Startpagina Agriflanders

Welke rantsoensamenstellingen doen methaanuitstoot bij melkvee verlagen?

Kunnen bierdraf, koolzaadschroot en andere nevenstromen uit de agrovoedingsindustrie zorgen voor methaanreductie bij melkvee? Binnen het Vlaio-Flanders’ FOOD LA traject HappyCliMi worden ze in melkveerantsoenen op praktijkbedrijven uitgetest. De vraag naar methaanreducerende middelen vanuit de veehouderij is dringend door nieuwe Europese en Vlaamse wetgeving.

Leestijd : 3 min

In Vlaanderen is landbouw verant-woordelijk voor 10% van de broeikasgasemissies. Een van de strategieën om onze emissies te laten dalen, is om ervoor te zorgen dat runderen minder methaan produceren tijdens hun verteringsproces. Maar hoe pak je dat als melkveehouder concreet aan?

Potentiële methaanreducerende middelen

In HappyCliMi worden naast bierdraf en koolzaadschroot ook andere nieuwe grondstoffen en nevenstromen onderzocht op hun methaanreducerend vermogen bij melkvee. Het gaat dan onder meer over algen, insecten, microbieel eiwit en nevenstromen uit de wijnbouw of preiteelt.

“In een eerder Vlaio LA-traject, SMARTmelken, ontdekten we dat grondstoffen als koolzaadschroot en bierdraf een methaanreducerend effect kunnen hebben van 8%”, zegt Nico Peiren, senior onderzoeker bij ILVO. “In dat onderzoek vertrokken we altijd van hetzelfde basisrantsoen, en dat willen we nu uitbreiden naar andere rantsoenen, zowel meer grasrijke als meer maïsrijke. Zo willen we de resultaten van onze praktijktesten kunnen vertalen naar gerichte voedingsinstructies voor álle melkveehouders in Vlaanderen.”

Andere additieven worden uitgetest

“Binnen HappyCliMi gaat ons consortium ook aan de slag met een 60-tal andere bijproducten die niet inzetbaar zijn voor menselijke consumptie. Deze taak wordt uitgevoerd door Lanupro (UGent). Zo bekijken we koffiedrap, waterlinzen, vliegenlarven, algen, rabarberrhizoom en nog veel meer. We nemen dan een staal pensvocht van de koe en voegen daar het product aan toe. Daarna kunnen we meten of er een reductie van methaanproductie heeft plaatsgevonden ten opzichte van een referentie. Daar halen we de meest belovende producten uit. Daarna hopen we ook die producten te testen in de praktijk, maar dat is werk voor een vervolgproject.”

Management en rantsoen aanpassen

“Het Vlaamse Convenant Enterische Emissies Rundvee wil deze emissies terugdringen met 19% tegen 2030 (ten opzichte van 2015)”, legt Peiren uit. “Het project HappyCliMi richt zich tot de meer dan 5.000 melkveebedrijven die door de juiste bedrijfsvoering en de nodige aanpassingen in het rantsoen een reductie in methaanemissies kunnen realiseren.

Op basis van de SMARTmelken-proeven hebben we praktijktesten opgezet op 3 melkveebedrijven. De bedoeling van die praktijktesten is om het effect van de aangepaste rantsoenen op de melkparameters in te schatten, en om een reductiepercentage voor de maatregelen te bepalen. Op die manier kunnen de inspanningen van onze sector ook in cijfers uitgedrukt worden en dragen ze bij aan het behalen van de doelstellingen in het convenant.

Breed inzetbaar

Het voornaamste doel van HappyCliMi is dus om op korte termijn te weten te komen of de voedermaatregelen koolzaadschroot en bierdraf of enkel koolzaadschroot breed inzetbaar zijn voor elk Vlaamse rantsoen. Het project biedt daarnaast op middellange en lange termijn potentieel voor nieuwe veevoederingrediënten, zoals de larven van de Zwarte soldaatvlieg en algen, om erkend te worden als methaanreducerende voedermaatregel. Dat moeten de laboproeven bij Lanupro echter verder uitklaren.

Waar mogelijk, zal de link gelegd worden met bedrijven die interessante nevenstromen of grondstoffen aanbieden. Als een bijproduct werkt, moet het natuurlijk ook in voldoende grote hoeveelheid op de markt gebracht kunnen worden. Als dat mogelijk is, zal er van daaruit een vervolgtraject opgezet worden.

De uitvoerende partners zijn Flanders’ FOOD, ILVO, Innovatiesteunpunt en UGent.

Sanne Nuyts

Lees ook in Agriflanders

Meer artikelen bekijken