Startpagina Veeteelt

DGZ waarschuwt voor EHDV en Haemonchose

In de autopsiezaal van DGZ hebben medewerkers van de organisatie de afgelopen 2 weken een opvallende toename gezien in het aantal gevallen van besmettingen met Haemonchus. DGZ waarschuwt ook voor een verhoogde kans op de verspreiding van EHDV. “Het FAVV schat dat de EHDV-uitbraak in Frankrijk zich binnen 30 weken tijd kan verspreiden tot aan de Belgische grens.”

Leestijd : 4 min

Epizootic Hemorrhagic Disease Virus (EHDV) wordt veroorzaakt door een orbivirus (type RNA-virus), en wordt uitsluitend overgedragen door muggen van het geslacht Culicoides, net als bij blauwtong (BTV). De ziekte komt voornamelijk bij herten en runderen voor, maar ook schapen, geiten en kameelachtigen kunnen besmet raken. EHDV is geen zoönose en dus niet overdraagbaar op mensen.

De klinische symptomen lijken sterk op die van blauwtong en komen vooral voor bij runderen en hertachtigen. Het virus tast de binnenzijde van de kleine bloedvaten aan, wat kan leiden tot oedeem (vochtophoping), bloedingen en ulcera (zweren) van de snuit. Symptomen zijn onder andere koorts, afscheiding (loopneus), ontstekingen in de mond, neus en darmen, maar ook kreupelheid. Schapen, geiten en kameelachtigen kunnen besmet raken door het virus, maar vertonen geen klinische symptomen en zijn dus niet ziek.

Situatie in Frankrijk

In september 2023 meldde Frankrijk het eerste geval van EHDV serotype 8 in het verre zuidwesten van het land, langs de grens met Spanje. Het aantal met EHDV besmette rundveebedrijven in Frankrijk nam vorig vectorseizoen snel toe. De dichtstbijzijnde EHDV-uitbraak bevindt zich momenteel op ongeveer 650 km van Brussel. Met een gemiddelde verspreidingssnelheid van 20 kilometer per week, schat het wetenschappelijk comité van het FAVV in dat EHDV-8 binnen 30 weken de Belgische grens kan bereiken.

Er zijn momenteel maatregelen voor de handel voor het verkeer van dieren tussen de lidstaten van de Europese Unie. Rondom een uitbraak wordt een zone met een straal van 150 km afgebakend. Dieren afkomstig van inrichtingen gelegen in deze zone mogen niet naar een andere lidstaat vervoerd worden, tenzij om onmiddellijk te worden geslacht. Bij klinische verdenking moet er verplicht bemonsterd worden om de verdenking te laten onderzoeken.

Detectie van EHDV

Sinds 2008 staat EHDV op de lijst van het World Organisation for Animal Health (WOAH), een organisatie die wereldwijd dierziekten monitort. België is momenteel nog steeds vrij van de ziekte, maar waakzaamheid is geboden. Het is dan ook belangrijk om EHDV tijdig en nauwkeurig te diagnosticeren. Hiervoor kun je een beroep doen op de 2 nieuwe analyses die DGZ Labo sinds kort aanbiedt.

De ELISA-test screent op de aanwezigheid van antistoffen tegen alle gekende EHDV serotypes in serum. “Zo kan je eenvoudig bepalen of de dieren in contact zijn geweest met het virus”, aldus DGZ. De seroconversie treedt op tussen 7 en 15 dagen na de infectie.

De PCR-test detecteert de aanwezigheid van genetisch materiaal van EHDV in ongestold bloed en weefsel. DE PCR-test kan gepoold worden voor maximaal 10 monsters. “Dit is een nuttige methode om dieren te controleren op de aanwezigheid van het agens, wat belangrijk is voor bijvoorbeeld import en export”, besluit DGZ.

“Importeer je dieren uit een land waar EHDV voorkomt? Verzeker je dan van hun gezondheid door ze te laten testen op aanwezigheid van het virus met onze nieuwe, betrouwbare laboanalyses”, vraagt DGZ nog. Meer informatie over de analyses kan je dan ook krijgen bij de helpdesk van DGZ.

Haemonchus

De Haemonchus contortus worm is in België een van de belangrijkste en meest voorkomende wormsoorten bij kleine herkauwers en kameelachtigen. Volwassen wormen nestelen zich in de lebmaag en voeden zich met bloed uit de maagwand. Een zware besmetting kan ernstige bloedarmoede en zelfs sterfte tot gevolg hebben. Dieren van alle leeftijden kunnen besmet raken met de rode lebmaagworm.

Haemonchus contortus is van oorsprong een tropische wormsoort, waardoor de meeste besmettingen opduiken van juni tot september of oktober. De laatste jaren worden echter besmettingen gezien van februari tot december. Dit is waarschijnlijk deels te verklaren door de toegenomen resistentie van de worm tegen gebruikte wormmiddelen en deels door zachtere en vochtige winters, waardoor weidebesmetting gedurende een langere periode een reëel gevaar blijft.

Controleer jouw dieren regelmatig

Symptomen van een ernstige besmetting zijn onder andere witte oogleden, sloomheid, groeivertraging, slechte conditie en droge mestkeutels. Diarree is meestal afwezig, tenzij er sprake is van een simultane besmetting met andere wormsoorten. In een later stadium kan een oedeem (vochtophoping) tussen de kaken zichtbaar worden.

Het is belangrijk om je dieren regelmatig te controleren op bloedarmoede door de binnenkant van de oogleden te bekijken. Gezonde slijmvliezen moeten mooi roze zijn. Hoe bleker de slijmvliezen, hoe ernstiger de bloedarmoede. Volledig witte slijmvliezen duiden op ernstige bloedarmoede vereisen dus onmiddellijke actie. Regelmatig mestonderzoek (laten) uitvoeren kan helpen om besmettingen vroegtijdig op te sporen en/of op te volgen.

Behandelen van Haemonchose

Er is al heel wat geschreven over de resistentie van Haemonchus-wormen tegen verschillende ontwormmiddelen. “Houd er dus rekening mee dat het middel dat je gebruikt mogelijk niet zal werken. Indien je toch ontwormt, is het nuttig om een resistentieonderzoek uit te voeren, om na te gaan of de ontworming heeft geholpen”, aldus DGZ.

Het toepassen van een effectief beweidingsschema kan ervoor zorgen dat wormbesmettingen onder controle gehouden kunnen worden. “Het uitwerken van zo’n beweidingsschema bekijk je het best samen met jouw dierenarts”, zegt DGZ.

De bloedarmoede is na de behandeling nog niet meteen verholpen, gezien de dieren tijd nodig hebben om te herstellen. Indien nodig kunnen erg verzwakte dieren ondersteund worden met vitamines en kunnen ze bijgevoerd worden.

DGZ

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken