Startpagina Aardappelen

Aardappelproductie daalt, maar vraag blijft goed

De daling van de aardappelproductie in de EU-4 (seizoen 2022) en het beperkte effect van de inflatie hebben tot nu toe geleid tot redelijk goede aardappelprijzen op de vrije markt.

Leestijd : 3 min

De stijgende contractprijzen en de toenemende teeltrisico’s zullen de komende tijd mogelijk ook negatieve effecten hebben op het evenwicht in de gehele aardappelsector: van pootgoedteler over producent, tot handelaar, verwerker en consument.

Lagere productie, grote vraag

Uit de definitieve areaal-, opbrengst- en productiecijfers blijkt een totale productie van 21,69 miljoen ton (-5,3 %). Ondanks een groter areaal dan vorig jaar (512 400 ha, een toename van 2,9 % (+ 14 421 ha)) hebben de lagere opbrengsten per hectare (-6,3 %) geleid tot een daling van de totale productie met 1,2 miljoen ton.

De vraag naar aardappelen is goed. Verwerkers in heel Noordwest-Europa staan te popelen om aardappelen te kopen. Alle fabrieken werken op volle capaciteit. Uitbreiding van bestaande lijnen en nieuwe fabrieken (onlangs geopend of te openen in het 4e kwartaal van dit jaar) hebben geleid tot historisch hoge contractprijzen die ten opzichte van vorig jaar met 30 tot 45% gestegen zijn. Verwerkers in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland zoeken naar meer aardappelen voor het lopende seizoen en voor de campagne 2023 - 2024.

De hogere contractprijzen moeten de hogere productiekosten en de inflatie waarmee telers worden geconfronteerd, dekken. Ze moeten er ook voor zorgen dat het aantrekkelijk blijft om aardappelen te telen voor de verwerkende industrie. Verwerkers zullen in 2023-2024 immers minstens 500.000 ton aardappelen meer nodig hebben. Daartegenover staat dat de risico's voor de telers steeds groter worden en overmacht niet altijd vermeld wordt of opgenomen wordt in de contracten.

Het wordt moeilijker

Uit feiten en cijfers van de NEPG blijkt dat de gemiddelde opbrengsten per hectare de afgelopen 10 jaar gedaald zijn. De belangrijkste oorzaak kan gezocht worden bij de warme, droge zomers, maar ook bodem gerelateerde problemen kunnen aan de basis liggen: verdichting, te weinig organisch materiaal, aaltjes, te nauwe rotatie... Dit probleem moet door de hele aardappelketen worden aangepakt.

Zo zijn kweekbedrijven nu al zeer actief in het ontwikkelen van nieuwe robuustere rassen. Dit zijn rassen die toleranter of resistent zijn tegen de aardappelziekte, beter bestand zijn tegen hitte en droogte of minder stikstof nodig hebben, maar ook meer resistenties bezitten tegen nematoden, virussen... Het gebruik van NBT (New Breeding Technics) zou hierbij kunnen helpen.

Het feit dat op zijn minst een derde (schatting van de NEPG) van de aardappelen op gronden in seizoenpacht geteeld worden, stimuleert telers niet altijd om hun teelttechniek aan te passen. De hoge druk op grond leidt er toe dat een deel van de meerprijs rechtstreeks doorstroomt naar grondeigenaars of verpachters, die geen enkel risico nemen.

De risico's zijn talrijk en nemen toe in vergelijking met 10 of 20 jaar geleden. Naast de onzekere opbrengsten en vrije marktprijzen (en in mindere mate de veranderende contractprijzen) moeten telers nu een reeks ‘nieuwe’ risico's beheersen. Deze risico’s hebben betrekking op de klimaatverandering, geopolitieke (bv. de oorlog in Oekraïne) en sanitaire problemen (bv. de Covid 19-pandemie), de toegang tot water, strengere EU-regelgeving inzake meststoffen (vooral stikstof) en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Bovendien zijn de contracten meer divers tussen verwerkers en moeilijker te begrijpen dan vroeger. Ten slotte worden de risico's (indien van toepassing) maar gedeeltelijk gedekt door verzekeringen. Relatief eenvoudige "hagel- en storm"-verzekeringen zijn nu ingewikkelder en duurder geworden omdat ze nu ook risico's van de klimaatverandering moeten dekken: droogte, buitensporige hitte, overstromingen, erosie en modderstromen, ...

Conclusies

Hogere contractprijzen kunnen een stimulans zijn voor een groter aardappelareaal en grotere gecontracteerde aardappelvolumes maar houden ook bedreigingen in. De kans bestaat dat pootgoedtelers, zetmeelaardappeltelers en tafelaardappeltelers hierdoor overschakelen op de productie van aardappelen voor friet en chips. Dergelijke ontwikkelingen zouden het evenwicht in de hele aardappelsector ernstig kunnen verstoren.

De productiekosten van pootgoed zijn gestegen, maar niets wijst erop dat deze meerprijs terecht komt bij de pootgoedteler. Dit zou kunnen leiden tot een lagere pootgoedproductie in het seizoen 2023. De pootgoedsector zou minstens 5 000 ha kunnen verliezen, wat in het voorjaar van 2024 tot tekorten en hogere prijzen voor de consumptietelers kan leiden. Ook dit probleem door de sector worden aangepakt en niet alleen door pootgoed- en consumptietelers...

NEPG

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken