De omschakeling naar hybride zeugen was een investering in gezondheid
Hoewel Dieter Vanluchene een grote voorstander was van eigen varkensselectie en -fokkerij, moest hij die knop omdraaien. “De resultaten waren niet meer zoals voorheen. Er liep duidelijk wat mis bij onze eindproducten.” Sinds hij in 2021 koos voor hybride zeugen verbeterden zowel de gezondheid van de dieren als de productieresultaten.

Dieter Vanluchene en Laura Ryckewaert zijn al de vierde generatie op dit gemengde bedrijf in het West-Vlaamse Heestert. Intussen loopt er ten huize Vanluchene alweer een nieuwe generatie rond: Victor telt 5 jaar en Margaux is 2,5.
Dieter nam in 2008 het gemengde bedrijf van zijn ouders over. Laura werkte tot vorig jaar buitenshuis, maar stapte in 2023 mee in het landbouwbedrijf. “Al van bij de overname in 2008 houden we 220 zeugen met afmest van de vleesvarkens. Zo’n 10% van onze biggen wordt verkocht. De combinatie van akkerbouw met varkenshouderij werd hier van generatie op generatie doorgegeven. We zijn zelfmengers. We telen dus wintergerst, wintertarwe en korrelmaïs in functie van de voederproductie van de varkens. Daarnaast produceren we ook nog aardappelen, suikerbieten en bonen.”
Om de varkenstak goed te kunnen combineren met de akkerbouwwerkzaamheden schakelde Dieter in 2017 over van het traditionele weeksysteem naar het driewekensysteem.
Ondermaatse resultaten
Dieter trad ook in de voetsporen van zijn voorgangers inzake de genetica op het bedrijf. “We hebben hier steeds eigen aanfok van de zeugen en beren gedaan”, legt hij uit. “We hanteerden daarbij een eigen kruising, met het oog op een optimale vleeskwaliteit en smaak. Large White werd gekruist met Engels Landras ter productie van onze eigen zeugenlijn. Die F1-zeugen werden geïnsemineerd met sperma van onze eigen Piétrain-eindberen.”
Gedurende 13 jaar deed Dieter dus eigen aanfok van fokzeugjes. “We merkten echter dat dit alsmaar moeilijker verliep. Voor de aankoop van sperma van Large White-beren via KI-centra kwamen we bijvoorbeeld steeds meer bij fokkerijbedrijven terecht, terwijl wij juist ‘onafhankelijk’ wilden zijn om onze eigen genetische koers te varen. We hadden ook te weinig zuiverelijnszeugen om die eigen aanfok vol te houden. Onze biggen waren wel zwaar genoeg, maar we hadden er te weinig. De productieresultaten bleven dus ondermaats. We merkten ook dat er meer en meer agressie opdook in de biggenbatterij. Dat uitte zich in oor- en staartbijten. Geen mooi zicht als je de stallen binnenkwam.”
Het zat dus niet goed met de genetica op het bedrijf Vanluchene, maar juist dat was een heikel punt voor Dieter. Om de bioveiligheid op zijn bedrijf hoog te houden, vermeed hij immers zo veel mogelijk ‘externe’ risicofactoren door aan eigen aanfok te doen en als zelfmenger.
Hybride zeugen
Uiteindelijk schakelde hij in 2021 toch over op andere genetica. Dieter: “Door over onze problematiek te praten met collega’s, begreep ik dat we met onze eigen aanfok op een eindpunt waren beland. Onze productieresultaten en de diergezondheid waren immers niet oké. Bovendien werkte ik naar een te extreme conformiteit van onze slachtvarkens. We moesten mikken op een betere groei. Ik begreep dat we enkel mits verandering naar een totaal andere genetica op deze verschillende fronten konden vooruitgaan.”
Dieter kwam in contact met Erik Lauwerysen van Hypor. “Erik heeft onze hele bedrijf doorgelicht en heeft ons op enkele pijnpunten gewezen. We hadden een goed gevoel bij deze aanpak en gingen met hem in zee. Erik volgt trouwens ons bedrijf nog steeds van nabij op.”
Om de goede gezondheid van de fokzeugen te garanderen, verkoopt Hypor in België enkel fokzeugen die afkomstig zijn van het Hypor-fokbedrijf, met 2.800 subfokzeugen in Duitsland. De specific pathogen free (spf)-biggen die daar aangekocht worden, komen in 6 opfokstallen in België terecht. Daar worden ze verder opgefokt tot spf-dekrijpe gelten. Voor aflevering worden deze gelten al volledig afgevaccineerd (2 x myco/circo, 2 x APP, PRRS en parvo/vlekziekte). Verder worden de dieren voor ART/schurft en PRRS gescreend door DGZ bij het begin van het uitleveren van een opfokstal. “Bij aankomst op ons bedrijf waren de gelten dus volledig vrij van mycoplasma, APP, PRRS, schurft en ART. Op die manier brachten ze enerzijds geen bedrijfsvreemde ziekten binnen op ons bedrijf en konden ze anderzijds hier de nodige bedrijfseigen antistoffen opbouwen”, legt Dieter de aanpak uit.
Hij stopte niet alleen met de eigen aanfok van zeugen. In 2022 kwam er ook een einde aan de fokkerij van hun eigen Piétrain-varkens. “We zijn toen overgestapt op de aankoop van sperma van Belgische Piétrain en Franse Piétrain. We hebben de resultaten van deze beide lijnen opgevolgd. We kozen intussen omwille van de stressnegatieve eigenschappen en de goede groeikwaliteiten voor de Franse Piétrain.”
Betere resultaten en gezondere dieren
Goed 3 jaar na deze omschakeling beschrijft Dieter het verschil in de stallen. “Een jaar na de introductie van Hypor-genetica zagen we al duidelijk de verschillen in de batterij. Je zag aan de biggen en aan hun gedrag welke nog van onze oude kruising kwamen en welke van de Hypor-zeugen. Eind 2023 was die negatieve impact van de oude genetica van de baan. Dankzij de uniforme zeugenstapel stegen we van 11 gespeende biggen per zeug naar 13 à 14. Samen met de uitstekende gezondheid en groei van de biggen resulteerde dit in betere productieresultaten.”
Niet alleen de genetica werd aangepast. “We voederen nu driemaal per dag in de kraamstal en we pasten ook het rantsoen van de zeugen aan. Door een hogere aandeel ruwe celstof en energie hebben de dieren een voldaan gevoel. Daardoor zijn ze veel rustiger. Het draagt bij tot een betere conditie van de zeugen bij het spenen.”
De verandering van genetica is ook zichtbaar bij de vleesvarkens. “Ook hier hebben we onze voederformule aangepast met meer ruwe celstof en wat minder energie. Het zijn goede groeiers. Doordat onze dieren nu gezonder zijn, daalde het antibioticaverbruik. In het AB-register hebben we een mooie groene score in plaats van een gele score. Zowel de productieresultaten als de gezondheid gingen er dus op vooruit.”
Tevreden over vrijloopkraamhokken
Dieter en Laura verbouwden in 2019 hun kraamstal. Er kwamen 2 grote afdelingen voor 32 zeugen. Er werd toen gekozen voor ruime vrijloopkraamhokken van 2,4 m op 2,8 m, met lage tussenwanden. “Het was toen een ‘gewaagde’ sprong, want er bestond op dat moment geen ervaring mee in Vlaanderen. Vooraleer we die beslissing namen, gingen we daarom kijken bij collega’s in Denemarken. Ze gaven ons heel wat tips, maar die eerste rondes waren dus best wel spannend. Het was afwachten of onze biggen dit zouden overleven…”
De hoogdrachtige zeugen verhuizen 5 dagen voor het werpen van de drachtstal naar de kraamstal. De meeste zeugen werpen er vanaf dinsdag tot vrijdag. Na het werpen blijft de kooi nog 5 dagen gesloten. De rest van de periode in de kraamstal staat de kooi gewoon open. De biggen worden op 28 dagen gespeend.
Vijf jaar later is het koppel nog steeds erg overtuigd van dit systeem. Laura: “We zouden dit systeem onmiddellijk opnieuw kiezen. Het is een prettige manier van werken. Je ziet dat het aangenaam is voor de zeug en voor haar kroost én dus voor ons! De zeug toont onmiddellijk haar moedereigenschappen en de biggen eten en drinken meer. Onze biggen groeien enorm goed en zijn dus al flinke ‘kleppers’ bij het spenen.” “Onze biggen wegen op speenleeftijd van 4 weken gemiddeld 8,6 kg”, vult Dieter aan, “de zwaarste wegen zelfs 10 kg.”
Terwijl Dieter terugblikt, bedenkt hij dat het eigenlijk wel jammer is dat hun vooruitstrevende, diervriendelijk keuze van toen uiteindelijk geen financiële meerwaarde opleverde. “De markt speelde hier immers niet op in. Het leek ons op dat moment logisch dat we een meerprijs voor ons eindproduct zouden kunnen realiseren, maar dat is er dus spijtig genoeg nooit van gekomen. De markt richt zich vandaag de dag trouwens eerder op volume dan op kwaliteit. En de factor dierenwelzijn wordt dus eerder opgelegd door de wetgever dan de markt, dit type kraamhok wordt zelfs verplicht bij nieuwbouw.”
Rechtsonzekerheid
Dieter en Laura worden ook geconfronteerd met de huidige rechtsonzekerheid die momenteel typerend is voor heel wat Vlaamse veebedrijven. Hun vleesvarkensstal is immers stilaan ook aan vervanging toe.
“Tja, de PAS-rekentool van de overheid is niet eens klaar”, stelt Dieter. “Hoe kunnen we dan weten hoe we in de toekomst verder moeten?” Het is een herkenbare situatie voor vele veehouders.