Vaccineren tegen vogelgriep is geen carte blanche
De vogelgriep blijft een grote impact hebben op de Vlaamse pluimveehouders en op de export van kippenvlees en eieren. De uitwerking van een vaccinatiebeleid tegen de vogelgriep valt onder de federale bevoegdheid. De pluimveesector overlegt momenteel, in de werkgroep Pluimvee van het Sanitair Fonds, over de aanpak van vaccinatie in België.
E uropa laat sinds 12 maart toe om pluimvee te vaccineren. “Ik ben nog steeds een voorstander van preventief vaccineren als aanvulling op alle reeds bestaande bioveiligheidsmaatregelen die tot doel hebben om insleep en verdere verspreiding van de vogelgriep tegen te gaan”, zei Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) op 22 maart in de commissie Landbouw na een vraag van Sofie Joosen (N-VA).
Belangrijke voorwaarden
Het is nog wachten op een commercieel beschikbaar vaccin. “Maar we moeten er ook rekening mee houden dat de mogelijkheid die de Europese Commissie heeft gecreëerd om te vaccineren tegen vogelgriep geen carte blanche is voor de lidstaten en de pluimveesector.
Er worden belangrijke voorwaarden opgelegd om te mogen vaccineren, zodat besmettingen met hoogpathogene vogelgriep niet onder de radar blijven. Zo is vervoer van ge-vaccineerd pluimvee enkel en alleen mogelijk als er om de 30 dagen testen worden uitgevoerd die aantonen dat het pluimvee niet besmet is. Wekelijks moeten virologische testen worden uitgevoerd op gestorven dieren. Er wordt een stevig bewakingsprogramma gevraagd.
Een andere belemmering is uiteraard de mogelijke weigering van derde landen om gevaccineerd pluimvee en hun producten in te voeren. Dit vereist nog onderhandelingen met deze landen om handelsbelemmeringen te voorkomen”, verduidelijkte minister Brouns.
Stalsystemen verbeteren
Minister Brouns gelooft dat innovaties inzake staltechnieken kunnen meehelpen om problemen in de pluimveesector op te lossen. “Er is dan niet noodzakelijk sprake van megastallen. Ik zeg dat we de performantie van stallen en stalsystemen zeker moeten kunnen verbeteren en optimaliseren in de toekomst.”
Filip Van der Linden
