Startpagina Veeteelt

Winterbeweiding, een kans om te grijpen

Op de veeteeltvakbeurs Space in Rennes hebben 3 onderzoekers de voorlopige resultaten voorgesteld van hun onderzoek naar winterbeweiding in Frankrijk (Grand Ouest). Voor veehouders zien zij tal van voordelen, als de omstandigheden gunstig zijn.

Leestijd : 6 min

De onderzoekers zijn Lucie Morin van de proefboerderij La Blanche Maison (Manche), Julien Fortin van de proefboerderij van Thorigné-d’Anjou (Maine-et-Loire) en Tom Duperret van de proefboerderij van Trévarez (Finistère). De resultaten zijn voorlopig en moeten nog bevestigd worden door herhaalde vaststellingen.

Gras groeit ook in de winter

“We zijn vertrokken van vaststellingen die elk jaar terugkeren”, zegt Tom Duperret. “Wij hebben de mogelijkheden om het hele jaar door de dynamiek van de groei van het weidegras te volgen. We stellen vast dat het gras in de winter, zowel in kwaliteit als in kwantiteit, steeds vroeger schiet en dat de groei niet stilvalt in de winter. Gemiddeld was er op de 3 sites een aangroei van 10 kg gras per ha per dag. De vraag stelt zich of je als veehouder deze voedingsbron moet gebruiken en welke nieuwe voordelen daarmee gepaard kunnen gaan.”

Er zijn evenwel een aantal beperkingen voor winterbeweiding: in heel wat situaties staat er te veel water op het grasland. De draagkracht van de bodem, die in relatie staat met de overdadige aanwezigheid van water, vormt ook een beperking, evenals het gebrek aan kennis over de hoeveelheid gras in de winterperiode en over de voedingswaarde die men daaraan mag toekennen.

Welke dieren?

“Op basis van deze vaststellingen zijn we aan de slag gegaan met beweidingstechnieken, met variaties in de soort dieren en de dichtheid (het aantal dieren op de weide) en zijn we gaan kijken naar het effect daarvan op schade aan het grasland.” Daarna zijn ze beginnen kijken naar het potentieel van wintergras.

Bij het onderzoek op de dieren hebben de onderzoekers gemeten hoeveel dagen winterbeweiding mogelijk was en hoeveel droge stof de dieren konden eten op de winterweide.

Holstein

In Trevarez werd de weide wisselend ingenomen door 12 drachtige Holstein-vaarzen van 19 maanden en 5 drachtige gekruiste vaarzen van 20 maanden. Het gemiddelde aantal dagen op de weide ging van 10 dagen voor de klassieke melkkoeien tot 15 dagen voor de koeien voor biomelk. De gewone koeien gingen 3 maanden wisselend op de weide (van begin november tot eind januari) tegenover 2 maanden voor de bio-koeien (van begin december tot eind januari). De beginhoogte van het weidegras bedroeg respectievelijk 9 en 8,2 cm. Wat betreft de bezetting van de weides was 0,3 GVE/ha het jaargemiddelde en voor de klassieke koeien 2,85 GVE/ha bij de winterbeweiding. Voor de koeien voor biomelk bedroeg het jaargemiddelde 0,8 GVE/ha of 2,85 GVE/ ha voor de winterbeweiding. Het grasland was ingezaaid met Engels raaigras en witte klaver.

Limousin

In Thorigné-d’Anjou gebeurde het onderzoek op Limousin-runderen en gekruiste runderen en vaarzen (Limousin/Angus) van 12 tot 24 maanden. De winterbeweiding werd hier vergeleken met runderen die in de winter niet op de weide gingen. Tijdens de testmaanden december en januari bedroeg de gemiddelde beweiding respectievelijk 0,5 GVE/ha en 7 GVE/ha, waarbij elke 5 dagen van perceel werd gewisseld. De grashoogte aan het begin bedroeg 7,6 cm, wat relatief laag is. De weide was ingezaaid met zwenkgras, Engels raaigras, witte klaver, hybride klaver en bladklaver.

Normandische runderen

Bij La Blanche Maison werden een vijftiental Normandische runderen van 12 tot 24 maanden gevolgd. Zij bleven op de weide van begin november tot midden februari, volgens 2 beweidingstypes: vrijloop en roterende percelen. Eén deel van de runderen bleef dus de hele tijd op hetzelfde perceel (lage beweiding in de wintermaanden), terwijl een ander deel op afgebakende stukken van 0,5 ha liep (met 8 GVE/ha) met een rotatie van perceel om de 5 dagen. De grashoogte was aanvankelijk ongeveer gelijk in de 2 gevallen, respectievelijk 10 en 11,5 cm. De weide bestond uit zowel permanent als tijdelijk grasland met Engels raaigras, zwenkgras en witte, paarse en hybride klaver.

Hou bij deze resultaten in gedachten dat de vorige winter in dit deel van Frankrijk heel gunstig was voor deze eerste test met winterbeweiding, met gemiddeld 30% minder neerslag dan gewoonlijk, zachte temperaturen die gunstig waren voor het gras en in het algemeen omstandigheden die gunstig waren voor de draagkracht van de bodem.

De resultaten in Trevarez en Thorigné-d’Anjou

Op 89 dagen beweiding voor het klassieke vee werd bijna 10,5 ton droge stof uit gras door de vaarzen opgenomen, of 0,47 ton droge stof per ha. Er werd hier niet bijgevoederd. De vaarzen waren 24 uur per dag buiten. De gemiddelde opname bedroeg 9,1 kg droge stof per dier per dag.

Op 62 dagen beweiding bij de bio-koeien werd 2 ton droge stof uit gras verwerkt, of 0,52 ton droge stof per ha. De gemiddelde opname bedroeg 7,2 kg droge stof per dier per dag.

In Thorigné-d’Anjou, bedroeg de inname op 55 dagen beweiding 10,5 ton droge stof, of 0,42 ton droge stof per ha. De gemiddelde opname bedroeg 7,9 kg droge stof per dier per dag (78% weidegras, 22% hooi dat werd bijgevoederd).

De resultaten in La Blanche Maison

Op 78 dagen vrije beweiding werd 4,8 ton droge stof uit gras ingenomen, of 1,1 ton droge stof per ha. De gemiddelde opname bedroeg 8,8 kg droge stof per dag per dier. Op 78 dagen met roterende beweiding daarentegen werd 5,4 ton droge stof opgenomen of 1,25 ton droge stof per ha. De gemiddelde opname bedroeg hier 8,6 kg droge stof per dier per dag. Er is dus geen verschil in opname volgens de 2 keuzes.

Zijn er nadelige effecten op de grasgroei in de lente?

Op de 3 percelen die werden bestudeerd in Thorigné-d’Anjou werden de opbrengsten van de percelen met winterbeweiding vergeleken met die van een perceel waar die winter geen enkel dier op liep. De opbrengst van dat laatste perceel bedroeg 2 ton droge stof. Op de graslanden met winterbeweiding bedroeg de opbrengst iets meer dan 1 ton droge stof. Als je daar de droge stof bij optelt die de runderen in de winter reeds ter plaatse verorberd hebben, is er geen verschil in opbrengst (zie figuur 1). Er is dus geen nadelig effect van winterbeweiding op de totale opbrengst van het grasland.

02-3378-space2022-01-web

Bij La Blanche Maison werd de grasgroei gemeten op de verschillende percelen. Daaruit blijkt dat er heel weinig verschil is tussen de 2 manieren van beweiding inzake de impact op de groei in de lente.

Zoals je kan aflezen uit figuur 2, die de samenstelling in Trévarez toont, kan er weinig verschil opgetekend worden inzake de plantensoorten op de graslanden. De samenstelling blijft stabiel, zowel bij winterbeweiding als zonder winterbeweiding.

02-3378-space2022-02-web

Voedingswaarde

Inzake voedingswaarde toont tabel 1 dat het wintergras van goede kwaliteit is. Het gras is jong en bladrijk en heeft heel goede voedingswaardes. Er treedt heel weinig veroudering op. “We zien waarden die we kunnen vergelijken met die van gras in de lente of in de herfst”, zegt Julien Fortin van de boerderij van Thorigné-d’Anjou.

50-4044-space2022-03-web

“In Thorigné-d’Anjou kregen de dieren elke dag gemiddeld 500 g extra gewicht, wat een heel goed resultaat is. Dat zijn de resultaten die je verwacht bij koeien die op stal staan en die hooi en kuilvoer krijgen met soms een koolstofcorrectie, omdat dat voer te weinig koolstof bevat”, stelt Fortin. “We halen heel mooie resultaten met 78% winters weidegras en 22% hooi.”

50-4044-space2022-04-web

“Bij La Blanche Maison was er voldoende groei van de dieren, met een gemiddelde groei per dag van 650 g voor runderen. Er zijn geen grote verschillen tussen de beweiding op roterende percelen en de vrije beweiding bij runderen van 24 maanden. Bij runderen van 15 maanden was het verschil tussen de 2 keuzes wel heel belangrijk. Bij de roterende percelen bedroeg hun groei per dag ongeveer 200 eenheden, terwijl die meer dan 800 eenheden bedroeg voor de vrijlopende runderen. Dit zijn voorlopige resultaten die nog moeten bevestigd worden door herhaalde vaststellingen”, stelt Lucie Morin. Zij geeft aan dat het verschil misschien te maken heeft met een gebrek aan een (vaste) schuilplaats op de roterende beweiding, waar vooral jongere dieren last van ondervinden.

“Ook in Trévarez was de groei van de dieren meer dan bevredigend voor de 2 modaliteiten (klassiek en bio), met een groei in gewicht van 963 g en 663 g per dag voor de gekruiste dieren”, meldt Tom Duperret. Hij verklaart het verschil door de meer heterogene genetica bij de kruisingen.

Vastgestelde besparingen

Voor Lucie Morin is er bij winterbeweiding een voordeel inzake uitgespaard veevoer, stro en bijvoer. Andere voordelen: er is meer ruimte in de stallen en er is minder arbeid nodig. Op de hoeve in Trévarez berekenden ze dat elke dag dat de koeien op de winterweide stonden, er 20 minuten minder werk nodig was om die dieren te voederen.

“Als slotbeschouwing kan men stellen dat de proefboerderijen tijdens de winter van 2020-2021 via winterbeweiding 2,5 extra maanden van beweiding mogelijk maakten, terwijl er geen betekenisvolle invloed was op de groei van de dieren. In de gunstige omstandigheden van die vorige winter is winterbeweiding een mooie kans die je als veehouder niet mag laten liggen om de autonomie van je bedrijf te verbeteren”, zegt de onderzoekster.

Pierre-Yves Lorenzen

Lees ook in Veeteelt

AI helpt levensproductie van koeien nauwkeuriger te voorspellen

Melkvee In de hedendaagse melkveehouderij speelt optimalisatie van de levensproductie van koeien een cruciale rol. Dit verwijst naar de totale hoeveelheid melk die een koe produceert gedurende haar leven. Het verhogen hiervan is essentieel, niet alleen vanuit economisch oogpunt maar ook voor de duurzaamheid van de sector. Door het gebruik van machine learning kan de levensproductie van melkvee al kort na de geboorte beter voorspeld worden dan tot nu toe.
Meer artikelen bekijken