Wat wijzigt er in het nieuwe GLB?
In maart 2022 werd het Vlaams GLB-Strategisch Plan over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023-2027 ingediend bij de Europese Commissie. Het plan werd nog niet definitief goedgekeurd, maar we kunnen je al informeren onder ‘voorbehoud van goedkeuring’. Landbouwers kunnen immers dit najaar al actie ondernemen.

In het nieuwe GLB wordt gestreefd naar een meer duurzame landbouwsector en naar vitale plattelandsgebieden. Daarbij moet de voedselvoorziening gegarandeerd worden en dient het beleid zoveel mogelijk afgestemd te zijn op uitdagingen zoals klimaatverandering, milieu-uitdagingen en de generatiewissel binnen de landbouw. De Europese landbouwers worden ondersteund om de sector duurzaam en concurrentieel te houden. Alle informatie (onder voorbehoud) over het nieuwe GLB kan je terugvinden op de websites van het departement Landbouw en Visserij en het Vlaams Ruraal Netwerk.
Conditionaliteit als nieuwe term
De term ‘randvoorwaarden’ verdwijnt en de nieuwe term ‘conditionaliteit‘ werd in het leven geroepen. Ook de verplichtingen voor het krijgen van een vergroeningspremie worden daarin opgenomen. De vergroeningspremie valt daardoor dus weg.
De overgang van randvoorwaarden naar conditionaliteit brengt een aantal wijzigingen met zich mee. Zo komt gewasrotatie in de plaats van gewasdiversificatie. Ook zal er meer focus liggen op niet-productief areaal, doordat een minimumpercentage van het bouwland hieraan gewijd moet zijn.
Belangrijk om te weten is dat er een vrijstelling is op de algemene voorwaarde naar gewasrotatie in 2023 om de mondiale voedselvoorziening veilig te stellen, tenzij er op een perceel de ecoregeling ‘vruchtafwisseling met vinderbloemige’ of ‘eenjarige ecoteelten’ werd aangevraagd. Vanaf 2024 gaat het terug naar normaal en mag je geen gewassen uit dezelfde gewasgroep 2 jaar na elkaar als hoofdteelt gebruiken, tenzij er een tussenteelt ingezaaid wordt. De verplichte aardappelrotatie blijft ook in 2023 van toepassing.
Om nog verder de mondiale voedselvoorziening te verzekeren, geldt in 2023 een uitzondering op de basisvoorwaarde ‘niet-productieve arealen’. Als je voor de invulling van dat niet-productief areaal kiest voor braakliggend land, dan mag je op die percelen ook groenten en graangewassen telen, tenzij deze percelen in een groen bestemmingsgebied gelegen zijn.
Als laatste mogen op percelen waar knolcyperus werd vastgesteld, geen wortel-, knol- of bolgewassen geteeld worden.
Bij niet-naleving van de conditionaliteit is er een reductie op de areaal- en diergebonden steun waarop de conditionaliteit van toepassing is.
Inkomenssteun
Inkomenssteun is steun die bijdraagt tot een billijk inkomen en die de boer beloont voor milieuvriendelijke landbouw en collectieve goederen die normaal niet door de markten worden betaald.
Inkomenssteun is er in 2 vormen. De belangrijkste vorm is de ontkoppelde steun. Deze was vroeger bekend onder de naam ‘bedrijfstoeslag’, en werd sinds 2015 hervormd tot de ‘basisbetaling’. Deze basisbetaling wordt jaarlijks uitbetaald aan landbouwers die betalingsrechten bezitten, als ze in dat jaar landbouwgronden in gebruik hebben, en voldoen aan alle steunvoorwaarden. Landbouwers kunnen enkel hun betalingsrechten op een perceel activeren als zij zelf de hoofdteelt op het betrokken perceel verbouwen.
Daarnaast komt er een herverdelende inkomenssteun die zorgt voor een betere verdeling van de middelen over de landbouwers heen. De instroom in en de verjonging van de landbouwsector is essentieel en de steun voor jonge landbouwers wordt dan ook verhoogd. De eerste 5 jaar na de vestiging op het landbouwbedrijf, blijft daarom de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers behouden.
De inkomenssteun wordt (afhankelijk van het aantal aanvragen) geraamd op ongeveer 200 euro/ha voor de eerste 45 ha en ongeveer 160 euro/ha voor de volgende 45 ha. Jonge landbouwers, nieuwe landbouwers en landbouwers met biologische productie zonder betalingsrecht hebben toegang tot de reserve.
Daarnaast is er een nieuwe gekoppelde steun voor zoogkoehouders met aandacht voor een duurzaam graslandbeheer en ruwvoederproductie.
De bijgevoegde figuur 1 geeft de areaal- en diergebonden interventies grafisch weer in verhouding tot het voorziene budget. Hoe groener de kleur, hoe meer de focus ligt op de bijdrage aan milieu- en klimaatdoelstellingen.
Ecoregelingen
In aanloop naar het nieuwe GLB werden in 2022 de pre-ecoregelingen geïntroduceerd. Vanaf 2023 wordt het aantal maatregelen onder de ecoregelingen sterk uitgebreid. Deze ecoregelingen zijn één van de opvallendste wijzigingen in het nieuw GLB: het zijn jaarlijks hernieuwbare verbintenissen waarbij landbouwers vergoed worden voor hun inspanningen die positief bijdragen aan biodiversiteit, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, duurzame landbouw, dierenwelzijn, klimaat en/of landschap. Ook is er aandacht voor digitalisering en modernisering.
De vergoeding via de basisinkomenssteun (op basis van betalingsrechten) in combinatie met de herverdelende inkomenssteun zal in het nieuw GLB aanzienlijk lager zijn dan de huidige basisbetaling en de vergroeningspremie samen. Landbouwers kunnen inspelen op dit verschil door het vrijwillig uitvoeren van ecoregelingen naar keuze. Over het breed pakket aan ecoregelingen wordt de komende weken en maanden uitvoerig gecommuniceerd.
Nu al actie ondernemen
In het nieuwe GLB staan voorlopige maatregelen en aandachtspunten waar je als landbouwer nu al actie voor kan/moet ondernemen. Het departement Landbouw en Visserij heeft ze opgesomd in hun nieuwsflash.
Ecoregeling bufferstroken
De bufferstrook moet normaal al aanwezig zijn óf in het najaar voorafgaand aan de verbintenis, ingezaaid worden, met uitzondering van de bufferstrook met bloemenmengsel. Het departement Landbouw en Visserij laat enkele mogelijke afwijkingen toe voor die verplichtingen en verbintenissen in 2023. Bufferstroken langs kwetsbare elementen, langs waterlopen en bufferstroken ingezaaid met een graskruidenmengsel moeten uiterlijk op 30 april 2023 ingezaaid zijn.
De verplichting dat de bufferstrook al aanwezig moet zijn of ingezaaid wordt in het jaar voorafgaand aan de verbintenis, blijft wel nog gelden voor de grasbufferstrook in het kader van erosiebestrijding. Voor de ‘bufferstrook ingezaaid met een bloemenmengsel’ wijzigt er niets: ook al gaat de voorkeur naar een inzaai in het najaar, voor dit type bloemenstrook is de uiterste inzaaidatum 30 april.
Reinteelten winterveldbonen en wintervoedererwten en een mengsel van wintertarwe/triticale of andere wintergranen met een vlinderbloemige moeten, bij deelname aan de eenjarige ecoregeling ‘ecoteelten’, al dit najaar ingezaaid worden.
Voor deze maatregel gelden geen zaaidichtheden voor reinteelten, wel voor mengsels en mengteelten. Een bijkomende voorwaarde is dat het perceel niet alleen in het jaar dat je de verbintenis aanvraagt bouwland is, maar dat het ook in de 2 voorgaande jaren bouwland of een blijvende teelt was.
Andere maatregelen
Je kan ook steun krijgen via een uitgebreide lijst aan ecoregelingen, agromilieuklimaatmaatregelen en beheerovereenkomsten. Bij het opstellen van je teeltplan voor 2023 hou je daar het best rekening mee.
Zo is er de ecoregeling ‘verhogen organischekoolstofgehalte op bouwland’, waarbij het belangrijk is om voor teelten te kiezen die zorgen voor een hoge koolstofaanvoer.
De zoogkoeienpremie vereist een aantal instapvoorwaarden. Zo moet het areaal blijvend grasland op het bedrijf behouden blijven. Er gelden ook criteria rond duurzaam graslandbeheer en ruwvoederproductie- en diversificatie. In tegenstelling tot het huidige GLB is het quotum in het nieuwe GLB niet meer van toepassing. Overdrachten van zoogkoeienquota zijn dit najaar dus niet meer mogelijk.
Om te kunnen deelnemen aan de ecoregeling ‘Precisielandbouw-plaatsspecifieke bekalking’ moet je op het perceel een bodemscan laten uitvoeren. Dit kan al in het najaar 2022. De taakkaarten die na de scan opgemaakt worden, komen in aanmerking voor de ecoregeling in 2023.
Alle verbintenissen - zowel de eenjarige ecoregelingen als de meerjarige agromilieuklimaatmaatregelen - starten op 1 januari 2023. De voorwaarden moeten vanaf dan worden nageleefd. Het departement Landbouw en Visserij geeft de tip om altijd de gebruiksperiode en minimumoppervlakten van het perceel na te gaan. Die worden voor elke maatregel afzonderlijk bepaald. Vanaf oktober vind je alle subsidievoorwaarden terug in de maatregelfiches op hun website. Er komt ook een combinatietabel die toont welke combinaties mogelijk zijn. De steunaanvragen moet je indienen via de verzamelaanvraag. Er zijn dus geen voorafgaande inschrijvingen meer in het najaar.