Moeilijke klimatologsche omstandigheden in 2022
Het teeltjaar 2022 kende uitdagende groeiomstandigheden met grote verschillen tussen landbouwregio's. De zeer hoge temperaturen en het aanhoudend watertekort hebben de maïsgroei, de kolfontwikkeling en finaal ook de afrijping van voedermaïs sterk beïnvloed.
Helaas zijn ook de rassenproeven niet gespaard gebleven van deze moeilijke klimatologische omstandigheden. Eind juni waren sommige proefvelden al verloren vanwege heterogeniteit ten gevolge van de droogtestress. Ook daarna bleven de omstandigheden op het veld verre van optimaal, waardoor de resterende proeven heel wat stress ondergingen. Na de oogst werden enkel de proeven weerhouden die binnen de kwaliteitsvereisten van het proefprotocol zaten.
Omwille van de uitzonderlijke omstandigheden werden we genoodzaakt om soepeler om te springen wat betreft de toegelaten vork voor de drogestof- percentages. In normale teeltomstandigheden schrijft het protocol voor om de proeven te oogsten bij een gemiddeld drogestofgehalte in de buurt van 34-35% (ideaal in de vork van 32 tot 37%). Op de proefpercelen van 2022 werden we (net zoals in de praktijk) bij de oogst vaak geconfronteerd met gemiddeldes die de 40% droge stof overschreden. De evolutie van de afrijping van de voedermaïs is afgelopen jaar uitzonderlijk snel gegaan, met stijgingen tot boven de 8 procent droge stof per week.
Vaak waren de stengels eind augustus al helemaal uitgedroogd, terwijl de korrels nog niet rijp waren. Hoewel het drogestofprecentage van de totale plant toen al op ongeveer 35% droge stof lag, hebben veel boeren gewacht op het rijp worden van de korrels. De ongunstige omstandigheden voor het inkuilen wegens de hitte waren een bijkomende factor die landbouwers vaak deed besluiten om de oogst uit te stellen. Los van de extreme jaarsomstandigheden is er in Vlaanderen altijd al een algemene trend om te laat te oogsten. Ondanks de wekelijkse publicatie van afrijpingsdata voor heel Vlaanderen (een project van het LCV) zien we bijna elk jaar dat in de praktijk veel landbouwers 1 of 2 weken later oogsten dan wat wenselijk is voor een goed inkuilresultaat en voor een goede voederkwaliteit.