Handelsdispuut met Colombia over diepvriesfrieten blijft duren
Eind mei verzocht de Europese Unie de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om tussenbeide te komen in een handelsdispuut met Colombia. Het Zuid-Amerikaanse land zou niet voldoen aan een eerdere uitspraak van het WTO over antidumpringmaatregelen van Colombia op de invoer van diepvriesfrieten uit België, Nederland en Duitsland.

Al sinds 2019 bestaat er frictie tussen de EU en Colombia over de import van diepvriesfrieten uit België, Nederland en Duitsland. Eind 2022 werd het land in Zuid-Amerika veroordeeld voor antidumpingmaatregelen op de invoer van die aardappelproducten. De maatregelen zijn volgens die veroordeling in strijd met WTO-regels over importbeperkingen.
Kunstmatig hoge importtarieven
Colombia heeft naar eigen zeggen zich gehouden aan de veroordeling door heffingen te verlagen, maar volgens de EU werd bij de berekening daarvan foute methodes gebruikt. Daardoor zijn de tarieven in sommige gevallen zelfs kunstmatig opgedreven.
“Colombia heeft kunstmatig dumpingmarges (n.v.d.r. het bedrag waarmee de normale waarde de uitvoerprijs overschrijdt) voor de exporterende producenten gecreëerd en verhoogd door gebruik te maken van onjuiste methodes voor de berekening van dumping bij het voldoen aan de eisen”, staat te lezen in de aanvraag van de EU voor consultatie bij de WTO.
“De door Colombia genomen maatregelen hebben negatieve gevolgen voor de uitvoer naar Colombia van bevroren friet uit België, Duitsland en Nederland”, staat er ook nog. Diepvriesfrieten van deze landen vormen 85% van de EU-export van diepvriesfrieten naar Colombia, ter waarde van 19,3 miljoen euro.
In de eerste plaats krijgen Colombia en de EU nu tijd om onderling tot een overeenkomst te komen. Lukt dat niet, komt er een opnieuw een onderzoekspanel van de WTO die tot een nieuw besluit moet komen.