Startpagina Economie

De overheid moet een belangrijkere rol spelen in de voedselmarkt

Een eerlijke prijs, het is niet alleen een topic dat in het globale Zuiden speelt. Dat bewees het debat ‘De smaak van eerlijk voedsel’, dat georganiseerd werd door KU Leuven, Groene Kring en Rikolto. Zowel in Vlaanderen als in het verre Tanzania is een degelijk beleid cruciaal om te komen tot eerlijke prijzen voor ons voedsel.

Leestijd : 5 min

Het debat zelf levert een bijdrage aan een constructieve dialoog tussen de verschillende actoren in de keten. “We praten vaak over de landbouw, zonder de boer een stem te geven”, zegt moderator Tessa Avermaete van KU Leuven. “Er is nog heel wat werk aan de winkel: de prijs van ons voedsel weerspiegelt absoluut niet de reële prijs. Je voelt echter dat de meeste, zo niet alle actoren in de keten, beseffen dat er structurele verandering nodig is.”

Het belang van een goed contract blijkt niet alleen waar in België, in andere continenten is het werken met contracten dé manier om een goede prijs te krijgen voor landbouwproducten. De Tanzaniaanse Neema Silas bijvoorbeeld, een landbouwster die onder andere groenten teelt, weet dat ze moet onderhandelen voordat ze verkoopt. “Voor de verkoop van de landbouwproducten werk ik met contracten. Daarnaast vind ik het belangrijk om de markt te begrijpen en om prijzen te vergelijken. Als je geen contract hebt, moet je verkopen tegen de prijs die dan heerst”, vertelt ze. Het biedt ook extra voordelen: sommige kopers geven de telers tips om meerwaarde te creëren aan de producten.

Ook in België ijveren landbouwers voor een faire prijs voor hun producten, en dus voor een goed inkomen. Voorzitter Groene Kring Bram Van Hecke: “Boeren verdienen 60% van het loon van de gemiddelde Vlaming. Voor mij mag dat 110% zijn. Er bestaat een incorrectheid in de keten. De boer compenseert dit voor zichzelf door tevreden te zijn met de omgeving waar die werkt, het mooie landschap, familieboerderij…, maar dat is niet voldoende.”

Onzekerheden bij prijszetting

Ondervoorzitter van Groene Kring en melkveehouder Maarten Moermans geeft aan dat het moeilijk is om een faire prijs voor melk te krijgen. “Melk is niet lang houdbaar en moet binnen de 3 dagen in de fabriek zijn. De prijsvorming in de markt is hierdoor moeilijker. We zijn dus heel afhankelijk van de zuivelfabriek. We kunnen de prijs niet zelf bepalen en proberen daarom de kostprijzen voor ons zo goedkoop mogelijk te houden om wat marge te halen.” Die kostprijs kan hij wel wekelijks inschatten, maar kan hij niet zeker weten. “Er zijn altijd factoren waarop je geen vat hebt. Omdat we echter lid zijn van coöperatie Arla, heb je als boer wel wat inspraak.”

De melk – eventueel verwerkt – via de korte keten afzetten biedt maar beperkt soelaas. Maarten verkoopt jaarlijks tussen de 50.000 en 60.000 l van de totale 1,2 miljoen l melk via de korte keten. “Het verhoogt de meerwaarde, en een groot voordeel is dat je de prijs zelf kan bepalen. Omdat de hoeveelheid echter beperkt is, is er in totaal ook maar weinig winst. Bovendien komt de concurrentie op. Als er veel landbouwers in de buurt hetzelfde doen, merk je toch dat er concurrentie is, wat een invloed heeft op de prijs. Dus alle boeren aan de korte keten…dat zal niet gaan.”

Ten slotte duidt hij op de rechtszekerheid van de landbouwers, die de laatste jaren meer en meer in het gedrang komt. “Er zijn heel wat uitdagingen in de landbouw. We leven in een tijd waarin landbouwers beperkt worden en waarin er wel wat maatregelen worden opgelegd. En dat terwijl schaalvergroting voor ons belangrijk is om marge te creëren. Kijk alleen al naar het PAS-verhaal. Ook dit heeft invloed op de bedrijfsvoering en dus op de prijsvorming. We weten dat er uitdagingen zijn, maar we moeten de ruimte krijgen.”

Nieuwe prijsvormings- systemen en meer labels?

Rikolto onderzoekt bovendien prijsvormingssystemen die eerlijk zijn. Jelle Goossens van Rikolto: “Als prijzen in de tijd grote sprongen maken, is dat voor een boer niet gemakkelijk. Daarom denken we bijvoorbeeld aan bandsystemen met een minimum- en maximumprijs, waartussen prijzen kunnen variëren.”

Een manier om een hogere prijs te vragen én te verantwoorden, is het gebruik van labels. Communicatieverantwoordelijke van Lidl, Isabelle Colbrandt, geeft aan dat ze werken met het Fairtrade-label, onder andere voor chocolade: “We willen allereerst al transparantie in de keten. Hoe kom je van boon tot chocolade in de rekken? We streven alvast naar minder schakels in de keten. Dat is beter voor de prijsvorming, en is duurzamer.” Duurzaamheidscoördinator bij Lidl Ines Verschaeve springt bij dat België in Europa niet de beste van de klas is. “Andere landen, zoals Nederland, staan veel verder als het gaat om labels en certificering. Een voorbeeld is het label rond dierenwelzijn bij varkensvlees. Dat is er nog niet bij ons. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat concurrenten moeten volgen, anders zet Lidl zich moeilijk in de markt.”

Labels zijn geen totaaloplossing

Toch wordt de kanttekening gemaakt dat de consument van Lidl niet per se naar het meest duurzame grijpt. “90% kiest voor het goedkoopste”, aldus nog Verschaeve.

Professor landbouweconomie Université Catholique de Louvain, Goedele Van den Broeck, geeft aan dat er veel labels bestaan, wat positief is voor de landbouwers. “Het blijft wel belangrijk te beseffen dat de labels maar van toepassing zijn op bepaalde producten, en dus niet op het hele gamma landbouwproducten van de boer. Een label garandeert niet direct een goed inkomen. Certificering is geen mirakeloplossing.”

Maarten Moermans beaamt dit alleen maar. Ook hij krijgt voor zijn melk een label. “In het begin kreeg ik daarvoor een mooie meerprijs, maar als 99% van de boeren dat label krijgt en het dus eerder een standaard wordt, valt die meerprijs weg. Dat is jammer.”

Tussenkomst overheid

Goossens geeft aan dat er dringend nood is aan een duidelijk plan: “Er zijn heel wat voorbeelden van initiatieven van supermarkten, bijvoorbeeld naar dierenwelzijn toe, maar dat moet een kader krijgen.” Die rol ziet het panel vooral voor de overheid, en dat in het ketenoverleg, vooral omdat sommige schakels niet de gewoonte hebben om samen te werken. Het loopt bijvoorbeeld stroef door andere belangen. Supermarkten hebben schrik om uit de markt te verdwijnen. Verschaeve geeft ook aan te merken dat veel schakels de uitdagingen van de supermarkten niet kennen.

De oplossing? “De overheid moet de lat leggen, zodat de prijzen niet meer naar beneden kunnen”, geeft Goossens aan. Bram neemt het op voor de landbouwer: “Concrete besluiten blijven blijkbaar moeilijk, terwijl dit wel absoluut nodig is. We begrijpen mekaar nog te weinig. We moeten uitzoeken hoe marges voor alle partners in de keten verhogen. Ik geloof dat er een goed marktbeleid moet komen, in plaats van het subsidiebeleid dat nu heerst. Een subsidie is maar wat geld. Ze mogen het meenemen, als ervoor wordt gezorgd dat op een andere manier de boer een eerlijke prijs en een eerlijk inkomen krijgt. En een goed marktbeleid, dat moet eigenlijk vanuit Europa komen.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken