Startpagina Granen

Graanvelden moeten verder opgevolgd worden

Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) volgde ook vorige week de ontwikkeling van de graanvelden verder op.

Leestijd : 2 min

Eén van hun waarnemingen is dat bladvlekkenziekte en bruine roest nog uitbreidden en nog altijd de nodige aandacht vragen. Houd zeker het laatste blad gezond en denk mogelijk nog aan de aarbescherming!

Ontwikkelingsstadium wintertarwe

Bij ongeveer 6 van de 10 waarnemingen staat de tarwe in bloei. In 27 % van de gevallen is het in aar komen bereikt, waarbij de aar meestal volledig uit is.

De stadia van stengelstrekking zijn we in het waarnemingsnetwerk voorbij.

Ontwikkeling van bladziekten

Gele roest lijkt te stabiliseren. Toch blijft overal en zeker op de minder ver ontwikkelde tarwe aandacht voor gele roest nog belangrijk.

Bladvlekkenziekte breidde ook in de eerste week van juni nog erg uit. In de onbehandelde waarnemingsvelden is bladseptoria heel vaak doorgeklommen tot het laatste blad. Door de gestage toename moet in 9 van de 10 gevallen behandeld worden.

Witziekte is op een uitzondering na, niet meer belangrijk.

Bruine roest breidde nog lichtjes uit. In de onbehandelde waarnemingsvelden is in 9 van de 10 gevallen een behandeling tegen bruine roest nodig wanneer deze wordt waargenomen.

Bladluizen en graanhaantjes

Op dit moment moeten ook de bladluizen worden opgevolgd. De meest gevoelige periode voor schade door bladluizen is de periode vanaf het in aar komen tot het begin van de afrijping van het graan. Vooral in de periode tussen de stadia ‘alle aren uit’ en ‘einde bloei’ kunnen de bladluizen schade aanrichten. In het waarnemingsnetwerk werd de drempel vorige week nergens bereikt.

Schadedrempels waarbij een bladluisbestrijding rendabel is (percentages halmen bezet met bladluizen) (Bron: Bodemkundige Dienst van België):

- begin aarstadium: ± 30%

- aren 100% uit - stadium bloei: 20 tot 25%

- begin waterrijpstadium: 30 tot 35%

- begin deegrijpstadium: meer dan 35%

- deegrijpstadium: meer dan 50%

Ook de larven van het graanhaantje kunnen schade berokkenen in deze stadia. De larven worden overal wel waargenomen maar op basis van de waarnemingen is het nog niet nodig om te behandelen.

Economische schadedrempel voor de aanwezigheid van graanhaantjes:

- Laatste blad volledig uit (stadium 39): 0,4 larven per halm

- Aar volledig uit (stadium 59): 1,5 larven per halm

Aarfusarium

Op nog wat percelen moet nog aan de aarbescherming gedacht worden, gezien het stadium van de wintertarwe op percelen momenteel (zie eerder).

Het ideale tijdstip om te behandelen is van zodra alle aren uit zijn tot vroege bloei. Er is enige marge tot midden bloei. Wanneer de aar is uitgebloeid, heeft een behandeling nog weinig zin. Om te behandelen hebben de triazolen de voorkeur.

Aantasting aar

In het LCG-netwerk wordt er nu ook meer en meer aantasting in de aar waargenomen, en dan voornamelijk in wintergerst. Algemeen is de wintergerst reeds 1 of 2 keer behandeld met fungiciden, dan is het niet noodzakelijk om nog een extra behandeling te plaatsen. Dit wegens de beperkte impact van de aantasting, die niet opweegt tegen de kost van extra behandeling. Daarnaast is deze aantasting algemeen ook oppervlakkig, zonder schade te doen aan de korrel.

LCG

Lees ook in Granen

Wereldwijde graanvoorraad op laag niveau

Economie De wereldwijde graanvoorraad aan maïs en tarwe is volgens het Wasde-rapport de laagste in 8 jaar. Anderzijds worden recordmaïsopbrengsten voorspeld in Noord- en Zuid-Amerika, wat resulteert in lage maïsprijzen.
Meer artikelen bekijken