Startpagina Akkerbouw

Indigo Agriculture wil met carbon farming starten in België

Het Amerikaanse bedrijf Indigo wil binnenkort ook landbouwers uit België laten intekenen op zijn carbon farming-traject. Wie een reeks voorwaarden volgt, zou – volgens de huidige tarieven – tot 80 euro per ha kunnen krijgen.

Leestijd : 6 min

Carbon farming betekent grofweg dat je als landbouwer CO2 uit de lucht haalt en die in de bodem opslaat. Je kan daar binnenkort dus ook voor vergoed worden, niet door de overheid, maar door bedrijven.

In de Verenigde Staten en ook elders in de wereld zijn er bedrijven die door hun activiteiten CO2 uitstoten. Op korte of middellange termijn kunnen zij die CO2-uitstoot nog niet naar nul brengen. Om in te gaan op de verwachtingen van hun klanten, willen ze die CO2-uitstoot compenseren en daar betalen ze dan voor, bijvoorbeeld aan Indigo of aan een andere speler.

CO2 compenseren

Vaak krijgen ze door die compensaties voordeligere leningen bij hun bank of kredietverstrekkers. Voorbeelden van merken/bedrijven die hierop intekenen bij Indigo Agriculture, zijn de kledingmerken Ralph Lauren en The North Face en de Amerikaanse brouwerij New Belgium.

Indigo zoekt dan andere partijen die die uitstoot compenseren. Daarvoor bestaan verschillende manieren. Dat kan bij andere partijen gaan over investeren in zonnepanelen of waterkrachtcentrales of over investeren in het (her)bebossen van verdorde gebieden. De optie van Indigo is carbon farming.

Duitsland en België

Indigo heeft reeds een carbon farming-programma in de Verenigde Staten. Daar worden afgerond 2.000 landbouwers door Indigo betaald om aan koolstoflandbouw te doen op zowat 2 miljoen ha. Indigo wil dat nu uitbreiden naar onder meer Azië en Europa. In Europa behoren België en Duitsland tot de testlanden voor Indigo, dat zijn Europese hoofdkwartier in Zwitserland heeft. Indigo werkt met testlanden, omdat de situatie van de landbouw in de VS niet zomaar kan overgenomen worden naar die in Europa. Er bestaan grote verschillen in bodems, perceelsgrootte en beschikbare technieken, mechanisatie en gewassen.

In België voert Agriland als proefboerderij al 2 jaar testen uit voor het carbon farming-programma van Indigo. “Ze steunen op 2 pijlers. Enerzijds willen ze komen tot een vrij open lastenboek waarbij de landbouwers heel wat opties open kunnen houden, bijvoorbeeld inzake keuze van gewassen en ritme van zaaien en oogsten. Anderzijds wil Indigo de absolute zekerheid dat de maatregelen die door hen vergoed worden ook effectief CO2 uit de lucht halen. Dat is waar de financierders voor betalen en dat is de absolute voorwaarde. Goede bedoelingen zijn prima, maar op het einde van de rit moet de rekening kloppen”, zegt Robert de l’Escaille, managing director van Agriland.

Bodemstalen

Indigo heeft strikte voorwaarden. “De voorgeschiedenis van de akkers moet gekend zijn tot 5 jaar terug op een manier dat ze dat kunnen controleren. Ze beginnen dan met een soort van plaatsbeschrijving met bodemstalen. En wat de landbouwer doet om vergoed te worden, moet een verschil vormen met wat er eerder gebeurde. Het mag allemaal niet vaag of ‘ongeveer’ zijn.

Zij vragen bijvoorbeeld een aantal zaken die al bekend zijn in de regeneratieve landbouw, zoals een minimale grondbewerking: licht scheuren in plaats van ploegen. Stoppels moeten blijven staan na de oogst en worden aangevuld met het inzaaien van bodembedekkers als mosterd, alfalfa, klaver en grassoorten. Zo houden we de bodems intact. In de meeste gebieden in België vormt dat geen probleem. Enkel aan de kust is dat een uitdaging. Als je daar de poldergrond niet ploegt, wordt de bodem beenhard en wordt het bijna onmogelijk om te zaaien. Misschien moet daar een uitzondering toegestaan worden om ploegen toe te laten, bijvoorbeeld tot een maximale diepte. Daarvoor dienen dan ook de testen: om te kijken of al de gevraagde maatregelen hier haalbaar zijn”, legt de l’Escaille uit.

Mechanisatie moet volgen

Een uitdaging die nog bekeken moet worden voor ons land, is de mechanisatie. “Om de technieken toe te passen die Indigo aanbeveelt, heb je om te zaaien en te oogsten andere machines nodig dan die van de klassieke akkerbouw. Lichtere oogstmachines hebben minder impact op de bodem. Om die aankopen terug te verdienen met het extraatje van carbon farming, moet je ofwel veel oppervlakte hebben of samenwerken. Als er voldoende landbouwers meedoen, kan het voor loonwerkbedrijven interessant zijn om in deze machines te investeren. Een direct seeder om in licht gescheurde bodem te zaaien, kost al snel 250.000 euro. Het is bovendien de bedoeling dat er geen machines ingezet worden die door hun dieselverbruik de CO2-winst in de bodem nagenoeg tenietdoen.”

Teeltkeuze

In de keuze van gewassen blijft de landbouwer relatief vrij en kan hij kiezen volgens de vraag van de markt. “Wel vraagt dit systeem een rotatie van 5, of, beter nog, 7 jaar ,in plaats van de gebruikelijke 3. Maïs en de klassieke graansoorten passen perfect in dit verhaal en alternatieve, liefst proteïnerijke gewassen zijn geen probleem, zolang ze in het duurzaamheidsverhaal passen: zonnebloemen, sorghum, linzen, groenten …

Soja zien ze liever niet, omdat de Belgische bodem daarvoor minder geschikt is. Van aardappelen zijn ze ook geen fan, omdat die de bodem fel verstoren bij het oogsten, omdat ze een hoge fytodruk hebben en in het algemeen een grote voetafdruk hebben inzake CO2. Suikerbieten wortelen eveneens diep in de grond, maar kan je – door het juiste moment te kiezen – perfect oogsten zonder de bodemstructuur aan te tasten. Je moet dan natuurlijk wel de verwerker meekrijgen in het verhaal. Als die er- op staat dat de bieten moeten geoogst worden als de omstandigheden te nat of te droog zijn, zijn alle eerdere inspanningen voor niets geweest.”

Werken aan de bodemstructuur

“De eerste jaren zullen de landbouwers een kleine vermindering van hun rendement zien, maar vanaf het derde jaar komt dat goed. Ze zien ook dat deze manier van werken een stabielere bodem oplevert, die beter de gevolgen van droogte of hevige regen aankan. Kunstmest wordt afgeraden vanwege zijn hoge CO2-imapct, beter is organische mest van koeien, varkens…

Groenbedekkers kunnen mechanisch worden afgerold, al hebben we ook reeds een test gedaan waarbij die worden afgegeten door schapen. Alle beslissingen die de landbouwer neemt, moeten vertrekken vanuit de bodem, niet vanuit de teelt of vanuit de opbrengst. Door in te zetten op een goede bodemstructuur wordt bovendien erosie of het afspoelen van de vruchtbare bovenlaag vermeden. Mijn buikgevoel zegt dat we op termijn zo ook gezondere gewassen zullen telen, met een hogere voedingswaarde.”

Europese subsidies

Koolstoflandbouw gefinancierd door CO2-compensatie wordt beschouwd als een aanvullend inkomen. “Momenteel rekenen Europese landbouwers sterk op subsidies van Europa en hun eigen land. Als je de uitdagingen ziet waar Europa en de Europese landen vandaag voor staan, dan kan je je vragen stellen bij de houdbaarheid van bijvoorbeeld de Europese subsidies. 55% van het Europese budget gaat naar landbouw. Een politieke beslissing kan van vandaag op morgen verandering brengen in die gigantische stroom van geld”, aldus de l’Escaille.

Engagement

“Particulier gesubsidieerde koolstoflandbouw biedt volgens mij betere garanties. Aan de ene kant zullen bedrijven niet snel terugkomen op engagementen die ze zelf en vrijwillig hebben aangegaan. Dat zou gezichtsverlies betekenen ten opzichte van hun klanten en partners. Bovendien krijgen bedrijven op basis van die engagementen goedkoper krediet. Als ze hun koolstof-engagementen naast zich neer leggen, wordt hun krediet duurder.”

Momenteel betaalt Indigo 40 dollar per ton CO2 dat opgevangen wordt in de bodem. In functie van de gezondheid van de grond zou men per ha tot 2 ton CO2 kunnen opslaan, wat een theoretische opbrengst van 80 dollar of euro per ha vormt. “Analisten verwachten dat de prijs per ton CO2 nog zal stijgen, tot 100 of zelfs 150 dollar. Dan komen we uiteraard in een ander speelveld terecht.”

Voor elke landbouwer

Het is de bedoeling dat eender welke landbouwer in dit systeem kan stappen zodra Indigo operationeel is in ons land. Ze moeten dan het lastenboek volgen, maar daar is nog wel wat speelruimte. “De duurzame technieken die zij vragen, verschillen per land of regio en vallen niet onder een bepaald label. Het staat niet automatisch gelijk aan bijvoorbeeld biolandbouw. Bioboeren kunnen uiteraard in het Indigo-verhaal stappen, maar doorgaans ploegen zij tegen onkruid (in plaats van fyto) of zien we dat bioboeren soms zware machines inzetten die veel brandstof verbruiken en dat past dan niet in het opzet.”

Indigo is niet de enige die inzet op carbon farming. In ons land en in de buurlanden zijn er verschillende spelers die hierin reeds actief zijn of die de mogelijkheden aan het verkennen zijn. “Er zijn wel verschillen. Indigo werkt met kredieten en niet met certificaten, wat financieel interessanter is voor alle partijen. En hier is het het resultaat dat telt en niet enkel de praktijken die je toepast. Inzake betrouwbaarheid en geloofwaardigheid maakt dat een verschil”, besluit Robert de l’Escaille.

Filip Van der Linden

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken