Bij en volk hebben nood aan evenwichtige voeding
Harmen Hendriksma, bijenonderzoeker bij Wageningen University & Research (WUR) heeft met collega-onderzoekers aangetoond dat bijen voorkeur vertonen voor voeding met elementen die ze eerder tekort kwamen.

De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar het belang van een gebalanceerde voeding. Honingbijen kiezen voor een bepaalde voedingssamenstelling. Als je ze eerst een dieet geeft met een gebrek aan bepaalde stoffen, dan gaan ze daarna voedsel met die stoffen verzamelen om het tekort te compenseren. Daarom vliegen bijen op een diversiteit aan planten.
Ook kunnen ze communiceren over het voedselaanbod. Dat doen ze via de bijendans. Met de intensiteit van de dans informeren ze elkaar over de relatieve voedselkwaliteit. Het is dan dus zaak dat er geschikte planten in de buurt zijn. En dat is met de agrarische monoculturen in toenemende mate een probleem.
Gebreken bedreigen voortbestaan
Bij tekorten aan suikers, eiwitten en vetten ontstaan er problemen. Verschillende onderzoeken in Wageningen, Israël en de VS laten zien wat er gebeurt als de bijen essentiële onderdelen van de voeding in onvoldoende mate binnenkrijgen. De nadruk lag hierbij op onvoldoende suikers (via nectar), eiwit en vet (via stuifmeel). Als een generatie structureel te weinig voeding binnenkrijgt, verkort dat de levensduur en dat kan het voorbestaan van hun volk bedreigen.
Essentiële vetzuren, zoals omega 3 en 6, zijn voor mensen belangrijk, maar ook voor bijen. Een tekort gaat ten koste van hun intelligentie. Zulke ‘domme’ bijen hebben weinig waarde voor het volk. Ze herkennen niet goed het ongezonde broed, met een slechte volk-hygiëne tot gevolg. Ook begrijpen ze elkaar niet goed bij de bijendans. Ze stuntelen bij voedsel zoeken, omdat ze slecht kunnen navigeren en makkelijker verdwalen. Bovendien moeten ze leren hoe ze pollen uit de bloem kunnen verzamelen en tot een klontje boetseren om het mee te kunnen nemen naar huis. Zulke leerprocessen gaan moeizamer bij onvoldoende essentiële vetzuren in hun voeding.
Aminozuren zijn essentieel
Lopend onderzoek richt zich op de gevolgen van een gebrek aan essentiële aminozuren, de bouwstenen van eiwitten. Deze zijn nodig voor een optimale groei en ontwikkeling. Zoals de opbouw van sterke vliegspieren. Dat is heel belangrijk voor de werksters die tot taak hebben nectar en pollen te verzamelen. Voor de voedsterbijen zijn aminozuren essentieel, omdat deze ervoor zorgen dat de klieren waarmee ze gelei maken zich sterk ontwikkelen. De geproduceerde gelei wordt gevoed aan larven, darren, foerageerbijen en de koningin.
Bij een ongebalanceerde samenstelling van de aminozuren gaat dit allemaal mis. Dan krijg je voedsterbijen die onvoldoende voeding maken en foerageerbijen die niet goed kunnen vliegen. Te veel eiwit eten is overigens ook niet goed. Als het eiwit afbreekt, vormen zich namelijk vrije radicalen. Deze verkorten de levensduur. Daarom is een optimale balans in voeding erg belangrijk.
Leervermogen en geheugen
Net als vetzuren zijn aminozuren ook belangrijk voor het leervermogen en het geheugen. Een goed bijenbrein is essentieel om de goede voedselplanten terug te kunnen vinden, maar ook om weer efficiënt terug naar huis te vliegen.
De foerageerbijen wisselen binnen de bijenkast informatie uit over de behoefte in hun volk, ondermeer door voedseluitwisseling en de intensiteit van de bijendans. Vervolgens gaan de bijen op pad om een gebalanceerd dieet samen te stellen.
Bijen kunnen proeven met receptoren in hun mond, op hun pootjes en op hun antennes. Zo foerageren ze op verschillende planten om de noodzakelijke voeding te vinden. Dit is echter moeilijker te realiseren als er erg weinig diversiteit aan bloemen is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn in grootschalige landbouwgebieden. Daar domineren bepaalde landbouwgewassen en zijn er weinig voedselalternatieven voor bijen.
Bijvoeren als optie?
Een enquête wees uit dat zo’n 6 % van de Nederlandse imkers hun bijenvolken bijvoert met een eiwitbron. Bij grootschalige imkerbedrijven in de VS is het bijvoeren met eiwit standaard om in tijden van voedselschaarste de bijenvolken te ondersteunen.
Momenteel loopt ook een serie proeven om soorten stuifmeel en verschillende eiwitsupplementen te testen. Jolanda Tom en Helen Goossen onderzoeken bij proefboerderij Droevendaal in Wageningen het effect op broedontwikkeling in kleine bijenvolken. Het onderzoek loopt nog een jaar en daarom kunnen hiervan nog geen resultaten bekend worden gemaakt. Wel zagen was bij de jaarlijkse enquête van 2022 de trend zichtbaar dat imkers die suiker en/of eiwit bijvoeren iets minder volken verliezen in de wintermaanden. Het bijvoeren met suiker en eiwit is een optie voor imkers om te voorkomen dat hun bijen verhongeren.
Meer bloemen voor bijen
Voor pientere, sterke bijen is verscheidenheid aan bloemen het hele jaar door belangrijk. Er zijn imkers, burgers, boeren en overheden die ter ondersteuning van bijen bloemen inzaaien. Ook akkerrandprojecten in de landbouw en gericht maaibeheer langs wegen leveren een goede bijdrage aan meer kruidenrijk grasland. Het aanbod aan bloemen kan zo worden bijgestuurd, zodat er lange periodes zijn met aanbod van nectar en pollen. Vooral bloeiende struiken en bomen zijn welkom, want deze dragen elk jaar enorme aantallen bloesems.
Zeker in de lente moet er snel veel stuifmeel gehaald worden om een bijenvolk rap op te bouwen. Vervolgens is het belangrijk dat er in de zomer en herfst ook voldoende voedsel te halen is. Dit alles is nodig om sterke gezonde bijen te hebben en houden die de wintermaanden uitstekend overleven.