Startpagina Vleesvee

Dierenarts Randy Boone: “Samenwerking is de sleutel voor rationeel antibioticagebruik in de kalverhouderij”

Kalverhouders blijven zich inzetten om rationeel met antibiotica om te gaan. De sleutel ligt in een nog betere samenwerking tussen kalver- en rundveehouderij, zegt dierenarts Randy Boone. “Het kritieke punt blijft de aankomst van alle kalveren van andere bedrijven op de kalverstal.”

Leestijd : 4 min

De kalversector gebruikt (te) veel antibiotica. De sector kampt volgens kenniscentrum Amcra met grote uitdagingen om het structurele antibioticagebruik te verminderen. Meer dan 98% van kalverbedrijven gebruikt antibiotica en 5% van hen bevindt zich in de rode zone. Daarom moeten kalverhouders voor het eerst dit jaar verplicht een coach aanstellen om antibioticagebruik te reduceren als ze 3 jaar op een rij rood scoren in de benchmarkrapporten.

De sector heeft echter al veel inspanningen geleverd en is bereid om nog verder te gaan. De grote vooruitgang komt er in dit stadium echter enkel wanneer de samenwerking met de rundveesector versterkt wordt, zegt dierenarts Boone. “Er wordt maar 1 kalf per koe geboren. Daardoor komen kalveren van verschillende rundveebedrijven in 1 stal terecht. Kalverhouders zijn daarom erg afhankelijk van de conditie van de dieren die ze krijgen van melk- en vleesveehouders.”

Waarom blijven antibiotica een pijnpunt in de vleeskalversector?

Antibioticagebruik blijft inderdaad een aandachtspunt, maar kalverhouders namen al veel initiatieven om het gebruik van antibiotica op het bedrijf af te bouwen en om meer preventieve bioveiligheidsmaatregelen te nemen. We mogen echter het dierwelzijn- en -gezondheid niet uit het oog verliezen.

Verdere verbeteringen worden pas gerealiseerd als het hele traject van een kalf aangepakt wordt. Kalverhouders zijn afhankelijk van de kwaliteit en de gezondheid van de dieren die ze krijgen van melk- en vleesveehouders. Het kritieke punt blijft de aankomst van kalveren van andere bedrijven op de kalverstal. De kalveren komen in een stal van verschillende rundveebedrijven. Vergelijk een kalverhouderij niet met een varkens- of pluimveebedrijf, die 1 moederbedrijf hebben. Vergelijk het eerder met een kindercrèche. Alle dieren hebben een andere oorsprong en immuniteitsstatus, wat maakt dat het ene dier gevoeliger is voor infecties dan het andere.

Een nauwere samenwerking tussen melkvee-, vleesvee- en kalverhouderij wordt de sleutel om de gezondheid van het kalf te optimaliseren en beoogt een win-winsituatie. Zo kan je op het herkomstbedrijf de ziekte- en vaccinatiestatus uniformiseren en kan ook het biestbeleid verbeterd worden. Als de kalversector daarbij zijn preventiemaatregelen en vaccinatieschema’s kan doortrekken naar de eigen bedrijven, kan je opnieuw reducties in het antibioticagebruik behalen.

Veel rundveebedrijven in onze praktijk hebben al serieuze stappen gezet op het vlak van hygiëne, vaccinatie en biest. We zien daar dat dit voor zowel het bedrijf zelf als de kalveren die naar de kalverhouderij gaan een enorme stap vooruit is. Er komen sterkere kalveren uit die bedrijven. De samenwerking tussen rundveehouderij en kalverhouderij is dus enorm belangrijk om de nieuwe doelstellingen voor antibioticareductie tegen 2030 te halen, evenwel zonder daarbij diergezondheid en -welzijn uit het oog te verliezen.

Andere sectoren hebben lastenboeken die maatregelen opleggen om antibiotica te reduceren. Heeft de kalverhouderij vergelijkbare initiatieven?

De kalverhouderij heeft als eerste sector reeds sinds 1995 het Belgian Controlled Veal (BCV)-lastenboek en werkt sinds de oprichting van Amcra nauw met hen samen. Vanaf dag 1 zijn er maatregelen opgelegd om het antibioticagebruik te reduceren. Cijfers binnen Europa tonen ook dat de Belgische kalversector samen met die van onze noorderburen serieuze inspanningen geleverd heeft.

De sector kwam in 2011 naar buiten met eigen cijfers over antibioticagebruik, lang voor andere sectoren. Latere cijfers uit 2014-2016 toonden dat kalverhouders toen al flink hadden verminderd, met een totale daling van 40% en een daling van meer dan 80% voor de kritische antibiotica.

Overkoepelend waren er al stappen genomen naar een groeiende samenwerking tussen de rundvee- en kalversector. Die samenwerking heeft tot heel wat projecten geleid die de kwaliteit van de biestvoorziening, de voeding en de voorbereiding van de kalveren verbeteren, en die nieuwe diagnostiekmethodes introduceerden. Daardoor zijn er al minder antibiotica nodig wanneer de kalveren bij de kalverhouder zijn.

Wat vinden kalverhouders van de verplichte antibioticacoaches?

Omdat ze al aan zoveel normen moeten voldoen, begonnen kalverhouders met een bang hart aan die reductietrajecten. Maar het is positief verlopen bij elke stal waar ik met een coach kwam. Boeren kregen de kans om hun verhaal te doen en konden hun grieven kwijt. Daarom stonden ze open voor suggesties en veranderingen. Een extern iemand die op de hoogte is van de uitdagingen waarmee de sector kampt, brengt een andere kijk op alle mogelijke maatregelen om antibioticagebruik te verminderen.

Een coach heeft zijn nut, zeker in de stallen waar het terugdringen van antibioticagebruik moeilijker gaat. Belangrijk is wel om te beseffen dat die boeren al veel hebben gedaan om minder antibiotica te gebruiken. Het is niet omdat ze 3 jaar lang een rood bedrijf zijn dat ze niets hebben geprobeerd, maar de normen worden continu strenger.

Een extra voordeel van de externe coaches is dat ze kunnen helpen om de uitdagingen van de kalversector in het geheel van de rundveesector zichtbaar te maken. Dat kunnen wij als specifieke bedrijfsdierenartsen minder goed, terwijl we de hulp van de rundveehouderij nodig hebben.

Wat zijn nog uitdagingen voor antibioticareductie in de kalverhouderij?

Zoals al eerder aangehaald wordt de samenwerking tussen kalverhouderij en rundveehouderij de sleutel tot succes. Daarin schuilt het gevaar dat onze wetmakers het geduld ontbeert om rationeel antibioticagebruik te minderen zonder dierenwelzijn in gevaar te brengen. Een ronde kalveren duurt 8 maanden. Geef kalverhouders (én rundveehouders) de ruimte om de resultaten van hun inspanningen te evalueren en te verbeteren.

Beleidsmakers onderschatten de hoeveelheid regels die nu op veehouders afkomen. Zij willen zich best storten op antibioticareductie, maar tegelijk moeten ze ook mee zijn met de stikstofproblematiek en met Europese regels over het transport en de leeftijd van kalveren. Boeren worden op verschillende fronten uitgedaagd, terwijl zij zich maar met één ding willen bezighouden: de gezondheid van hun dieren, het liefst met zo weinig mogelijk antibiotica.

Thor Deyaert

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken