nog geen afnemer/aanbieder hebben, kunnen dit eveneens aangeven via een formulier dat beschikbaar is op de website van de Pibo-campus.

Link naar de website: https://www.pibo-campus.be/veldbonen-we-inventariseren-knelpunten-en-bre...

Tim Decoster

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken