Onregelmatige perceelsregistratie is riskant
Er zijn volgens parlementslid Mieke Schauvliege (Groen) in Vlaanderen nogal wat landbouwers die sjoemelen met de perceelsregistratie. Zij geven gronden aan die ze niet bewerken en die ze ook niet pachten of bezitten. Dat levert deze landbouwers mogelijk onrechtmatig mestrechten en/of Europese landbouwsubsidies op.

Grondeigenaars hebben tegenwoordig wel het recht om met een schriftelijk eigendomsbewijs van een bepaalde grond informatie op te vragen of zijn of haar gronden worden aangemeld in de persceelsregistratie en door wie. Via geopunt zijn deze gegevens ook op perceelsniveau ontsloten, zonder persoonsgegevens.
Onrechtmatigheden opsporen
Minister Zuhal Demir (N-VA) is op de hoogte van deze problematiek. Ze stipt aan dat het departement Landbouw en Visserij verschillende mechanismen heeft uitgewerkt om onrechtmatige aangiften op te sporen. Als meerdere landbouwers eenzelfde perceel aangeven voor eenzelfde periode van het campagnejaar, dan worden volgens de minister de betreffende partijen gecontacteerd met de vraag om deze ‘overlapping’ op te lossen. Zolang dat niet gebeurt, krijgt geen enkele partij de bemestingsrechten, waardoor ze niet meetellen in de mestbalans van het bedrijf.
Er kunnen ook gronden onrechtmatig aangegeven worden zonder dat er een ‘overlapping’ ontstaat. Het departement heeft algoritmes ontwikkeld die gebaseerd zijn op artificial intelligence om bijvoorbeeld verruigde percelen of delen van percelen die mogelijk wijzen op geen landbouwgebruik, te detecteren. Zij maken ook gebruik van het LPIS (Land Parcel Identification System) waarbij percelen die niet in landbouwgebruik zijn een kenmerk krijgen. Als dergelijke percelen toch worden aangegeven door een landbouwer, dan onderzoekt het departement Landbouw en Visserij het gebruiksrecht.
Volgens minister Demir doet het departement ook heel wat terreincontroles en maakt men gebruik van opgebouwde specifieke dossierkennis om onrechtmatige aangiften te detecteren.
Boetes
Ernstige dossiers van onrechtmatige aangifte belanden bij de Mestbank voor nader onderzoek op overbemesting of op een overschrijding van de mestbalans. Het mestdecreet voorziet verschillende administratieve boetes die de Mestbank kan opleggen. Voor een foutieve aangifte bedraagt de boete 250 euro per aangiftegegeven dat foutief is, met een maximum van 1.000 euro per aangifte.
Als na onderzoek door het departement Landbouw en Visserij en op basis van een doorlichting het verwijderen van de onrechtmatig aangegeven percelen resulteert in een overschrijding van de mestbalans, dan bedraagt de boete 0,4 tot 5 euro/kg stikstof die niet overeenkomstig is afgezet en 0,4 tot 5 euro/kg fosfor die niet overeenkomstig het mestdecreet is afgezet. De hoogte van de boete verschilt naargelang de mestsoort.
Bij overbemesting bedraagt de boete 600 euro/ha landbouwgrond met een minimum van 600 euro, behalve voor percelen in de groene bestemmingen. Daar bedraagt de boete 300 euro/ha met een minimum van 300 euro.
Bij recidivisme – herhaling van een foutieve aangifte binnen de 5 jaar – worden de administratieve boetes verdubbeld.