Startpagina Melkvee

Het belang van vitaminen en mineralen bij rundvee

Vitaminen en mineralen zijn in vele lichaamsprocessen van groot belang en zijn dan ook essentieel om de gezondheid van het dier te waarborgen. Deficiënties leiden tot metabole problemen, die resulteren in verminderde activiteit, groei en vruchtbaarheid, maar ook in ziekte en sterfte, met economische verliezen tot gevolg.

Leestijd : 6 min

Het verschil tussen vitaminen en mineralen zit in de chemische structuur. Vitaminen zijn organische verbindingen en mineralen anorganische. De organische verbindingen kunnen door bepaalde diersoorten en planten aangemaakt worden, in tegenstelling tot de anorganische. Dieren nemen de meerderheid van de mineralen op via planten, die deze op hun beurt uit de bodem onttrekken. Een kleine hoeveelheid mineralen kan door een dier ook rechtstreeks uit het drinkwater worden opgenomen.

Vitaminen

Er zijn 2 soorten vitaminen. De vetoplasbare (A, D, E en K) en de wateroplosbare vitaminen (B en C), met allen zeer uiteenlopende functies. De vetoplosbare vitaminen kunnen in het dier worden opgeslagen, terwijl de wateroplosbare bij overmaat worden uitgescheiden.

Herkauwers kunnen in tegenstelling tot eenmagige dieren een aantal vitaminen zelf aanmaken, maar vanwege hun grote behoeften is dit vaak niet voldoende

Vitamine A Retinol, beter gekend als vitamine A, kan in het darmslijmvlies of de lever gevormd worden uit bètacaroteen. Dit laatste vindt men voornamelijk terug in gras en luzerne en is bij supplementatie in het rantsoen te herkennen aan de typisch roodoranje kleur.

Bètacaroteen is te herkennen aan de typische roodoranje kleur.
Bètacaroteen is te herkennen aan de typische roodoranje kleur. - Foto: Jolien Coppens

Vitamine A is belangrijk bij de vorming, bescherming en herstel van huid en slijmvliezen. Daarnaast is het van belang bij het optimaal functioneren van het immuunsysteem en zorgt het voor een betere ovulatie, implantatie van eicellen en ontwikkeling van de vrucht. Het bètacaroteen op zich doet dienst als antioxidant en draagt zo bij aan een goede werking van het afweersysteem. Bijgevolg leidt een tekort tot vruchtbaarheidsstoornissen en een verminderde weerstand.

Vitamine B1 Thiamine of vitamine B1 wordt bij herkauwers aangemaakt door bacteriën aanwezig in de pens. Het is betrokken bij de energieproductie van het dier en speelt een rol bij de zenuwgeleiding. Aandoeningen die zorgen voor een disbalans van bacteriën in de pens, bijvoorbeeld pensverzuring, resulteren in een verminderde aanmaak.

Als gevolg van een tekort aan dit vitamine kan er zwakte en CCN (cerebrocorticale necrose) ontstaan. CCN uit zich in zenuwsymptomen, waaronder blindheid. Het is aan te raden om bij hoogproductieve dieren extra vitamine B1 aan het rantsoen toe te voegen.

Vitamine B12 Vitamine B12, ofwel cyanobalamine, wordt met behulp van bacteriën in de pens gevormd uit het mineraal kobalt. Dit vitamine heeft ook een functie bij het energiemetabolisme en helpt bij de vorming van bloedcellen.

Te weinig kobalt in het dieet beperkt de aanmaak van vitamine B12 en kan leiden tot groeistoornissen, gewichtsverlies, een verlaagde voederconversie, verminderde melkgift en bloedarmoede.

De andere B-vitaminen hebben zeer uiteenlopende functies, maar zullen in dit artikel niet aan bod komen.

Vitamine C Herkauwers kunnen uit bepaalde suikers in de lever ascorbinezuur of vitamine C aanmaken. Kalveren tot en met de leeftijd van 3 weken zijn hiervoor afhankelijk van de aanvoer via het colostrum en de melk.

Vitamine C is een belangrijk antioxidant. Een antioxidant beschermt het lichaam tegen stoffen die vrijkomen onder stress of bij het normaal functioneren van het immuunsysteem. Vitamine C kan deze functie direct uitoefenen of indirect door het recupereren van een ander belangrijk anti-oxidant, namelijk vitamine E (zie verder). Naast de oxidatieve functie is vitamine C van belang bij de vorming van collageen en de omzetting van vitamine D naar de actieve vorm.

Een deficiëntie kan leiden tot een verminderde afweer. Hoogproductieve melkkoeien zijn gevoelig voor tekorten, omdat de bouwstenen voor vitamine C gebruikt worden voor de melkproductie.

Vitamine D Onder invloed van zonlicht, meer bepaald de UV-stralen, en een aaneenschakeling van verschillende processen in het lichaam, is het dier in staat om zelf de actieve vorm van vitamine D3 (calcitriol) aan te maken. Calcitriol speelt een zeer belangrijke rol in onder andere het calciummetabolisme. Het regelt de absorptie van calcium en fosfor uit de dunne darm, mobilisatie van calcium uit beenderen en de excretie van calcium door de nieren.

Aangezien melkkoeien bij ons weinig aan zonlicht blootgesteld worden, is er een beperkte synthese. Een tekort resulteert in een slechte mineralisatie van beenderen, stijfheid, manken en in een verhoogde kans op kalfziekte. Supplementatie met vitamine D3 is zeker aan te raden.

Vitamine E Een laatste vitamine die niet aan de lijst mag ontbreken, is tocopherol, beter bekend als vitamine E. Het heeft, net zoals vitamine C, een antioxidatieve functie. Het beschermt het lichaam tegen schade en helpt het immuunsysteem. Vitamine E en selenium versterken elkaars werking. Een typische aandoening die bij te lage gehaltes voorkomt, is white muscle disease. Hierbij treedt stijfheid van de spieren op, voornamelijk bij vleesvee. Daarnaast zorgen tekorten voor een verminderde werking van de immuniteit.

Mineralen

Deze voedingsstoffen kunnen niet zelf door het dier aangemaakt worden en dienen via het rantsoen aangereikt te worden. De belangrijkste mineralen die verder besproken worden, zijn calcium (Ca), fosfor (P) en magnesium (Mg). Een onderdeel van de mineralen zijn de sporenelementen. Deze zijn in lagere concentraties in het lichaam aanwezig, maar zijn ook van levensbelang. Onder deze groep vallen selenium (Se), koper (Cu), zink (Zn), mangaan (Mn), ijzer (Fe) en jodium (I).

Calcium Calcium is de bouwsteen van botweefsel en is daarnaast nodig voor een goede werking van zenuwen en spieren. Bij een lacterend dier stijgt de behoefte van 6 naar 30 g calcium per dag voor de aanmaak van colostrum en melk. Om deze overgang probleemloos te laten verlopen, is een goed management rond kalven noodzakelijk. Bij te lage gehaltes spreekt men van hypocalcemie, ook wel kalfziekte genoemd. Typische symptomen zijn wankele koeien, die uiteindelijk niet meer recht kunnen.

Fosfor Fosfor heeft ook een sturende rol in de aanmaak van botweefsel en bij de spier- en zenuwwerking. Daarnaast is het van groot belang in de energiehuishouding van het lichaam. Bij het begin van de lactatie is de fosforbehoefte het grootst, omdat een deel van het opgenomen fosfor via de melk wordt uitgescheiden.

Bij tekorten kan er, net zoals bij kalfziekte, niet alleen spierzwakte ontstaan, maar ook een verminderde melkproductie, botontkalking en roodbruine urine door de afbraak van rode bloedcellen. Er dient daarom evenveel aandacht besteed te worden aan de fosforbehoeften als aan de calciumbehoefte van het dier.

Magnesium Een vaak onderschat element is magnesium, dat eveneens belangrijk is voor botopbouw en in het calciummetabolisme. Magnesium heeft ook een functie in de goede werking van spieren en bij de overdracht van prikkels in de zenuwbanen.

Symptomen van deficiënties zijn spiertrillingen, het ritmisch heen en weer bewegen van de oogbollen, overgevoeligheid bij aanrakingen en, bij ernstige tekorten, uitgebreide zenuwaanvallen. Runderen gevoelig voor het ontwikkelen van hypomagnesiëmie, zijn melkkoeien begin lactatie, dieren op de weide en kalveren die enkel koemelk aangeboden krijgen.

Sporenelementen

Tot slot belichten we nog enkele sporenelementen.

Een veelbesproken element is selenium. Het heeft een antioxidatieve werking en is daarom essentieel voor de optimale werking van de immuniteit. Een gebrek aan selenium kan zich in verscheidene problemen uiten, zoals een verminderde vruchtbaarheid, een verhoogd celgetal, uierontsteking en verlaagde melkgift. Bij vleesvee kan er ook white muscle disease ontstaan.

Samen met jodium is selenium onmisbaar bij een goede ontwikkeling van de longen in foetussen en is het medeverantwoordelijk voor het optimaal functioneren van dit orgaan na de geboorte. Bij een tekort van een van beide ontstaan de typische pompende kalveren, waarbij een duidelijke abdominale ademhaling kan opgemerkt worden.

Koper en zink zijn een onderdeel van verschillende enzymen, waardoor ze in het lichaam diverse functies hebben. Koper heeft onder andere een rol bij de vorming van rode en witte bloedcellen en het immuunsysteem. Zink is dan weer betrokken bij de huid en klauwvorming, alsook bij de immuniteit.

Uitgebalanceerd rantsoen is essentieel

We kunnen besluiten dat vitaminen en mineralen noodzakelijk zijn voor een goede gezondheid en een optimale productie bij zowel melk- als vleesvee. Een uitgebalanceerd rantsoen, waarbij wordt voldaan aan de behoefte van de dieren, is essentieel.

Een regelmatige controle van de aanwezige hoeveelheden in het lichaam van het dier kan helpen om wijzigingen aan het rantsoen tijdig door te voeren en om verdere problemen te voorkomen.

Jolien Coppens, UGent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken