Startpagina Actueel

Verenigde Veehouders dienen klacht in bij parket

Eerder deelde de organisatie Verenigde Veehouders de open brief aan administrateur-generaal Bernard De Potter met betrekking tot het PAS-dossier. Nu volgt ook een klacht bij het parket. Reden is de publicatie van ernstig foute cijfers, manipulatie en fraude in verband met stikstofemissie en -depositie van veehouderijen.

Leestijd : 4 min

De vzw Verenigde Veehouders heeft op 1 maart 2023, in een open brief aan de Vlaamse parlementsleden, al gewezen op de incorrecte cijfers en fouten in de PAS. Deze open brief was gebaseerd op de bevindingen van een panel van onafhankelijke professoren, die de belangrijkste wetenschappelijke en juridische pijnpunten van de voorgenomen stikstofaanpak aantoonden. Niettegenstaande deze toelichting aan het Vlaamse Parlement is tussen de regeringspartijen onlangs een PAS-akkoord tot stand gekomen dat nauwelijks gewijzigd werd ten opzichte van de eerste versie.

De vzw Verenigde Veehouders geeft in de aanklacht onderstaande opsomming van de leugens en fraude, die ook te lezen zijn in de open brief.

De conclusie is dat de berekening van de VMM in 2020, gebaseerd op onjuiste gegevens, aan de veehouderij een bijdrage van 12,7 kg N/ha geeft uit ammoniakemissie in de totale stikstofdepositie/ha van 18,7 kg N /ha. Een herberekening op basis van de huidige kennis en stand van de wetenschap levert een bijdrage van amper 1,6 kg N/hectare uit veeteelt-ammoniak. Door de draconische maatregelen van de PAS volgt er een kapitaal- en inkomensverlies in de veehouderijsector van meer dan 1 miljard euro. Gemiddeld 75.000 €/bedrijf.

De verliezen in de agro-voedingsketen bij toeleverings- en verwerkingsbedrijven zijn nog onbekend. Verplicht 30% minder dieren houden is ook 30% minder omzet en inkomen. Gebaseerd op frauduleuse cijfers is dit niet alleen een schending van de mensenrechten.

1. Aandeel in de emissie ammoniak

Volgens de publicaties op de VMM-website is het aandeel van de sector landbouw in de emissie van ammoniak nog steeds 95,17 %. Energie, industrie en transport zijn samen goed voor 2,96 % en huishoudens voor 1,42 %.

De stikstof inhoud van de humane sanitaire afval is ongeveer één vierde van de totale stikstofexcretie door de veeteelt. Een bijdrage van slechts 1,42 % door de huishoudens is een flagrante leugen.

2. Dubbele hoeveelheid droge NH3 depositie?

In een Excel-tabel publicatie van de meetresultaten van stikstof-depositie in de 9 meetpunten van de VMM in 2020, wordt voor de droge depositie van ammoniak een theoretische waarde vermeld, 8,3 kgN/hect, die bijna dubbel zo hoog is als de fysiek gemeten waarde voor de natte depositie, 4,4 kg N/hect/jaar in 195 regendagen.

Deze theoretische waarde wordt geschat met het VLOPS-model, omdat volgens de VMM droge depositie moeilijk te meten valt. Deze dubbele hoeveelheid droge NH3 depositie, is zowel rekenkundig als volgens de wetten van de fysica onmogelijk! 8,3 kg is wel 44% van de totale stikstofdepositie! Als men beweert dat droge depositie van 8,3 kg N/hectare/jaar bijdraagt aan de vermesting van de bodem, dan moet men die daar bij een analyse ook in terugvinden.

Daar heeft men geen theoretisch VLOPS-model voor nodig, maar een fysieke proefopzet, naar analogie met snelheidsovertredingen in het verkeer, die fysiek geregistreerd worden met gehomologeerde en geijkte toestellen. Het theoretische VLOPS-model (Aerius in Nederland) werd door ons professoren panel al bestempeld als onbruikbaar en ‘pseudo-wetenschap’. Het model wordt niet alleen gebruikt om droge depositie mee te verklaren, maar bij de PAS berekent het ook de impact van de emissies van ammoniak uit een veehouderij op de omliggende natuur.

Bij de beschrijving van het VLOPS-model in wetenschappelijke publicaties vinden we talrijke ingewikkelde formules, maar geen enkele fysieke test die de theorie kan staven. Wel is er een studie van een Vito-wetenschapper die aan het OPS-model een onnauwkeurigheid van 70% toekend.

Dit VLOPS-model werd met opzet ontwikkeld om onder het voorwendsel van ‘wetenschap’ cijfers te kunnen manipuleren.

3. Onjuiste stikstof-depostie waarden

De stikstof-depositie waarden op de VLOPS-kaart stemmen niet overeen met de werkelijkheid en vertonen afwijkingen tot 20% met de waarden die berekend werden in de 9-meetpunten.

Het zijn geen gemeten depositiewaarden maar cijfers die afgeleid zijn en overeenstemmen met de veebezetting per km². Wij vragen ons dan ook af wat de invloed is van deze discrepantie op de impactberekening van veehouderijen bij toepassing van de PAS.

4. Onbetrouwbare emissie-factoren.

De ammoniak-emissie wordt nu bepaald met een voorspellingsmodel, op basis van een vaste emissiefactor per diersoort en het staltype. Het gaat dus om een gemiddelde schatting die wellicht te hoog is omdat ze gebaseerd is op een fout NH3-aandeel van 95,17% .

Continue metingen van de emissie werden nooit uitgevoerd. Het ILVO is nu pas gestart met proeven die in 2023 en 2024 zullen plaats hebben.

5. Emissie veeteelt

Onderzoek van isotopen wijst de ammoniakbron aan. 44% van de ammoniak in Europa is afkomstig uit verbranding.

In december 2022 werd een wetenschappelijk artikel gepubliceerd op de gerenommeerde officiële overheid website van de USA, The National Center for Biotechnology Information.

“NH3-vervluchtiging uit kunstmest, fecaliën en afval (v-NH3) is lang aangenomen geweest als de voornaamste NH3-bron, maar de bijdrage van verbrandingsgerelateerde NH3 (c-NH3, voornamelijk uit fossiele brandstoffen en verbranding van biomassa) bleef onbekend. Stikstofisotopen van atmosferische NH3 en NH4+ werden verzameld en een robuuste methode ontwikkeld om v-NH3 en c-NH3 te onderscheiden. De relatieve bijdrage van de c-NH3 in de totale NH3-emissies liep op tot 40±21% (6,6±3,4 Tg N jr−1), 49±16% (2,8±0,9 Tg N jr−1), en 44±19% (2,8±1,3 Tg N jr−1) in respectievelijk Oost-Azië, Noord-Amerika en Europa.

Gezien het maatschappelijk belang, moet rekening worden gehouden met de c-NH3-emissie bij het opstellen van emissie-inventarisaties, verspreidingsmodellen, mitigatiestrategieën, het budgetteren van depositiefluxen en het evalueren van de ecologische effecten van atmosferische NH3-belasting.”

Deze nieuwe wetenschappelijke vaststellingen brengen het aandeel van de veeteelt in de NH3 emissie op maximum 36%.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken