Zorg ervoor dat er nog voldoende jonge boeren zijn
Vlaamse en Nederlandse jonge boeren worden geconfronteerd met heel wat uitdagingen. In kader van het CEJA-congres organiseerden ze een debat over de impact van het klimaat en over financiële weerbaarheid.

Dit jaar organiseerde CEJA, de Europese koepelorganisatie voor jonge boeren, haar congres in de Lage Landen. De organisatoren – Groene Kring en de Nederlandse evenknie, NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) – wisten voor de startavond in het Antwerpse Museum aan de Stroom (MAS) op 11 december een rist aan prominenten en beleidsmakers te verzamelen voor 2 panelgesprekken, een eerste over klimaatadaptatie en een tweede over financiële weerbaarheid.
De jonge boeren kampen in beide landen – en bij uitbreiding ook in de rest van Europa – immers met gelijkaardige problemen en immense uitdagingen.
Klimaatuitdagingen
Minister van Omgeving, Zuhal Demir (N-VA), nam enkel deel aan het eerste debat over de impact van klimaat op landbouw. Voor de minister is de beschikbaarheid van water hierbij een van de belangrijkste aandachtspunten. “We zetten in op klimaatadaptatie. Ik bekijk met collega Jo Brouns welke teelten er hier in de toekomst nog mogelijk zullen zijn.” Het valt haar op dat er in onze regio bijvoorbeeld meer en meer aan wijnbouw wordt gedaan, een teelt die we hier in het verleden amper zagen. “Al bij al mogen we ons nog gelukkig prijzen met de ligging van Vlaanderen en Nederland. Bij de boeren in het zuiden van Europa is de klimaatverandering nog meer voelbaar.”
Melkveehoudster Susan Mahieu getuigde dat ze op haar bedrijf al heel wat klimaatmaatregelen treft: “We telen onder meer luzerne, voedererwten en -bieten. Het zijn gewassen die beter bestand zijn tegen de veranderende weersomstandigheden. Daarnaast bekijken we wat we nog zelf kunnen doen om de effecten van de klimaatverandering te beperken. Zo willen we graag een pocketvergister installeren, maar jammer genoeg krijgen we hier geen vergunning voor.” Voor Susan betekent dat ze door de overheid belemmerd wordt om te innoveren en te verduurzamen.
Ook de jonge Nederlandse akkerbouwer Gerben Boon weet van geen hout meer pijlen te maken. “Het Nederlandse landbouwakkoord bracht geen soelaas. Er gebeurden vele gesprekken, maar die hebben tot niets geleid en de onzekerheden bleven. Op lange termijn hebben wij goede kaders nodig.” Volgens Gerben is de markt betrouwbaarder dan de overheid.
Demir beseft dat de opeenstapeling van allerlei regels – denk aan de Nitraat-, Water-, Habitatrichtlijn – verstikkend werken voor de (jonge) boeren. “Maar de politiek moet moed hebben om op tijd regels te maken. Hoe langer je problemen vooruit- duwt, hoe erger je het maakt. Ik betreur hoe bepaalde zaken in het verleden zijn verlopen, maar nu moeten we vooruit en inzetten op dialoog.”
Overheid moet zaken mogelijk maken
Volgens Chris Kalden, voorzitter van het Nederlandse landbouwakkoord, moet de overheid intelligent, terughoudend sturen. De overheid moet zaken mogelijk maken of juist niet. “Maar de overheid (in Den Haag) bepaalt in plaats van te sturen. Kalden raadt de jonge boeren aan om zich niet te laten gijzelen: “Zoek vanuit eigen kracht naar verbinding. Tracht samen met de ketenpartijen te verduurzamen.”
Susan vraagt zich echter af wat men verwacht van de keten. “Politici, gebruik jullie creativiteit en kijk naar zaken die ons vooruithelpen. Jonge landbouwers hebben veel potentieel, en kennis om innovatieve oplossingen te omarmen. Zorg ervoor dat we kunnen investeren. De keten is betrouwbaarder, ze vergoeden de landbouwer die inspanningen doet voor het klimaat.”
Financiële weerbaarheid
Een tweede panel sneed de thema’s financiële zekerheid en weerbaarheid aan. Minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v): “Landbouwers zijn ondernemers. Aan ondernemen zijn risico’s verbonden, maar je verwacht als jonge ondernemer toch enige zekerheid. Er zijn immers grenzen, niet alleen ecologische, maar ook economische.”
Varkenshouder Thomas Moors: “Ik verwacht niet dat de overheid alles financiert. Financiële weerbaarheid zou van de boer/ondernemer zelf moeten komen. We hebben weinig impact op de afzetprijs, dus moeten we de kosten zo laag mogelijk houden. De knowhow hiervoor is alvast aanwezig, maar we moeten die kunnen toepassen.” De Nederlandse melkveehoudster Amber Laan bevestigt: ”De landbouwer is verantwoordelijk voor zijn financiële weerbaarheid, maar mijn plan wordt belemmerd door de overheid. Ons bedrijf ligt immers nabij een Natura 2000-gebied. Mijn doelen omtrent klimaat en biodiversiteit én het realiseren van een goed inkomen zijn nochtans haalbaar.”
Brouns beseft dat de jonge landbouwers vooral duidelijkheid en perspectief willen. Zoals bij eerdere gelegenheden benadrukte hij dat er weinig plaatsen zijn waar zo duurzaam wordt geproduceerd als in onze regio. “We moeten op dat vlak veel chauvinistischer zijn. En we moeten eendrachtiger zijn binnen Europa.”
Jonge boeren ondersteunen
Susan stelde het duidelijker: “Voedselproductie is de basis. Landbouw moet dus aanzien worden als een strategische sector. Bij die mindset zouden we veel meer gesteund worden en is er veel meer mogelijk.” Thomas ging nog een stapje verder: “Wie gaat nog boeren? Wil je een Europese voedselstrategie? Dan moeten er in de eerste plaats nog voldoende jonge boeren zijn!” Gerben sloot hierbij aan: “Durven we met zijn allen keuzes te maken die anders zijn dan de afgelopen 10 jaar? We willen duidelijkheid!”
Visie en duidelijkheid
Lukas Visek, kabinetsmedewerker van Maroš Šefcovic (vicevoorzitter van de Europese Commissie) volgde de debatten tijdens de gala-avond. Volgens hem kun en mag je niet kiezen tussen voedsel en klimaat. Voedsel is een deel van het debat geworden, en dat is goed, tenminste indien de discussie gebaseerd is op facts. Hij besloot: “De jonge boeren vroegen tijdens de debatten niet naar meer geld. Er werd vanavond vooral gevraagd naar een visie én naar duidelijke regels die niet telkens veranderen.”
Na dit geslaagde ‘Jonge Boerengala’ volgden voor de deelnemers aan het congres nog 2 dagen met leerrijke bedrijfsbezoeken en gesprekken tussen de Europese jonge boeren.