Startpagina Akkerbouw

ILVO en partners demonstreren boerderijcompostering

ILVO en partners voeren onderzoek naar de bodemverbeterende kwaliteiten van boerderijcompostering. In samenwerking met bioboerderij Oogstappel toonden ze op 19 december 2023 aan geïnteresseerde landbouwers hoe je het best compostering aanpakt.

Leestijd : 6 min

E nkele langwerpige hopen maaisel van Natuurpunt liggen op een terrein van Campus Vesta in de gemeente Ranst, klaar om gekeerd te worden door een compostkeerder. Ongeveer 40 m daarvan bestaat uit een mengsel van 40 kuub groenafval, 30 kuub houtsnippers en 30 kuub stalmest. Dit moet over 2 maanden compost worden voor bioboerderij Oogstappel. “We bewerken ons land intensief, dus hebben we nood aan een kwalitatieve, voedzame bodem”, zegt Joost Eens. “Om hieraan te kunnen voldoen, nu en in de toekomst, is boerderijcompost een waardevolle input die alle voedingsstoffen bevat.”

Samen met Wim Verbruggen is Joost Eens zaakvoerder van bioboerderij Oogstappel. Op een terrein van ongeveer 3 ha, op een boogscheut van Campus Vesta, kweken zij tussen 230 hoogstamfruitbomen het hele jaar door meer dan 50 verschillende groenten.

Dit is al het tweede jaar op rij dat de boerderij meedoet aan een experiment over boerderijcompostering onder begeleiding van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW). “We organiseren demonstraties zoals deze rond boerderijcompostering en analyseren de resultaten van de verschillende experimenten”, zegt Koen Willekens, expert compostering bij ILVO. “Het is ook de bedoeling om een handleiding over boerderijcompostering te maken.”

Op 19 december 2023 nodigden de projectpartners en Oogstappel andere landbouwers en geïnteresseerden uit om kennis te maken met hun project en met boerderijcompostering. Eerder in 2023 demonstreerden het ILVO en het Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) boerderijcompostering al op de Werktuigendagen.

Wat is boerderijcompostering?

Compost is een aardeachtig en fijn materiaal waarin verschillende voedingsstoffen zitten, gebonden aan de stabiele organische stof of erin vervat. Die voedingsstoffen worden dan ook traag vrijgegeven in de bodem. Een landbouwer mag zelf compost maken op basis van zijn eigen organische reststromen en op basis van die van maximaal 2 andere partijen als ze over een landbouwnummer beschikken. Zo worden die reststromen op een productieve manier hergebruikt en kan je besparen op transportkosten.

Compost bestaat uit zowel nat, nutriëntrijk groen materiaal (stalmest, groenteafval, gewasresten….) als drogere, koolstofrijke bruine restproducten (groenafval uit natuurgebieden, houtsnippers….). De compostering voor de demonstratie gaat uit van een mengsel van groenafval van verschralingsbeheer van omliggende natuurgebieden van Natuurpunt, houtsnippers van rooiwerken van een loonwerker waarmee bioboerderij Oogstappel samenwerkt, en stalmest uit stallen van Natuurpunt in Bonheiden.

Het composteringsproces

Die verschillende reststromen waren in een 40 m lange hoop gestapeld, zodat de zwaardere stalmest op het lichtere groenafval en op de houtsnippers lag. “Door de restproducten zo te stapelen, krijg je een goede vermenging”, legt Willekens uit. Tijdens de demonstratie werd het materiaal voor de eerste keer gemengd door middel van een compostkeerder. Hierdoor wordt het composteringsproces op gang gebracht, waarbij aerobe micro-organismen de verschillende restproducten omzetten naar compost.

Dit proces duurt enkele maanden, waarna de compost gebruiksklaar is. Joost Eens en Wim Verbruggen moesten vorig jaar ongeveer 2 maanden wachten voordat hun compost klaar was.

De verschillende restproducten mengen brengt het composteringsproces op gang. Daarbij zetten aerobe micro-organismen het mengsel om naar compost.
De verschillende restproducten mengen brengt het composteringsproces op gang. Daarbij zetten aerobe micro-organismen het mengsel om naar compost. - Foto: ThD

Tijdens het composteringsproces is het belangrijk om de temperatuur, de vochtigheid en de beschikbaarheid van voldoende zuurstof in de gaten te houden.

Al snel zal na de eerste keer mengen de temperatuur stijgen: “Na 1 of 2 dagen kan de temperatuur al oplopen tot 60 à 70 °C”, zegt Willekens. Dit betekent dat het composteringsproces sterk aan de gang is. De hoge temperatuur vernietigt ook de kiemkracht van onkruidzaden in het mengsel. “We hadden bij het mengsel van vorig jaar schrik voor de hoeveelheid onkruidzaden, omdat het groenafval afkomstig is van natuurdomeinen, maar we zagen geen toename in onkruiddruk door de boerderijcompost”, legt Eens uit. Met behulp van een digitale thermometer kan je de temperatuur van je compost controleren.

Er moet ook voldoende zuurstof aanwezig zijn in de composthoop voor de aerobe micro-organismen. Vanaf het begin mag de rij compost niet te breed zijn, zodat er voldoende zuurstof naar het midden kan gaan. Het volumepercentage koolstofdioxide mag dan ook nooit meer dan 16% bedragen. Dat kan je meten met een CO2-meter.

De hoge temperatuur van de compost zal het aanwezige vocht doen verdampen. De vochtigheid van de compost test je met een simpele knijptest: het materiaal moet glanzen en zijn vorm behouden nadat je erin geknepen hebt, maar zonder dat er veel vocht uit stroomt. Indien de compost te droog is of te weinig zuurstof krijgt, zal het composteringsproces vertragen of zelfs stoppen.

Door de compost te keren, kan je opnieuw zuurstof en vocht toedienen en het composteringsproces in gang houden. Vorig jaar moesten ze de compost voor bioboerderij Oogstappel maar 1 keer extra keren voordat die klaar was.

Bodemverbeteraar

In de eerste plaats is compost een bodemverbeteraar, omdat het organische stof toevoegt aan de bodem. Het brengt echter ook stikstof en andere voedingsstoffen aan. Die nutriënten komen de vruchtbaarheid van de bodem ten goede. Het ILVO heeft onderzocht wat de langdurige effecten van boerderijcompost op de bodem zijn.

Voor bioboerderij Oogstappel betekent compost daarnaast ook een tijdswinst: “De stalmest die we hiervoor gebruikten, kwam in grote, stugge plakken die we moeilijk konden verwerken met een mestkar”, zegt Eens. “Het kostte ons minstens een week om die te verspreiden over onze velden.” Zij kregen op een bepaald moment de suggestie van een loonwerker om de stalmest een jaar te laten liggen, waarna ze besloten om mee te doen met het project over boerderijcompostering. “De compost van vorig jaar konden we met behulp van een mestkar in 2 uur verspreiden”, bejubelt Eens. “Dankzij de kwalitatieve boerderijcompost hoeven we ook niet meer te ploegen na het uitrijden, wat in onze toekomstvisie van niet kerende bodembewerking past.”

Koen Willekens (ILVO) controleert de temperatuur van de compost.
Koen Willekens (ILVO) controleert de temperatuur van de compost. - Foto: ThD

Landbouwers die zelf aan boerderijcompostering willen doen, staan nog voor enkele uitdagingen. Zo vraagt het enige coördinatie, zodat de verschillende reststromen ongeveer gelijktijdig aankomen. Daarnaast zit er een zekere variatie op de samenstelling van en de hoeveelheid restproducten. De compost die daarvan het resultaat is, zal dus telkens licht wijzigen.

Het is ook mogelijk om te veel compost te gebruiken. “We raden doorgaans aan om 10 tot 15 ton compost per hectare te gebruiken, afhankelijk van de samenstelling van de bodem”, stelt Willekens. “Jaarlijks herhaalde te hoge giften compost kunnen zorgen voor een te hoge kalitoestand van de bodem, voor een te hoge pH en mogelijk zelfs voor te hoge zoutgehaltes, afhankelijk van de kwaliteit van de compost.” Het gebruik van compost moet dus altijd afgestemd worden op de noden van de bodem. Met behulp van bodemanalyses kan je die opvolgen.

Samenwerking is een positieve evolutie

Het project rond boerderijcompostering is een samenwerking tussen bioboerderij Oogstappel, het ILVO, Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) en wordt uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Compostorganisatie Vlaco in het kader van het Cmartlife-project van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Voor de demo bij Oogstappel werken zij samen met Natuurpunt. Natuurbeheerders kunnen zorgen voor de reststromen die de landbouwer zelf niet heeft, zoals de stalmest en het groenafval in dit experiment.

Volgens Eens is de samenwerking een positieve evolutie. “Zowel Natuurpunt als landbouwers zijn gebruikers van de open ruimte, die elk voor hun eigen uitdagingen staan. We vinden elkaar en leren van elkaar in dit project. Dat is een mooi verhaal, dat toont dat samenwerken ook mogelijk is”, aldus Eens. Voordat landbouwers aan de belangen van groene ruimtes kunnen denken, hebben ze wel nood aan financiële ademruimte volgens Eens. “Via boerderijcompostering wordt er gewerkt aan het valoriseren van groene reststromen, wat voor een extra economische stimulans zorgt bij het aanleggen van landschapselementen zoals houtkanten, bomenrijen….”

Thor Deyaert

Lees ook in Akkerbouw

Impact hagelbuien en uitbreiding bladziektes bij wintertarwe

Granen Het Landbouwcentrum Granen gaf woensdag 24 april een overzicht van de toestand van wintergranen op hun waarnemingspercelen tijdens de eerste helft van deze week. Zo wordt er meer dan enkel bladziekten waargenomen: lokaal werd de impact van enkele hagelbuien duidelijk. Op vlak van ziekteaantasting breidden bladseptoria en bruine roest afgelopen week verder uit en ook gele roest breidde lokaal uit.
Meer artikelen bekijken