België, Nederland en Duitsland bepleiten vaccin tegen blauwtong en exportversoepelingen
België, Nederland en Duitsland hebben maandag 23 oktober in de marge van een bijeenkomst van de Europese landbouwministers in Luxemburg gepleit voor de snelle ontwikkeling van een vaccin tegen blauwtong serotype 3. Ook dringen ze aan op enige flexibiliteit bij de export van levende dieren uit landen die door het virus worden getroffen.
"Het blauwtongvirus treft nu 2.500 bedrijven in Nederland. Er is een enorme uitbraak die zich ook verspreidt naar Duitsland en België", zo luidde de Nederlandse landbouwminister Piet Adema de alarmbel op een gemeenschappelijk persmoment met zijn Duitse collega Cem Özdemir en de Belgische federale minister David Clarinval.
Samenwerking met farmabedrijven
De ministers willen met de farmaceutische sector samenwerken om zo snel mogelijk een vaccin tegen dit type te ontwikkelen en te produceren, indien mogelijk met Europese steun. Adema gaat alvast met de farmabedrijven praten. De Nederlander hoopt dat het vaccin op de markt kan zijn tegen de lente, wanneer hogere temperaturen opnieuw in het voordeel van het virus spelen.
Blauwtong serotype 3 dook begin september op in Nederland. Sindsdien heeft het zich in een razendsnel tempo over het land verspreid. De ziekte wordt verspreid via muggen, zogenaamde knijten, en treft vooral schapen. Ook in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en in een schapenbedrijf in Merksplas is een besmetting vastgesteld.
Belgische export ligt stil
Zo verloor België opnieuw zijn status van blauwtongvrij land. Voor de binnenlandse handel is dat geen probleem, maar de export van levende runderen naar andere lidstaten ligt sindsdien stil. Het is wel zo dat andere lidstaten dieren uit deze landen onder specifieke omstandigheden nog steeds kunnen toelaten.
Minister Clarinval en zijn collega’s dringen aan op enige flexibiliteit. "We vragen aan de Europese Commissie een uitzondering voor gezonde dieren, alsook aan de lidstaten om blijk te geven van enige soepelheid zodat we ondanks alles levende dieren kunnen blijven exporteren in goede veiligheidsomstandigheden", zei Clarinval.
