Graanoogst 2025: terug naar normale opbrengsten en betere kwaliteit
Fegra, de federatie van de Belgische graanhandel, heeft zowel kwantitatief als kwalitatief een evaluatie opgemaakt van de Belgische oogst 2025 van strogranen (exclusief maïs).

Deze evaluatie is gebaseerd op de voorlopige cijfers van de verzamelaanvragen van het Vlaams en Waals gewest en een uitgebreide enquête bij haar leden.
Verloop van de oogst in België
De oogst van 2025 verliep in veel betere omstandigheden dan de voorbije jaren. Na een zeer sombere en natte maand januari volgde een uitgesproken droog voorjaar. In tegenstelling tot 2024, toen langdurige regen het groeiseizoen bemoeilijkte, viel de neerslag dit jaar op de juiste momenten, waardoor de graangewassen zich snel en homogeen ontwikkelden.
Vooral de wintergerst groeide opvallend vlot: eind april-begin mei was de aarzetting al zichtbaar, een vroeg teken van de voorspoedige ontwikkeling. De hoge temperaturen in mei/begin juni zorgden voor een snelle afrijping, waardoor op sommige percelen al half juni werd gedorst.
De hittegolf van eind juni en de droge start van de zomer boden ideale oogstomstandigheden om rijpe en droge granen te oogsten. In de meeste regio’s verliep de oogst vlot en zonder lange onderbrekingen. Wintertarwe was in veel streken voor meer dan 80% geoogst tegen 21 juli. Enkel in het zuidoosten liep de oogst door tot begin augustus.
Het droge weer had ook een gunstig effect op de gezondheid van de gewassen: de ziektedruk bleef uitzonderlijk laag. Bladvlekkenziekte werd nauwelijks waargenomen en ook dwergroest en gele roest bleef dit seizoen beperkt.
Opbrengsten
Na de sterke terugval van het areaal in 2024 (-41% bij wintertarwe en -26% bij wintergerst door het natte najaar van 2023), toen veel akkers niet tijdig konden worden ingezaaid – zien we dit jaar een duidelijke inhaalbeweging.
De opbrengsten in 2025 waren homogener dan in eerdere jaren. Regionale verschillen bleven beperkt, en in het algemeen kan worden gesproken van een licht bovengemiddeld jaar.
Na het uitzonderlijk slechte 2024 liggen de rendementen duidelijk hoger en bevinden ze zich iets boven het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar. Voor wintertarwe en wintergerst betekent dit zo’n 30% hoger dan vorig jaar. Ook bij spelt waren de resultaten sterk, met rendementen die 50% hoger lagen dan in 2024, maar in lijn met wat men in een goed gemiddeld jaar mag verwachten.
Het vochtgehalte lag gemiddeld onder de 14% voor gerst waardoor er dit jaar nauwelijks nood was aan drogen. Enkel bij tarwepercelen die te vroeg geoogst werden, waren er granen die nog niet volledig rijp waren, maar dit bleef eerder uitzonderlijk.
De koolzaadoogst van 2025 was merkelijk beter dan vorig jaar. Afhankelijk van de regio schommelden de opbrengsten tussen 4,2 en 5,5 ton/ha, wat duidelijk in de lijn ligt van een goed gemiddeld jaar. Daarmee wisten de hogere rendementen deels het effect van het kleiner geworden areaal te compenseren.
Graanareaal
In 2025 kenden zowel Vlaanderen als Wallonië een duidelijke uitbreiding van het graanareaal (exclusief maïs), zij het in verschillende mate. In Vlaanderen ging het areaal met een kwart omhoog, terwijl Wallonië een stijging van iets meer dan 11% noteerde. Bij beide gewesten springen tarwe, spelt en triticale eruit als groeiers, terwijl wintergerst terrein verliest.
Voor koolzaad is de tendens neerwaarts: in heel België daalde het areaal met 18% tot net geen 9.000 ha.
In Vlaanderen springt vooral wintertarwe eruit, met een uitbreiding van 48% tot ruim 59.800 ha. Ook spelt en triticale kenden een opmerkelijke groei: het speltareaal verdubbelde tot meer dan 900 ha (+106%) en triticale nam met 59% toe tot bijna 1.300 ha. De hernieuwde belangstelling voor spelt wordt vooral toegeschreven aan de stijgende consumentenvraag, al blijft het areaal relatief beperkt.
Daartegenover staan duidelijke terugvallen bij andere graangewassen. Wintergerst kromp met een kwart tot ruim 12.300 ha, zomertarwe daalde met een derde (–500 ha) en ook de zomergerst nam met ongeveer 20% af.
Ook in Wallonië blijft wintertarwe veruit het belangrijkste graan, met een areaal dat toenam van 114.000 ha in 2024 naar 127.400 ha in 2025. Wintergerst daarentegen viel terug van 28.162 naar 21.270 ha. De zomerteelten gingen in de andere richting: zomertarwe daalde met ongeveer 900 ha en zomergerst steeg met bijna 60%. Ook brouwgerst nam toe met zo’n 500 ha (+50%).
Daarnaast kende haver een opvallende heropleving: samen groeiden winter- en zomerhaver van 3.232 ha in 2024 naar 6.389 ha in 2025. Ook triticale zette zijn opmars verder, met een groei van bijna 45% tot ruim 5.000 ha. Spelt verdubbelde zelfs van 5.877 ha in 2024 tot bijna 11.600 ha in 2025, waarmee het opnieuw een vaste plaats in het akkerbouwlandschap inneemt.
Kwaliteit
De graankwaliteit van 2025 kan in het algemeen als hoog en homogeen worden omschreven. In tegenstelling tot voorgaande jaren waren er weinig regionale verschillen en bleef de kwaliteit over heel het land vrij consistent.
Het hectolitergewicht was dit jaar opvallend goed. Waar in 2024 nog meer dan 80% van de tarweoogst tussen de 70 en 76 kg/hl varieerde, bedraagt het gemiddelde in 2025 78,45 kg/hl.
Voor zomertarwe lag dit op 77,5 kg/hl, voor wintergerst op 65,8 kg/hl, voor triticale op 73,8 kg/hl, voor spelt op 41,44 kg/hl en voor haver op 49,3 kg/hl.
Globale situatie
Ook op wereldvlak is het beeld voor tarwe in 2025 niet eenduidig. Waar de ene regio uitzonderlijke resultaten boekt, blijft het weer elders de bepalende factor. De wereldproductie van tarwe wordt dit jaar geraamd op 811,0 miljoen ton, een stijging tegenover vorig jaar (799,7 miljoen ton). De consumptie volgt en is met 815,8 miljoen ton hoger dan de productie. In China werd de oogst weliswaar met 2 miljoen ton naar beneden bijgesteld tot 140 miljoen ton, maar dat blijft ruim boven het vijfjarig gemiddelde. Ook in Brazilië en Argentinië lag de productie lager door een kleiner areaal en eerdere klimaatschade.
Daartegenover staan positieve signalen uit de EU27, waar de oogst op 138,3 miljoen ton wordt geraamd, een recordoogst in Roemenië van 12 miljoen ton en hoge verwachtingen van de Amerikaanse oogst.
Voor gerst blijft de situatie grotendeels stabiel, met een wereldproductie van 144,3 miljoen ton, vergelijkbaar met vorig jaar. De stock-to-use ratio blijft laag (12,4%), waardoor de markt gevoelig blijft voor weersinvloeden en prijsschommelingen.
In totaal komt de productie van overige granen (waaronder maïs, gerst en sorghum) op 1.564,5 miljoen ton, een stijging met 3,5%. Vooral de gunstige omstandigheden in Brazilië en een groter dan verwacht ingezaaid areaal in India verklaren deze groei. Voor Oekraïne is de gerstoogst inmiddels binnen en valt die tegen, terwijl de maïsoogst voorlopig redelijk lijkt. In de EU is de situatie omgekeerd: een goede gerstoogst, maar verwachtingen van een tegenvallende maïsoogst, waarbij de raming van het IGC van 57,5 miljoen ton vermoedelijk eerder rond 55 à 56 miljoen ton zal uitkomen.
Wereldwijd zien we dus een gemengd beeld: sterke oogsten in de VS, India en Roemenië zorgen voor recordvolumes, maar in andere regio’s drukken droogte en kleinere arealen nog steeds op de vooruitzichten.
Conclusie
De Belgische graanoogst van 2025 was opnieuw gemiddeld en stabiel, na jaren met extreme weersinvloeden. De opbrengsten lagen rond de langjarige gemiddelden (met licht bovengemiddelde tonnages), de ziektedruk bleef uitzonderlijk laag en de kwaliteit was opvallend hoog en homogeen, met gunstige hectolitergewichten.
Het areaal herstelde zich fors na de terugval van 2024, met een uitgesproken stijging van wintertarwe in Vlaanderen en een sterke groei van tarwe, spelt en triticale in Wallonië. Wintergerst verloor daarentegen duidelijk terrein in beide gewesten.
Op wereldvlak is het beeld gemengd: recordvolumes in onder meer de VS, India en Roemenië zorgen voor sterke cijfers, terwijl droogte en kleinere arealen in andere regio’s de ramingen temperen.