Schade van zomerstorm in beeld gebracht
Op 9 juli trok een zwaar onweer over ons land met regionaal grote schade. Eén van de zwaarst getroffen gebieden was de regio rond Londerzeel. Enkele lokale landbouwers organiseerden een week na de natuurramp samen met Boerenbond een rondrit in de streek om de schade in beeld te brengen.

Verschillende landbouwers deden tijdens de ronggang een getuigenis over de schade die ze geleden hebben. Enerzijds gaat het hier om windschade, maar het zwaarst zijn ze getroffen door de hagelschade. Net omdat het om hagel gaat, komen niet alle verzekeringen tussen. Alsof dit nog niet genoeg is, valt er ook schade door wateroverlast te melden. Boerenbond voorzitter Lode Ceyssens geeft aan dat op sommige plaatsen dit laatste vermeden had kunnen worden door een beter onderhoud van de grachten.
Londerzeels burgemeester, Conny Moons (LWD), blikt terug op enkele hectische dagen na het noodweer. “Er zijn heel veel meldingen gekomen van materiële schade bij particulieren. Maar de economische schade bij de land- en tuinbouwers is toch nog van een andere orde.”
Twee belangrijke vragen
Voorzitter Ceyssens uitte tijdens zijn bezoek 2 belangrijke vragen. Ten eerste vraagt hij aan de Vlaamse regering om zo snel mogelijk de zomerstorm van 9 juli te erkennen als natuurramp. “Hierdoor kunnen land- en tuinbouwers vergoed worden via het Vlaams Rampenfonds voor de schade die ze hebben ondervonden door dit uitzonderlijk weerfenomeen.”
Als tweede roept hij de gemeentebesturen, maar ook schepenen en gouverneurs van de getroffen provincies op om de schadecomissies samen te roepen en centrale meldpunten te voorzien om de land- en tuinbouwers verder te helpen met hun eerste vragen. “Op deze wijze kan zo snel mogelijk de schade objectief worden vastgesteld en bewijsstukken verzameld.” Hij roept iedereen op om schade te melden, los van het feit of deze verzekerd is of niet. “Enkel zo komt er zicht op de omvang van de ramp.”
Samen met onder meer gedeputeerde voor landbouw Tom Dehaene (cd&v) en burgemeester van Londerzeel, Conny Moons bezocht hij met enkele getroffen landbouwers een deel van het zwaar getroffen gebied in Londerzeel een week na de ramp. Het initiatief hiervoor kwam van de landbouwers zelf. Ondanks de ellende die ze dit jaar ondervinden, toont de sector hier terug zijn veerkracht. Enkele boeren hielpen op de avond van de storm ook de brandweer en omwonenden met verreikers en ander materiaal om onder andere omgewaaide bomen en andere stormschade op te kuisen. De burger bleek hier toch waardering voor te hebben.
Van prachtperceel naar rampperceel
Als eerste bezochten we een aardappelveld van de familie van Jan Lamberts in Londerzeel. Het gaat hier om een perceel dat, gezien het moeilijke voorjaar, tijdig geplant was en er prachtig bijstond met veel loof, tot het onweer op 9 juni toesloeg. Hier gaat het vooral om hagelschade die het loof vernietigde, zwaar beschadigde stengels met weg geklepeld blad, resten. Bijkomend staat een deel van het perceel onder water, waardoor de aardappelknollen in de ruggen waardeloos zijn geworden.
Jan Lamberts geeft aan dat het gewas bijna uitgebloeid was en de vegetatieve groei dus gedaan. Door het vernietigd bladerdek is de fotosynthese nu ook gedaan. De vraag die zich stelt is wat er nu moet gebeuren met dit perceel? Daar is geen éénduidig antwoord op te geven. Feit is dat meerdere ingrepen met gewasbeschermingsmiddelen nodig zouden zijn om enige soulaas te bieden. Maar is het sop de kool wel waard hier? Nu al liggen er aardappelen bloot en worden ze groen.
Eigenlijk zit het perceel midden juli in een situatie waar het eerder eind september in zou mogen zitten. Het gaat hier om een perceel met vastkokende aardappelen onder contract voor de verwerkende industrie. Wil de afnemer deze partij nog, vraagt Jan zich luidop af? “Van een prachtperceel ging het op enkele minuten tijd naar een rampperceel”, concludeert hij. “Mijn vader is 90 jaar en heeft dit in zijn leven nog nooit meegemaakt.”
Ook weg gehagelde maïs en tarwe
Aan de overzijde van Jan zijn aardappelveld treffen we een weg gehageld maïsperceel aan van Guido Robberechts. Eigenlijk hebben we er zicht op een blote akker waar nog enkele verhagelde maïsplanten staan. Maar liefst twee derde van zijn maïsareaal verloor hij door het noodweer. Hij vreest de verdere gevolgen ervan. “Immers heb ik voor de teelt de bemestingsbehoefte volledig ingevuld, voor een gewas dat er nu niet meer is én dus geen nutriënten meer opneemt. Ongetwijfeld ben ik komend najaar in overtreding tijdens de nitraatresidubepaling en heb ik dus problemen met de mestbank.”
Nu nog gras inzaaien op dit perceel gaat niet omwille van residu’s van bodemherbicide die eerder toegediend waren in de maïs en net grassen bestrijden. Dan lukt een nateelt gras gewoonweg niet, zelfs niet na ploegen. Guido opperde het voorstel tijdens de rondgang om samen met landbouwcentra en landbouworganisaties dergelijke percelen op te volgen richting de nitraatvrijstelling en -residu’s. “Daar zou veel uit te leren vallen en informatie verzameld kunnen worden om discussies met de Mestbank te staven.” Misschien vervelender is wel dat de ruwvoervoorziening voor Guido zijn rundvee in het gedrang komt. Hij denkt er sterk aan om zijn runderaantal terug te dringen. Immers is het bij de huidige vleesveeprijzen onrendabel om dure ruwvoeders aan te kopen die in de regio toch niet beschikbaar zijn.
Even verder in de straat houden we halt bij een wintertarweperceel van David Raes. De hagelbui heeft hier al 80 à 90% van de korrels uit de aren geslagen die nu op de grond liggen en niet meer te oogsten vallen. De vraag stelt zich of de loonwerker nog moet komen met een maaidorser. Deze valt immers niet te betalen met de overgebleven tarwekorrels. Door het natte najaar van 2023 is naar schatting maar 20 % van de wintertarwe in de regio rond Londerzeel uitgezaaid. Wat er dan wel stond, raakte nu stevig beschadigd.
Schrijnende verhalen volgen zich op
De rit gaat verder net als de schrijnende verhalen die zich blijven opvolgen. We zien niet enkel schade bij particuliere bewoners in de regio die kampen met weggewaaide tuinhuisjes en daken. Ook bij loodsen en stallen is de impact van het noodweer merkbaar. Golfplaten liepen schade op en lichtstraten zijn weggehageld. De loonwerker moest op een boerenerf opnieuw langs komen om enkele laagjes folie rond gewikkelde voordroogpakken te leggen. De hagel had de oorspronkelijke wikkelfolie immers beschadigd.
We horen ook verhalen over hoe het vee dat buiten stond in de weide in paniek raakte. Er was zoveel regen en hagel dat de dieren gedesoriënteerd raakten en hun stal of schuilhok niet meer vonden. Enkele boeren merkte een gedaalde melkgift op. Anderen stellen met droefenis vast dat enkele drachtige koeien hun vrucht verwerpen van de stress die ze ondervonden of moesten de veearts inroepen voor een abortus.
Indirect schade bij groenten
De rondgang eindigde bij spruitkool- en witloofvelden. Jonge landbouwer Vincent Goossens geeft ons toelichting in zijn spruitkoolperceel. “Het gros van de groeipunten van de planten is niet beschadigd, het blad liep wel hagelschade op”, stelt hij vast. “Dit zorgt voor verdere vertraging in de groei van het gewas en ontwikkeling van de spruiten. Dan moet je weten dat we door het natte voorjaar al met achterstand zijn begonnen met het planten.”
Vincent schat dat de kilogramopbrengst zo’n 70% kan dalen. Voor wat de kwaliteit van de spruiten gaat zijn is het nog koffiedik kijken. De jonge landbouwer vreest vooral problemen met zijn afnemer en zijn positie in de keten. Hij levert immers volgens een continu systeem via de veiling aan de retail. Daar behoren de grootste supermarkten van ons land toe. Leveringen kunnen later en minder zijn. Grote kopzorg is nog de positie die het groentebedrijf heeft in de rest van de keten. Vincent wijst er op dat het gros van de spruiten geteeld wordt in West-Vlaanderen en Nederland. Net die gebieden zijn niet getroffen door het noodweer.
Een gelijkaardig verhaal horen we bij een ander jonge landbouwer, Joris Vertonghen, die ons ontvangt in zijn perceel witloof. Ook hier is er door het natte voorjaar laat witloof gezaaid. Een week na de zomerstorm zijn de bladeren aan het recuperen van de hagelschade. Het vele water maakte het perceel na de storm onbereidbaar voor de veldspuit. Nochtans had hij zijn gewas graag beschermd, immers vormen de beschadigde bladeren perfecte invalssporen voor ziektes en schimmels.
Joris vreest nu om komend najaar minder en dunnere witloofwortels te oogsten. “Op een dunne wortel kan je geen dikke krop realiseren. Hoe gaat de afnemer en consument hierop reageren”, vraagt hij zich af. Voor hem zal de schade dus later op het jaar zichtbaar worden. Een zomer met regelmatig een regenbuitje en een groeizaam najaar kan nog enig soelaas bieden voor hem. Maar het is nu ook niet mogelijk om zijn volledig areaal in december te gaan rooien. Zo’n 80% van zijn witloofwortels teelt hij in de regio Londerzeel-Mechelen-Kapellen op de Bos. Net het gebied dat zo zwaar getroffen is tijdens het noodweer van 9 juli.
Paul Verhasselt teelt aardbeien op stellingen die deels omgewaaid zijn door de storm en planten schade opliepen. Dit maakt dat er ‘gaten’ vallen in zijn levermogelijkheden. Hierdoor vreest ook hij dat klanten een andere leverancier kunnen opzoeken.
De landbouwers hopen dat de storm wordt erkend als natuurramp en dat ze een schadevergoeding kunnen aanvragen bij het Vlaams Rampenfonds. Wanneer de erkenning van het noodweer als ramp precies verwacht wordt, is vooralsnog niet duidelijk.