Startpagina Uw stem

Lezersbrief: Als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen

Lezer Arnold Vanheule was nooit zelf actief in de land- en tuinbouw, maar behield als boerenzoon wel een nauwe binding met de sector. Hij formuleerde enkele beschouwingen over het huidige boerenprotest.

Leestijd : 5 min

Ik ben 83 jaar, opgegroeid op een boerderij in een gezin van 9 kinderen. Wij vormden er, onder de leiding van onze ouders, een werkgemeenschap. We werden als kind al ingeschakeld voor allerlei opdrachten. Dit heeft ons niet getekend, wel gevormd. We zijn een warme familie in goed contact met de jongere generaties. Wie als kind met zijn handen koeien gemolken heeft, het paard gemend heeft en in de winter bij vriestemperaturen rapen uitgetrokken heeft, weet wat ‘boeren was en nu nog is’. Wij zijn van huize uit opgevoed met de idee dat niet iedereen een toekomst in de landbouw had. Er was met elk van ons een lidmaatschap bij de geledingen van de Boerenbond-koepel. Ik was van mijn 19 tot mijn 25 jaar KLJ-leider. Ik volgde middelbaar landbouwonderwijs en daaropvolgend chemie. Mijn beroepsleven speelde zich af buiten de landbouwsector.

Het protest van ‘de boeren’ beroert mij ten zeerste. Ik wil hier een aantal beschouwingen formuleren.

Rekening houden met het Zuiden

Destijds was de Raiffeissenkas in Vlaanderen een belangrijke ‘coöperatieve leen- en spaarbank’ met lokale verankering in de handen van de boerengemeenschap. Bij kredietverlening aan land- en tuinbouwers werd elk dossier door de lokale beheersraadsleden bekeken, al dan niet met een positief of negatief gevolg. Hier werd geoordeeld met ‘gezond boerenverstand en een boerenhart’. Deze coöperatieve heeft onder de naam Cera haar kapitaal ingebracht in de KBC Bank & Verzekeringen, een zakenbank waar ook de holding MRBB en de vroegere Kredietbank partners zijn geworden. Met de opheffing van de coöperatieve bank is ook een stuk maatschappelijke solidariteit onder de boeren verloren gegaan, iets wat een zakenbank niet kan compenseren.

De Boerenbond-koepel heeft altijd een sterke rooms-katholieke binding onderhouden. De lokale, provinciale en nationale proosten waren steeds zichtbaar aanwezig om hun activiteiten te patroneren. Op zich is daar niets mis mee. In die tijdsgeest was kritisch denken ver weg, wat van boven kwam werd als waarheid aangenomen. Wel is de vraag: in welke mate hebben de proosten in de loop der jaren de christelijk geïnspireerde beginselen van onder andere ‘Broederlijk Delen’ ingebracht. Is de boer uit het Zuiden ook opgenomen geweest in het verhaal? Veel van de noodzakelijke voedingsgewassen uit ontwikkelingslanden worden hier als dierenvoeding gebruikt. Multinationals produceren daar en bevoorraden hier de toeleveranciers die ze klaarmaken voor onze lokale markt. Wijlen Luc Van Krunkelsven, norbertijn gevormd in de Abdij van Averbode, heeft deze problematiek de laatste 30 jaar geregeld ter sprake gebracht. Hij had een mondiale visie op landbouw en ecologie en verkondigde op zijn eigen bescheiden wijze de stelling dat de import van soja uit Brazilië de basis vormde van de stikstofproblematiek in Vlaanderen.

Politieke stratego

De omzetting van Europese regelgeving om de transitie naar een duurzame landbouw te realiseren waarmee de vroegere minister Vera Dua in 2002 was begonnen, werd toen na straatprotest weggeveegd. De latere ministers van landbouw hebben daarna dit thema stiefmoederlijk behandeld en er veel kostbare tijd verloren. Nu door gerechtelijke uitspraken in verband met stikstofuitstoot een brede vergunningenstop dreigt, is er paniek in alle geledingen van het bedrijfsleven (landbouw, industrie, woningbouw...). Met het protest van de boeren komt ook een bredere problematiek naar boven: onder andere bestaanszekerheid, investeringsklimaat, prijsvorming, administratieve overlast en beschikbaarheid van grond. Dat de opbouw van het stikstofdecreet gepaard ging met een moeilijk politiek klimaat ligt nog vers in het geheugen. Minister Demir kreeg in de huidige regering Leefmilieu onder haar bevoegdheid en de opdracht om het stikstofdossier onder tijdsdruk aan de Europese regelgeving aan te passen.

De behandeling werd doorkruist door een aantal wissels van partijvoorzitters en door de sterke profileringsdrang van de nieuwe partijvoorzitters, door de slechte peilingen van de coalitiepartners. De zittende minister van Landbouw stapte over naar een andere ministerpost en liet zich opvolgen door een partijgenoot, een minister vertrok naar zijn thuisstad om zijn burgemeesterszetel op te poetsen tegen de volgende verkiezingen en werd vervangen werd door een parlementslid die zichzelf een paar weken eerder al had afgeschreven. Met dergelijke ‘politieke stratego’ is boer noch burger gediend. Het geloof in de politiek moet vooral hersteld worden door transparant werk van moedige parlementairen en ministers! De oplossingen zullen moeten berusten op een eerbaar compromis en daar is niets mis mee.

Wees waakzaam

In de berichtgeving en in de communicatie is er een begripsverwarring tussen landbouw en agro-industrie onder de gemeenschappelijk term van ‘boeren’. Voor landbouw is er grond nodig met het doel om voedselproductie voor mens en dier mogelijk te maken in een cyclisch systeem. De agro-industrie teert voor een groot deel op import en export. Dit kan als economische winst beschouwd worden, maar heeft ook een zware milieulast tot gevolg. Met de open ruimte en de landbouwgrond is slordig omgegaan. Bepaalde ingrepen waren noodzakelijk: weginfrastructuur, industrie- en ambachtelijke zones, woningbouw, sportinfrastructuur, herstel natuurgebieden. Veel plattelandsgemeenten hadden of hebben nu nog een boer als burgemeester of schepen. Sommigen zijn zeer waakzaam, anderen veel minder. Nu er druk komt van ‘jonge boeren’ komt de besteding van de gronden ook op het voorplan. Overleg en respect voor de diverse invalshoeken zal noodzakelijk zijn.

De boer wil ook een eerlijke prijs voor zijn product. In een vrije markt gedomineerd door vraag en aanbod zit hij in een kwetsbare positie. Bij verkoop in de korte keten versterkt hij toch gedeeltelijk zijn positie, hij kan zijn eigen prijszetting doen en een stabiel cliënteel opbouwen. Wie moet leveren aan de groothandel en de verwerkingsindustrie staat kwetsbaarder. Ketenoverleg waarbij producent/boer rond de tafel zal zitten met de verwerker en distributiesector, is een noodzaak. Een goede raad voor de boer inde vorm van een aloude wijsheid: ‘als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen!’ ‘De vos’ zal zijn rol spelen in het publieke debat en zal zich rond de overlegtafel presenteren verkleed als politieker, lobbyist, toeleverancier, verwerker, bankier, verzekeringsagent, retailer, diepvriesgigant. Wees waakzaam!

Arnold Vanheule uit Lovendegem

Lees ook in Uw stem

Meer artikelen bekijken