Tuinplant van de maand november
Osmanthus of schijnhulst is een geslacht van groenblijvende heesters waarvan sommigen, hun Nederlandse naam doet het al vermoeden, sterk op hulst lijken.
De kleine, welriekende bloemen zijn wit, crème of geel en verschijnen al naargelang de soort in het voorjaar of laat in het najaar. En omdat onbekend, in dit geval ten onrechte, onbemind maakt, zetten we deze mooie plant graag eens in het zonnetje.
Iedere maand zet Bloemen bureau Holland een plant in de kijker. Deze organisatie voorziet de deelnemende verkooppunten van extra promotiemateriaal en zorgt er zo voor dat deze planten opvallend aanwezig zijn in de markt. Deze maand valt de eer te beurt aan de schijnhulst die dus meer dan anders aanwezig zal zijn in de handel. Vaak zijn het eerder kleine exemplaren die in de handel te koop worden aangeboden en ze zullen vooral gepromoot worden als balkon- en terrasplant. Maar met hun trage en compacte groei zijn deze doorlevende, groenblijvende planten ook dankbare tuinplanten en dat zowel als solitair- of als haagplant.
Botanisch
Osmanthus maakt deel uit van de familie van de Oleacea, een grote familie die heel wat goede en vaak lekker geurende tuinplanten omvat zoals: seringen, liguster, jasmijnen, forsythia maar ook forsere planten als olijf en es. Het geslacht Osmanthus telt in totaal ongeveer 30 soorten waarvan er een tiental in cultuur zijn. De overige soorten zijn tropische en subtropische soorten die in België niet of onvoldoende winterhard zijn. Van de soorten die bij ons verkocht worden is de winterhardheid, in tegenstelling met wat vaak gedacht wordt, verrassend goed. In echt strenge winters, die we de laatste jaren niet meer gekend hebben, kunnen sommige soorten nog wel wat vorstschade oplopen maar doorgaans herstellen ze zich nadien zeer vlot. Omdat de verschillende soorten nogal verschillen qua uiterlijk en groeiomstandigheden geven we hierna een beknopte omschrijving van de meest courante soorten die we in de handel aantreffen.
Osmanthus heterophyllus
Deze soort is veruit de populairste en meest gekweekte van alle Osmanthussoorten maar wordt vanwege zijn leerachtige, getande bladeren vaak verward met hulst. Voor een kenner zijn de verschillen nochtans duidelijk. Bij de schijnhulst zijn de bladeren tegenovergesteld ingeplant, bij de hulst staan ze afwisselend ingeplant op de takken. Net als bij hulst zijn vooral de jonge bladeren getand, de oudere zijn vaak gaafrandig, maar bij de schijnhulst prikken de scherpe tanden niet, bij de gewone hulst wel. De schijnhulst wordt bij ons ook minder hoog (tot 3 m) en heeft een gedrongen, compacte groeiwijze.
Osmanthus heteropyllus bloeit in september-oktober met kleine, zoetig geurende, witte bloemen in okselstandige bundels. In landen met een mild klimaat, in Vlaanderen geldt dit eerder voor beschutte groeiplaatsen, is deze soort een goede haagplant (verdraagt goed snoei, groeit langzaam en compact) maar gewoonlijk wordt de plant toegepast als solitairstruik of als groenblijvende potplant. Goede cultivars zijn o.a.:
‘Aureomarginatus’ is een geelbonte vorm met een diepgeel gerand blad maar is in vergelijking met de witbonte cultivars weinig opvallend. De groeiwijze is iets losser dan bij de soort.
Osmanthus x burkwoodii
Deze interessante en relatief veel gekweekte hybride is ontstaan uit een kruising van twee Osmanthussoorten (O. delavayi en O. decorus). Hieruit ontstond een vrij langzaam groeiende plant (3 tot 4 m uiteindelijke hoogte) die zowel geschikt is als solitairplant en als haagplant die zeer goed sterke snoei verdraagt en dus ook kan toegepast worden als laagblijvende haag. Het blad (2 tot 4 cm lang en 1 tot 2 cm breed) is licht getand, leerachtig maar niet stug en donkergroen tot lichtgroen (op kalkhoudende gronden) van kleur. De plant bloeit in april met trosjes, kleine, sterk geurende witte bloemetjes.
Osmanthus decorus
Deze soort is inheems in Turkije aan de zuidoostelijke zijde van de Zwarte zee. Hij groeit uit tot een brede, vrij dicht vertakte struik (3 tot 4 m hoog) met een enigszins wrattige bast. De jonge, ietwat afgeplatte, opstaande twijgen zijn olijfgroen en verkleuren later naar grijs. Het smalle, leerachtige, gaafrandige blad is dof donkergroen en aan de achterzijde geelachtig groen gekleurd. In april mei verschijnen de trosjes wit-groene eerder kleine bloemetjes die een heerlijk aroma verspreiden. Een goede cultivar is ‘Angustifolius’
Verzorging
Schijnhulst is, met dank aan de zachter wordende winters, een mooie uitbreiding van het assortiment groenblijvende struiken. De plant biedt vele mogelijkheden: potplant, solitair én haagplant. Osmanthus groeit in elke goede, niet al te natte, voldoende humusrijke tuingrond. Voor een goede groei volstaat een voorjaarsbemesting met een universele tuinmeststof. Toegepast als haagplant volstaan 2 scheerbeurten (1 in het late voorjaar en nogmaals eind augustus-begin september) om de haag mooi in vorm te houden. Solitaire planten dienen alleen gesnoeid te worden als de plant te groot wordt of als ze dreigt uit vorm te groeien. Een dergelijke snoeibeurt gebeurt best in maart, als de kans op hevige vorst voorbij is.