Sterke aangroei in eerste helft van augustus
Staalnames op 20 aardappelpercelen met het ras Fontane tonen grote verschillen tussen de percelen. Het aantal groeidagen ligt dit jaar echter ruim 20 dagen achter op schema. Volgens het Landbouwcentrum Aardappelen missen we dus ondanks de goede aangroei nog veel gewicht.
De opvolging van praktijkpercelen Fontane gebeurt in kader van het Landbouwcentrum Aardappelen (LCG) gefinancierd door de Vlaamse Overheid. Op 11 en 14 augustus werden voor de tweede keer stalen genomen voor de groeicurve op bijna 20 percelen met Fontane (een samenwerking tussen PCA, Inagro, BDB, PIBO Campus en de Vlaamse Overheid). De percelen liggen verspreid over het Vlaamse grondgebied. In Wallonië voeren Fiwap en Carah de nodige proefrooiingen uit. De in totaal 34 percelen liggen verspreid over het Belgische grondgebied.
Eén Vlaams perceel werd begin juli éénmalig beregend. Het effect hiervan is niet te zien in de resultaten van de proefrooiingen. De wisselvalligheid van de buien heeft een grotere invloed op de opbrengt en kwaliteit.
Grote verschillen
Bij de tweede staalname op 11 en 14 augustus zaten de Vlaamse percelen Fontane gemiddeld op nog maar 87 groeidagen. De bruto-opbrengst (alle sorteringen en uitval) lag tussen 10 en 40 ton/ha. Het gemiddelde bedroeg 26,9 ton/ha. De verschillen tussen de bemonsterde percelen is dus zeer groot. Een viertal percelen blijven nog onder 20 ton/ha; op 7 velden werd wel 30 ton/ha en meer gehaald. De partijen in de Antwerpse Kempen en in Limburg hebben momenteel een opvallende voorsprong (wat niet enkel te danken is aan meer groeidagen).
Helft van de percelen grof genoeg voor maleïnehydrazide
Het lijkt er momenteel wel op dat het verband met het knolaantal per struik groter is dan de relatie met het aantal groeidagen. Dit jaar zien we in het algemeen minder knollen per struik (ook bij andere variëteiten). Een lager knolaantal lijkt wel een invloed te hebben op de totale opbrengst. De 5 percelen met de laagste opbrengst hebben gemiddeld een achttal knollen per struik, terwijl de percelen met de hoogste opbrengst bijna 13 knollen per struik vormen.
De sortering is ondertussen ook een stuk grover geworden natuurlijk. 61% van de opbrengst (+35mm) zit in de sortering +50mm. Dit betekent tussen slechts 2 ton/ha tot wel 34 ton/ha. De helft van de percelen heeft meer dan 80% van de knollen in de sortering +35mm, wat nodig is voor een maleïnehydrazide (MH)-behandeling. Voor de andere is het nog altijd net iets té vroeg voor een behandeling.
Sterke aangroei
Alle percelen kenden een mooie aangroei in de afgelopen dagen. De grootste aangroei is evenwel terug te vinden in het oosten van ons land. Gemiddeld spreken we van een toename van 600 kg/ha/dag. Voor eerste helft augustus is dit een mooie stijging (meerjarig gemiddelde rond 500 kg/ha/ton). Nog nooit eerder startten we de groeicurve na zo weinig groeidagen. De voorbije jaren zaten we bij de eerste naar de tweede staalname gemiddeld op 96 naar 110 groeidagen en noteerden we een toename van 500 kg/ha/dag.
Het langjarige gemiddelde voor Fontane ligt rond 11 augustus op 40 ton/ha. Daar blijven we momenteel nog ver onder. Maar het aantal groeidagen dit jaar ligt ruim 20 dagen achter op schema. De voorbije jaren startten we gemiddeld op zo’n 100 groeidagen en noteerden we 35 ton/ha. Trekken we de trendlijn door naar 87 groeidagen dan komen we ongeveer op 27 ton/ha; dit is de opbrengst die we momenteel opmeten.
Qua grofte zitten de Vlaamse percelen wel voor op schema (op aantal groeidagen). Daar zit het lagere knolaantal voor iets tussen. Het meerjarig gemiddelde na 87 groeidagen ligt op 11 ton/ha of 43%.
Laag OWG
Het onderwatergewicht van Fontane lag bij deze proefrooiing op 315 g/5 kg. Dit betekent voor alle percelen een stijging tegenover de eerste staalname. Toch blijft het onderwatergewicht (OWG) gemiddeld nog zeer laag zowel als we kijken naar aantal groeidagen (meerjarig gemiddelde 365 g/5kg) als naar datum (395 g/5kg). Met dergelijke lage onderwatergewichten vinden we nog veel drijvers tot een maximum van 69%.
Op de meeste velden wordt geen doorwas gevonden; enkele percelen vormden een paar popperige knollen. Toch zijn er wel 3 percelen met aanzienlijk wat doorwas overwegend onder de vorm van popperigheid (19 tot 37% van de knollen). Slechts op één perceel werden enkele secundaire knollen gevonden.
Uitval blijft uiterst beperkt; met uitzondering van de percelen met popperigheid waar dan ook meer uitval aanwezig is onder de vorm van misvormde en/of gekloven knollen. Groene of rotte knollen werden nergens gezien.
De afrijping is op enkele percelen gestart.
