Boerenbond investeert 500.000 euro in 5 innovatieprojecten voor minder stikstof
Op 31 januari 2023 maakte Boerenbond bekend dat het in totaal 2 miljoen euro zal vrijmaken voor onderzoek naar innovatieve stikstofoplossingen, en dat over een periode van 4 jaar. Jaarlijks wordt een half miljoen euro verdeeld over enkele geselecteerde projecten om hun onderzoek te financieren. Op 9 november werden de eerste 5 projecten bekend gemaakt.

Boerenbond neemt het heft in eigen handen en wil zelf zoeken naar oplossingen voor de stikstofuitdagingen binnen de landbouwsector. Daarom lanceerde de landbouworganisatie begin dit jaar een projectoproep voor bedrijven en instellingen. “Momenteel zijn er te weinig technieken en maatregelen voor landbouwers om de PAS-doelstellingen te halen”, zei Lode Ceyssens, voorzitter van Boerenbond toen. In 2024, 2025 en 2026 zal Boerenbond dezelfde oproep lanceren.
Selectieprocedure
De eerste geselecteerde projecten werden ingediend door bedrijven uit Geel, Ieper en Merelbeke en ook door 2 bedrijven uit Nederland. Zo wil Boerenbond in totaal zo’n 16 projecten een financiële ondersteuning bieden van samen 2 miljoen euro. Elk project krijgt voor 50% financiële steun.
De geselecteerde bedrijven worden ondersteund door de experten van Boerenbond. Boerenbond brengt hen ook in contact met het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij en met het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) voor de ondersteuning van hun ontwikkelingsproces.
Tot hiertoe is het arsenaal van innovatieve oplossingen te beperkt, te duur, of praktisch niet toepasbaar, zegt Boerenbond op basis van gesprekken met landbouwers. Om een impuls te geven aan technologische bedrijven, zowel binnen als buiten de landbouwsector, heeft de organisatie de projectoproep gelanceerd. Boerenbond werkt al langer samen met onderzoeks- en kennisinstellingen en met verschillende bedrijven om innovatie te stimuleren, maar het was de eerste keer dat er zo’n oproep werd uitgeschreven.
Uiteenlopende projecten
Van den Plas, stalinrichter voor varkenshouderij, krijgt ondersteuning voor een project rond een mestbak voor kraamopfokhokken met vrije uitloop. Dankzij dit systeem kan het kraamhok meteen ook fungeren als opfokhok, zodat de biggen na het spenen in hun vertrouwde omgeving blijven, wat hun welzijn aanzienlijk bevordert. Door de onderkant van de mestbak te koelen, zorgt Van den Plas voor een extra reductie van de ammoniakemissie. Het project beoogt een uitstootreductie van 70 tot 80% te realiseren.
Vermeulen Construct en AndersBeton slaan de handen in elkaar voor wat ze het project ‘WellFareCalf’ noemen. Ze ontwerpen een systeem waarbij mest en urine in de vleesveestal niet met elkaar in contact komen, zodat de vorming van ammoniak tegengehouden wordt. Concreet wordt onder de roostervloer waarop de kalveren staan een ondiepe hellende vloer aangelegd, met in het midden een smalle opening. Deze zorgt ervoor dat urine snel kan aflopen. De mest blijft liggen op het bovenste deel van de vloer en wordt apart afgevoerd via een mestschuif. Door deze aanpak zou de vorming van ammoniak in de stal aanzienlijk teruggedrongen kunnen worden en kan de geurbelasting van de stal verminderd worden.
Kamplan, specialist in voersystemen en mestverwerking, krijgt dan weer steun voor het ‘Total Circulair farm concept’ in de varkenssector. Door een ammoniak- en geurvrije vloeistof, afkomstig uit biologische mestverwerking, toe te voegen in de mestkelder, wordt deze verdund. De verdunde mest kan dan op zeer regelmatige basis gecontroleerd weggespoeld worden, waardoor deze minder lang in openlucht blijft liggen en waardoor ammoniak geen kans krijgt om te vervliegen. De verdunning en de regelmatige verwijdering van de mestvloeistof moeten bij alle categorieën varkens tot 85% ammoniakreductie leiden.
Lely Sphere
Lely, producent van robotica (melk-, voer- en mestrobots…) en datasystemen voor melkveebedrijven, ontwierp, net als Vermeulen Construct, een systeem, Lely Sphere genaamd, waarbij urine en mest niet met elkaar in contact komen. In de oplossing van Lely blijft mest liggen op de roostervloer en wordt afgevoerd via een mestverzamelrobot. Urine vloeit middels urinestrips (te integreren in bestaande roostervloeren) weg naar een stalkelder, waar een afzuigsysteem ervoor zorgt dat eventuele emissies die ontstaan, opgevangen en gezuiverd worden. Een managementsysteem toont nauwkeurig aan hoeveel stikstof er door het Lely Sphere systeem is omgezet in vloeibare ammoniak.
Projectidee vanuit landbouwer
Het laatste project werd mede bedacht door Dries Maenhout, die zelf melkveehouder is. Hij en het bedrijf Detricon zetten in op een tweeledige oplossing, waarbij ze enerzijds stikstofemissies tijdens mestopslag beperken, en anderzijds de gerecupereerde ammoniak inzetten als meststof. De reductie tijdens opslag wordt bereikt door dagverse mest, nog voor opslag te behandelen met een ammoniakale stikstof verlagende techniek van Detricon.
In de eerste stap wordt de mest ingebracht in een vergistingsinstallatie, waarna hij gescheiden wordt in een dunne en dikke fractie. De dunne fractie wordt nadien verder behandeld via manipulatie van temperatuur en zuurtegraad, waardoor de ammoniak die erin zit grotendeels wordt omgezet naar de gasfase en apart kan afgevoerd worden en omgezet in een vloeibare meststof. Omdat dit alles gebeurt in een afgesloten omgeving, is het aandeel ammoniak dat hierbij vrijkomt in de atmosfeer verwaarloosbaar. De vloeibare meststof kan lokaal gebruikt worden als meststof voor de akkers of voor particulieren. Dit alles moet zorgen voor 10 tot 40% emissiereductie en voor een terugwinning van minstens 75% van ammoniakale stikstof uit digestaat.
Dries zoekt al enkele jaren naar een oplossing voor zijn mestafzet. “Twee jaar geleden bouwde ik een nieuwe stal met biogasinstallatie en sindsdien ben ik aan het zoeken naar manieren om mijn mest rendabel te verwerken, want wij hebben een grote mestafzet en dat kost mij jaarlijks veel geld”, vertelt hij. “Ik wilde een manier vinden om van die kost een opbrengst te maken, maar de mestwetgeving is een doolhof en elk straatje lijkt dood te lopen. Er bestaan nu enkele bedrijven met stikstofstrippers, en bij Detricon had ik het beste gevoel. Hun werking ligt het dichtst bij die van mij. Samen met Denis De Wilde van Detricon heb ik dat project dan ingediend.
Denis De Wilde: “De technologie is niet nieuw, maar we willen graag de combinatie onderzoeken van een biogasinstallatie en een stikstofstripper. Daarbovenop zoeken we ook naar een meetmethode om het effect van beide installaties op stikstofuitstoot te bepalen. We willen een goed onderbouwd reductiepercentage bekomen, zodat er later geen discussie is.