Startpagina Paarden

Schuilplaatsen voor paarden op de weide of rond de stal

Paarden die in het wild leven, gaan op zoek naar natuurlijke schuilplaatsen, zoals bomen of hagen. Natuurlijk doen ze dat bij gebrek aan beter. Toch is schuilen onder een boom bij onweer nu eenmaal geen goed idee en gebeurt het maar al te vaak, met alle risico’s die erbij horen. Een paard in de weide heeft dus beschutting tegen zon en onguur weer nodig. En voor zo’n beschutting zorgen we bij voorkeur zelf.

Leestijd : 4 min

Een paard dat op een geïsoleerde weide loopt – lees buiten ons gezichtsveld – heeft op zijn minst een schuilstal nodig. Trouwens, als een paard permanent op de weide verblijft, moet je sinds 10 januari 2013 de mogelijkheid hebben om het paard op te stallen. Heb je die mogelijkheid niet, dan moet er op de weide beschutting voorzien zijn, ofwel in de vorm van een schuilhok, ofwel in de vorm van natuurlijke beschutting. Wij adviseren een schuilhok.

Als de weide aansluit op zijn stal, is het makkelijk om de deur open te laten, zodat het paard vrij in en uit kan gaan en staan. Als je echter meerdere paarden aan huis hebt, is juist die ene deur wél een probleem. Voor alle duidelijkheid: in dit artikel gaat het over paarden die niet permanent op de weide verblijven.

Rangorde

Of je nu 1 of 5 paarden aan huis stalt, vanaf 2 paarden geldt een rangorde en … kunnen ze niet langer samen door dezelfde deur. Dat mag letterlijk genomen worden, want tal van paarden die dit wel waagden, hielden er al dan niet ernstige schaafwonden aan over of kwamen zelfs klem te zitten, met kreupelheid tot gevolg. Lopen er meer dan 2 paarden rond die door dezelfde deur moeten om te schuilen, dan ben je beter af met een degelijke schuilstal of een aan de stal aangebouwd afdak.

Schuilplaats

De schuilplaats moet op goed gedraineerde grond worden gebouwd. Eventueel moet de grond rondom de schuilplaats worden verhard. Paarden zijn immers vlucht- en bewegingsdieren en zijn gespecialiseerd in het aanleggen van diepe modderpoelen. De schuilplaats moet met de rug naar de wind – meestal westenwind bij ons – staan en gebouwd zijn van stevig materiaal.

Het dak moet hoog genoeg zijn om de paarden voldoende ruimte te geven voor hun hoofd. Denk daarbij altijd aan de hoogte van een steigerend paard … of van een poging tot steigeren. Een afzonderlijke schuilstal heeft een dak dat naar achteren afloopt, zodat het regenwater niet aan de voorzijde naar beneden slaat. Schuilplaatsen met een open voorzijde zijn het veiligst en beantwoorden het meest aan het vluchtinstinct van het paard bij gevaar van welke aard dan ook.

Bij het aanbouwen van een afdak aan een bestaande stal is een aflopend dak naar achteren niet mogelijk. Dan is een degelijke dakgoot wel een oplossing. Het hemelwater opvangen is dan een aanrader, het vat is immers snel vol na felle regenval en regenwater is kostbaarder dan ooit.

Ruimtelijke ordening

Een inforonde op PaardenPunt Vlaanderen leerde ons dat schuilhokken onder strikte voorwaarden vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning. Sinds 2016 is er geen vergunning meer nodig voor schuilhokken met een oppervlakte tot 40 m2 (per aaneengesloten groep van percelen in één eigendom), en dit voor zover ze niet liggen in ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van parkgebied. Belangrijk is dus te weten dat 20 m2 40 m2 werd en dat je het best informatie inwint bij PaardenPunt Vlaanderen en/of de gemeentediensten, om je ervan te vergewissen dat je paardenweiden niet gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied.

Weidegang en welzijn

Prof. Dr. Frank O. Ödberg is de oprichter van het Laboratorium voor Ethologie aan de UGent, dat gespecialiseerd is onder andere gedrag en welzijn van paarden. Uit een presentatie van hem pikten we de volgende items op, waar elke paardenhouder iets kan uit leren met betrekking tot weidegang en het nut van beschutting.

Tal van gedragsstudies tonen aan dat paarden in ons klimaat meer gaan schuilen in functie van de weersomstandigheden, en wel voordat deze omstandigheden zich aandienen. Jonge dieren schuilen meer. Arabische paarden schuilen minder bij zon dan warm- of koudbloeden.

Een paard zal beschutting zoeken bij felle zon en tegen insecten, felle wind en regen. De interacties van regen en temperatuur, regen en felle wind en sneeuw en felle wind verhogen de nood aan schuilen voor veel paarden. Soms is de schuiltijd kort, maar het blijft belangrijk voor het paard.

De noden tot schuilen zijn anders in de winter dan in de zomer. De vloer moet steeds droog zijn om uitglijden – wat dikwijls gebeurt – zoveel mogelijk te vermijden. In de winter is beschutting boven en aan de zijkant belangrijk, zodat het paard een windvrije hoek heeft. In de zomer is het nuttig dat de zijkanten open zijn en dat het dak zoveel mogelijk hitte blokkeert.

Informeren en vergelijken

De voorbije jaren is de markt voor schuilstallen enorm gegroeid. Aarzel dus niet om op meerdere plaatsen advies in te winnen. Een deel van een loods aan de zijkant openlaten, zodat het paard permanent een schuilplaats heeft, is een vrij goedkope oplossing (zoals op de foto). De platen op het dak bevatten isolatie en houden de hitte van de zon tegen. Zelfs bij noorderwind beschikt het paard over een windvrije hoek. Perfect is dit niet, want felle westenwind kan hier welig tieren. Toch is het afdak diep genoeg voor beschutting tegen regen. De perfectie bestaat waarschijnlijk, maar daar hangt ook een prijskaartje aan.

Meer informatie vind je op: Paarden op de weide/Folder FOD Volksgezondheid of op de site van PaardenPunt Vlaanderen. Je kan er ook de volledige presentatie van prof. Dr. Frank O. Ödberg downloaden.

Patricia Borgenon

Lees ook in Paarden

Meer artikelen bekijken